“God sprak.” —Genesis 1:3
In dit hoofdstuk zien we dat Gods naam steeds geplaatst wordt vóór wat er gezegd of gedaan wordt. Zo kan er geen misverstand bestaan over wie er spreekt of handelt, en zo wordt God zelf nadrukkelijk aan ons voorgesteld in zijn goddelijke persoonlijkheid. We lezen: “God schiep”; “God maakte”; “God zag”; “God scheidde”; “God noemde”; “God stelde”; “God zegende”; “God vormde”; “God plantte”; “God nam”; “God gebood.” Maar het meest voorkomende woord hier is “God SPRAK.” Zoals ergens anders geschreven staat: “Hij sprak en het was er”; “Hij gebood het licht te schijnen uit de duisternis”; “de werelden zijn door het woord van God tot stand gebracht”; “alle dingen draagt Hij door Zijn krachtig Woord.”
Gods “woord” is dus het enige middel of de verbinding tussen Hem en de schepping. De schepping is in één opzicht direct – het resultaat van rechtstreekse kracht; in een ander opzicht is ze echter indirect, omdat ze tot stand komt door tussenkomst van het spreken. In hoeverre deze manier van uitdrukken een tegemoetkoming is aan menselijke zwakheid, zullen we in het midden laten; maar de frequentie waarmee het herhaald wordt, toont het belang dat God eraan hecht. Als de woorden niet exact zo uitgesproken zijn zoals ze opgetekend zijn, dan was er blijkbaar toch iets tussen wat overeenkwam met de menselijke spraak.
Tussen het “niets” en het “iets” – niet-bestaan en schepping – komt alleen het woord tussenbeide; maar daarna komen vele andere werkingen, levend of levenloos – tweede oorzaken, natuurwetten en processen – die het grote oorspronkelijke woord verder uitwerken; want alleen in verbinding daarmee hebben deze wetten en processen überhaupt enige kracht. De kracht of energie van het oorspronkelijke “woord” duurt nog steeds voort, het trilt nog steeds door het heelal, het houdt de schepping nog steeds in beweging, het bewaart nog steeds de opeenvolging en ordelijkheid van alle geschapen dingen, boven en beneden.
Hij is de soevereine Spreker en de soevereine Werker. Alles staat onder Zijn gezag. Hij zegt tot dit schepsel: Ga, en het gaat; en tot een ander: Kom, en het komt. Hij zit op Zijn troon en gebiedt het universum.
Het is datzelfde woord dat nog steeds werkt; even doeltreffend en krachtig als in het begin. Waarom beweegt en schijnt die zon daar nog steeds? Niet alleen vanwege een woord dat duizenden jaren geleden werd gesproken, maar omdat dat woord nog steeds werkzaam en krachtig is. We lezen het oorspronkelijke “God sprak” in elke omwenteling; in elke zonsopgang en zonsondergang. “Door hetzelfde woord worden deze dingen in stand gehouden.” (Hebreeën 1:3) Levenskracht, groei, schoonheid, vruchtbaarheid zijn geen aanwijzingen van een vroegere kracht, maar van een huidige energie; een voortzetting van de oorspronkelijke impuls, of liever van dezelfde oorspronkelijke impuls die nog steeds voortduurt en werkt. “Mijn Vader werkt tot nu toe” (Johannes 5:17).
Toen de Zoon van God hier op aarde was, handelde Hij op dezelfde wijze bij het doen van Zijn wonderen. Hij sprak en het was er: “Lazarus, kom uit”; “Jongeling, sta op”; “Meisje, sta op”; “Word geopend.” Het was nog steeds het woord dat als middel diende. En in Zijn geval hoort dat bij Hem; want Hij was “het Woord.” Maar het hoorde ook in de eerste schepping, want Hij was Zelf de Schepper. Hij was het die het scheppingswoord in het begin sprak. Zijn woorden zijn woorden van gezag en kracht.
Deze God (en deze Zoon van God) spreekt nog steeds tot ons. Hij zwijgt niet, hoewel onze uiterlijke oren geen geluid horen.
1. Hij spreekt tot ons in de Schepping. Deze aarde en deze hemelen zijn de echo van Zijn stem. God spreekt tot ons in elk deel van Zijn handwerk. Het is niet “de stem van de natuur” zoals mensen zeggen. Het is de ware, authentieke stem van God. Hij spreekt elke dag tot ons en is nooit stil. Zoals Hij in het begin sprak en het heelal Zijn stem hoorde, zo spreekt Hij nu tot ons. Luisteren wij?
2. Hij spreekt tot ons in de Bijbel. Dit Boek belichaamt Zijn woorden. De schepping is de zichtbare belichaming van Zijn kracht en wijsheid; het is het resultaat van Zijn woorden. Zijn kracht kwam naar voren in spraak als een kanaal of middel. Dit boek van Hem is, op een andere manier, het gevolg van Zijn spreken. Het is Zijn geschreven wijsheid en kracht. Daar is Zijn stem tot ons. De donder en storm zijn Zijn luide stem van grootheid; de zonneschijn en de zachte bries Zijn zachte, stille stem; maar dieper, helderder, scherper, zachter, toch doordringender dan dit alles, is Zijn woord in de Bijbel. Mensen spreken erover dat de Bijbel de gedachten van God bevat, maar niet Zijn woorden. Alsof je zou kunnen spreken over een bepaald muziekstuk los van de noten waaruit het bestaat, of over de zee los van de druppels die haar vormen; alsof je zou kunnen zeggen dat de schepping Gods algemene doel belichaamt, maar geen enkele minutieuze of specifieke bedoeling. Dit Boek is wat het is omdat het de woorden van God bevat.
3. Hij spreekt tot ons door Zijn voorzienigheid. Laten we eerbiedig luisteren naar alles wat gebeurt, en we zullen een goddelijke stem en goddelijke woorden in alles herkennen. Geen voorzienigheid is zonder woorden. Geen verdriet, geen vreugde, geen ziekte, geen herstel, geen ramp, publiek of privé, is betekenisloos. “God sprak” klinkt uit dit alles. Door hen achtervolgt God ons bij elke stap, en strekt Hij heel de dag Zijn handen uit naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk. Hoe duidelijk, hoe welsprekend zijn de dagelijkse gebeurtenissen van het gewoonste leven op aarde. Toch sluiten we onze oren! Dag aan dag spreekt overvloedig, toch willen we het niet begrijpen noch luisteren!
4. Hij spreekt tot ons door Zijn Sabbatten. Ik noem dit specifiek vanwege de verbinding met het scheppingstafereel. Elke Sabbat is voor ons een zilveren trompet die rechtstreeks van God spreekt. Het geeft geen onduidelijk geluid. Het spreekt van genade, liefde, en rust. Het is Gods wekelijkse uitnodiging aan de vermoeide. Wie ons onze Sabbatten zou willen ontnemen, zou de stem van God tot zwijgen brengen.
Zo is het dat God tot ons spreekt. Toch is er dieper dan dit alles een goddelijke en onweerstaanbare stem die tot onze innerlijke mens spreekt. Niet los van het woord, maar toch onderscheiden – de directe, soevereine, almachtige stem van God waardoor de nieuwe schepping wordt gevormd. Vandaar dat van velen die dezelfde preek horen, of dezelfde Bijbel lezen, sommigen geloven, en sommigen niet geloven. Zoals in de oude schepping, zo is het in de nieuwe: het is God die de spreker en de werker is. “Zie, Ik maak alle dingen nieuw.” De nieuw scheppende woorden komen van Zijn lippen tot zielen die dood zijn in zonde.
Wat zijn woorden edel en machtig! Door hen beïnvloeden we de geest van onze medemensen. We kunnen er niet mee werken op dode materie zoals God dat kan, maar op levende zielen kunnen we dat wel. Wat een verantwoordelijkheid rust er op ons voor onze woorden! Wat een gevaar en zonde in lege of boze woorden. Laten onze woorden altijd waarachtig en heilig zijn.
“God sprak.” —Genesis 1:3
In dit hoofdstuk zien we dat Gods naam steeds geplaatst wordt vóór wat er gezegd of gedaan wordt. Zo kan er geen misverstand bestaan over wie er spreekt of handelt, en zo wordt God zelf nadrukkelijk aan ons voorgesteld in zijn goddelijke persoonlijkheid. We lezen: “God schiep”; “God maakte”; “God zag”; “God scheidde”; “God noemde”; “God stelde”; “God zegende”; “God vormde”; “God plantte”; “God nam”; “God gebood.” Maar het meest voorkomende woord hier is “God SPRAK.” Zoals ergens anders geschreven staat: “Hij sprak en het was er”; “Hij gebood het licht te schijnen uit de duisternis”; “de werelden zijn door het woord van God tot stand gebracht”; “alle dingen draagt Hij door Zijn krachtig Woord.”
Gods “woord” is dus het enige middel of de verbinding tussen Hem en de schepping. De schepping is in één opzicht direct – het resultaat van rechtstreekse kracht; in een ander opzicht is ze echter indirect, omdat ze tot stand komt door tussenkomst van het spreken. In hoeverre deze manier van uitdrukken een tegemoetkoming is aan menselijke zwakheid, zullen we in het midden laten; maar de frequentie waarmee het herhaald wordt, toont het belang dat God eraan hecht. Als de woorden niet exact zo uitgesproken zijn zoals ze opgetekend zijn, dan was er blijkbaar toch iets tussen wat overeenkwam met de menselijke spraak.
Tussen het “niets” en het “iets” – niet-bestaan en schepping – komt alleen het woord tussenbeide; maar daarna komen vele andere werkingen, levend of levenloos – tweede oorzaken, natuurwetten en processen – die het grote oorspronkelijke woord verder uitwerken; want alleen in verbinding daarmee hebben deze wetten en processen überhaupt enige kracht. De kracht of energie van het oorspronkelijke “woord” duurt nog steeds voort, het trilt nog steeds door het heelal, het houdt de schepping nog steeds in beweging, het bewaart nog steeds de opeenvolging en ordelijkheid van alle geschapen dingen, boven en beneden.
Hij is de soevereine Spreker en de soevereine Werker. Alles staat onder Zijn gezag. Hij zegt tot dit schepsel: Ga, en het gaat; en tot een ander: Kom, en het komt. Hij zit op Zijn troon en gebiedt het universum.
Het is datzelfde woord dat nog steeds werkt; even doeltreffend en krachtig als in het begin. Waarom beweegt en schijnt die zon daar nog steeds? Niet alleen vanwege een woord dat duizenden jaren geleden werd gesproken, maar omdat dat woord nog steeds werkzaam en krachtig is. We lezen het oorspronkelijke “God sprak” in elke omwenteling; in elke zonsopgang en zonsondergang. “Door hetzelfde woord worden deze dingen in stand gehouden.” (Hebreeën 1:3) Levenskracht, groei, schoonheid, vruchtbaarheid zijn geen aanwijzingen van een vroegere kracht, maar van een huidige energie; een voortzetting van de oorspronkelijke impuls, of liever van dezelfde oorspronkelijke impuls die nog steeds voortduurt en werkt. “Mijn Vader werkt tot nu toe” (Johannes 5:17).
Toen de Zoon van God hier op aarde was, handelde Hij op dezelfde wijze bij het doen van Zijn wonderen. Hij sprak en het was er: “Lazarus, kom uit”; “Jongeling, sta op”; “Meisje, sta op”; “Word geopend.” Het was nog steeds het woord dat als middel diende. En in Zijn geval hoort dat bij Hem; want Hij was “het Woord.” Maar het hoorde ook in de eerste schepping, want Hij was Zelf de Schepper. Hij was het die het scheppingswoord in het begin sprak. Zijn woorden zijn woorden van gezag en kracht.
Deze God (en deze Zoon van God) spreekt nog steeds tot ons. Hij zwijgt niet, hoewel onze uiterlijke oren geen geluid horen.
1. Hij spreekt tot ons in de Schepping. Deze aarde en deze hemelen zijn de echo van Zijn stem. God spreekt tot ons in elk deel van Zijn handwerk. Het is niet “de stem van de natuur” zoals mensen zeggen. Het is de ware, authentieke stem van God. Hij spreekt elke dag tot ons en is nooit stil. Zoals Hij in het begin sprak en het heelal Zijn stem hoorde, zo spreekt Hij nu tot ons. Luisteren wij?
2. Hij spreekt tot ons in de Bijbel. Dit Boek belichaamt Zijn woorden. De schepping is de zichtbare belichaming van Zijn kracht en wijsheid; het is het resultaat van Zijn woorden. Zijn kracht kwam naar voren in spraak als een kanaal of middel. Dit boek van Hem is, op een andere manier, het gevolg van Zijn spreken. Het is Zijn geschreven wijsheid en kracht. Daar is Zijn stem tot ons. De donder en storm zijn Zijn luide stem van grootheid; de zonneschijn en de zachte bries Zijn zachte, stille stem; maar dieper, helderder, scherper, zachter, toch doordringender dan dit alles, is Zijn woord in de Bijbel. Mensen spreken erover dat de Bijbel de gedachten van God bevat, maar niet Zijn woorden. Alsof je zou kunnen spreken over een bepaald muziekstuk los van de noten waaruit het bestaat, of over de zee los van de druppels die haar vormen; alsof je zou kunnen zeggen dat de schepping Gods algemene doel belichaamt, maar geen enkele minutieuze of specifieke bedoeling. Dit Boek is wat het is omdat het de woorden van God bevat.
3. Hij spreekt tot ons door Zijn voorzienigheid. Laten we eerbiedig luisteren naar alles wat gebeurt, en we zullen een goddelijke stem en goddelijke woorden in alles herkennen. Geen voorzienigheid is zonder woorden. Geen verdriet, geen vreugde, geen ziekte, geen herstel, geen ramp, publiek of privé, is betekenisloos. “God sprak” klinkt uit dit alles. Door hen achtervolgt God ons bij elke stap, en strekt Hij heel de dag Zijn handen uit naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk. Hoe duidelijk, hoe welsprekend zijn de dagelijkse gebeurtenissen van het gewoonste leven op aarde. Toch sluiten we onze oren! Dag aan dag spreekt overvloedig, toch willen we het niet begrijpen noch luisteren!
4. Hij spreekt tot ons door Zijn Sabbatten. Ik noem dit specifiek vanwege de verbinding met het scheppingstafereel. Elke Sabbat is voor ons een zilveren trompet die rechtstreeks van God spreekt. Het geeft geen onduidelijk geluid. Het spreekt van genade, liefde, en rust. Het is Gods wekelijkse uitnodiging aan de vermoeide. Wie ons onze Sabbatten zou willen ontnemen, zou de stem van God tot zwijgen brengen.
Zo is het dat God tot ons spreekt. Toch is er dieper dan dit alles een goddelijke en onweerstaanbare stem die tot onze innerlijke mens spreekt. Niet los van het woord, maar toch onderscheiden – de directe, soevereine, almachtige stem van God waardoor de nieuwe schepping wordt gevormd. Vandaar dat van velen die dezelfde preek horen, of dezelfde Bijbel lezen, sommigen geloven, en sommigen niet geloven. Zoals in de oude schepping, zo is het in de nieuwe: het is God die de spreker en de werker is. “Zie, Ik maak alle dingen nieuw.” De nieuw scheppende woorden komen van Zijn lippen tot zielen die dood zijn in zonde.
Wat zijn woorden edel en machtig! Door hen beïnvloeden we de geest van onze medemensen. We kunnen er niet mee werken op dode materie zoals God dat kan, maar op levende zielen kunnen we dat wel. Wat een verantwoordelijkheid rust er op ons voor onze woorden! Wat een gevaar en zonde in lege of boze woorden. Laten onze woorden altijd waarachtig en heilig zijn.
Horatius Bonar (1808-1889) was een prediker en dichter die verschillende boeken heeft geschreven om twijfelende zielen te leiden tot geloofszekerheid en prachtige liederen zoals “Ik hoorde Jezus’ zachte stem.” Deze reflecties zijn onderdeel van de serie “Licht en waarheid.”