Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,  opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16)

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,  opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16)


De God van het universum heeft ons gemaakt om te laten zien hoe heerlijk en groot Hij is (Genesis 1:27). Dit doen we door Hem lief te hebben boven alles en onze medemens als onszelf. Dat is wat de Bijbel ons leert (Mattheüs 22:37—40). We laten niet meer zien hoe heerlijk en groot God is omdat we onszelf willen laten zien. We hebben onszelf meer lief dan God en onze medemens.

Dat is zonde, we missen Gods doel (Romeinen 3:23). Daarom sterven we. We vergaan omdat we God, de Bron van het leven, verlaten hebben (Genesis 3:1—15). Daarom zullen we eeuwig zonder Hem zijn. Eeuwig ongelukkig in de dood (Mattheüs 25:41).

Maar God is genadig, liefdevol en rechtvaardig en Hij wil niet dat er iemand verloren gaat (2 Petrus 3:9). Daarom heeft Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leeft (Johannes 3:16). In Zijn Zoon is God tegelijk rechtvaardig en genadig.

God kan en wil ons rechtvaardig vergeven omdat Jezus gekomen is om Zijn bloed voor velen te geven tot vergeving van de zonden (Mattheüs 26:28). Dit hebben we niet verdiend, maar door het geloof, mogen wij delen in het offer van Christus zodat Zijn heerlijke genade geprezen wordt (Efeze 1:6).

Wanneer we ons tot Jezus keren (Handelingen 3:19) en in Hem geloven, vergeeft Hij onze zonden en krijgen we alles wat Hij ons in Zijn Woord belooft (Handelingen 26:18). Hij geeft een nieuw verlangen om God weer lief te hebben boven alles en onze medemens als onszelf (Hebreeën 8:10-12).

Om dit te begrijpen en waar te maken zal Jezus ons Zijn Geest geven die ons de waarheid laat zien (Johannes 14:26). Ook zal Zijn Geest ons helpen om te laten zien hoe groot en heerlijk God is (1 Korinthe 12-14). Dan kunnen we gerust sterven, met Christus opstaan (Johannes 11:25) en met God leven in het vernieuwde universum waar we eeuwig van Gods grote heerlijkheid zullen genieten (Openbaring 21:1-27).

Bekeer je daarom tot God, geloof het Evangelie en geniet van het eeuwige leven!

De God van het universum heeft ons gemaakt om te laten zien hoe heerlijk en groot Hij is (Genesis 1:27). Dit doen we door Hem lief te hebben boven alles en onze medemens als onszelf. Dat is wat de Bijbel ons leert (Mattheüs 22:37—40). We laten niet meer zien hoe heerlijk en groot God is omdat we onszelf willen laten zien. We hebben onszelf meer lief dan God en onze medemens.

Dat is zonde, we missen Gods doel (Romeinen 3:23). Daarom sterven we. We vergaan omdat we God, de Bron van het leven, verlaten hebben (Genesis 3:1—15). Daarom zullen we eeuwig zonder Hem zijn. Eeuwig ongelukkig in de dood (Mattheüs 25:41).

Maar God is genadig, liefdevol en rechtvaardig en Hij wil niet dat er iemand verloren gaat (2 Petrus 3:9). Daarom heeft Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leeft (Johannes 3:16). In Zijn Zoon is God tegelijk rechtvaardig en genadig.

God kan en wil ons rechtvaardig vergeven omdat Jezus gekomen is om Zijn bloed voor velen te geven tot vergeving van de zonden (Mattheüs 26:28). Dit hebben we niet verdiend, maar door het geloof, mogen wij delen in het offer van Christus zodat Zijn heerlijke genade geprezen wordt (Efeze 1:6).

Wanneer we ons tot Jezus keren (Handelingen 3:19) en in Hem geloven, vergeeft Hij onze zonden en krijgen we alles wat Hij ons in Zijn Woord belooft (Handelingen 26:18). Hij geeft een nieuw verlangen om God weer lief te hebben boven alles en onze medemens als onszelf (Hebreeën 8:10-12).

Om dit te begrijpen en waar te maken zal Jezus ons Zijn Geest geven die ons de waarheid laat zien (Johannes 14:26). Ook zal Zijn Geest ons helpen om te laten zien hoe groot en heerlijk God is (1 Korinthe 12-14). Dan kunnen we gerust sterven, met Christus opstaan (Johannes 11:25) en met God leven in het vernieuwde universum waar we eeuwig van Gods grote heerlijkheid zullen genieten (Openbaring 21:1-27).

Bekeer je daarom tot God, geloof het Evangelie en geniet van het eeuwige leven!