Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. (Johannes 1:7)
Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. (Johannes 1:7)
Probeer je eens voor te stellen hoe je leven er uit zou zien als je nooit iets van God gehoord zou hebben. Je zou niet weten wie dit allemaal gemaakt had, waarom jij gemaakt bent, wat zonde is en hoe heerlijk het Evangelie is.
Je bent er mee opgegroeid, je bent opgevoed in het licht. Getuigen hebben er van getuigd en je hebt het gehoord. Vanuit die onuitputtelijke Bron van wijsheid en intelligentie stroomde het licht tot je, of je het nu begreep of niet, of het nu af en toe verdraaid tot je kwam of niet. Het Woord ging elke dag open, je las het, je hoorde het in de kerk. Je kent de Schriften die wijs kunnen maken tot zaligheid.
Is het gewoon voor je geworden, of misschien erger je je steeds meer aan dit Woord, je struikelt erover omdat het je leven eigenlijk alleen maar lastig maakt. Of groeit je liefde, ren je naar het licht, wil je God leren kennen en Hem aanbidden om Zijn wijsheid en intelligentie. Neem je Zijn Woorden graag aan omdat je overtuigd bent dat het waar is en je klaar bent met je eigen dwaasheid?
Zoals je geboren bent, van nature, haat je het licht omdat het laat zien dat je schuldig staat voor God, dat je leven anders moet. Gods Woord houdt je tegen om te leven zoals je ten diepste wil en daarom zou het eerder een bevrijding voor je zijn als God niet bestond, dan kon je gewoon doen wat je zelf wilde, wat goed voelt. Maar, we hebben vorige keer gezien hoe schadelijk dit is. Het leidt tot de dood, van kleine kinderen, van heilige seksualiteit, maar ook van je ziel, het maakt je leven donker.
Maar luister vanmiddag opnieuw naar Gods getuigenis, luister, vol ontzag als God zelf door Zijn Woord Zijn wijsheid uit wil drukken en aan jou bekend wil maken wie Hij is!
En beef, voor zoveel liefde, laat het niet gewoon zijn als je het Woord opent. Dit is Gods Woord. Dit zijn geen gedachten van mensen. Dit komt voort uit de gedachten van Hem door wie alles is ontstaan, die jouw leven in Zijn almachtige en rechtvaardige hand heeft. Deze woorden stromen uit de Fontein van alle wijsheid en intelligentie.
Het is niet gewoon als we nu Gods Woord horen. Het is een wonder. Het is genade. Het is ontzagwekkend.
Johannes 1:1
In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. 6 Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. 7 Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. 8 Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen. 9 Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht. 10 Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend. 11 Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. 12 Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid. 15 Johannes getuigt van Hem en heeft geroepen: Híj was het van Wie ik zei: Hij Die na mij komt, is vóór mij geworden, want Hij was er eerder dan ik. 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen. 18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.
1. De getuigen van het licht
2. Het getuigenis in de wereld verworpen
3. Het getuigenis door Zijn kinderen aangenomen
Vorige keer dachten we na over de eerste 5 verzen. Hoe het Woord, niet zomaar letters, maar wijsheid en intelligentie, vanaf het begin bij Gods was. Voor dat er iets was was er bij God een Bron van wijsheid (vers 1,2). God zelf was die Bron.
En deze Bron overstroomde (vers 3), Gods sprak, Hij drukte zich uit in de schepping. Alles wat je ziet is daarom geen gevolg van dwaze, betekenisloze evolutie, maar van doordacht en doelgericht scheppingswerk.
En, dat machtige Woord bracht niet alleen de schepping voort, het verlichte ook de mens (vers 4). God zelf stroomde over van wijsheid en blies door Zijn Geest in Genesis Zijn leven in de mens. In tegenstelling tot de rest van de schepping heeft God ons als redelijke, denkende en sprekende schepselen gemaakt.
Maar wat doen we met dat licht, dat leven wat God ons gegeven heeft? We zagen het in vers 5. We wilden onafhankelijk leven van de Bron van alle wijsheid en intelligentie en het werd donker.
De trotse dwaas zegt in zijn boos gemoed: “Daar is geen God”. Zij doven ’t licht der rede.
Misschien net zoals jij vanmorgen. Je sloeg je Bijbel dicht, je was er klaar mee. En in het donker voel je je veel beter. Daar kun je doen wat je wilt.
En zo leefde de mens, eeuwen in het donker. Maar vandaag denken we erover na hoe God mensen stuurt, mensen gebruikt, fakkeldragers, om verloren zielen op te zoeken, die in het donker, tastend op het gevoel de weg proberen te vinden.
1. De getuigen van het licht
Vers 6
Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. 7 Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. 8 Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen.
Door de eeuwen heen had God al veel profeten gestuurd, mensen die namens God spraken. Zoals vogeltjes die de morgen aankondigen, nog voor het zonlicht doorbreekt. Zo spraken deze profeten van het licht, nog voor het doorbrak.
Profeten zijn niets meer dan kleine vogeltjes die de morgen zien. Ze werden ook Zieners genoemd.
1 Samuel 9:9
Vroeger zei iedereen in Israël het volgende als hij God ging raadplegen: Kom, laten wij naar de ziener gaan. Want wat vandaag de dag een profeet genoemd wordt, werd vroeger een ziener genoemd.
De Heere openbaarde iets van Zijn Licht en zo drukten deze profeten Gods wijsheid uit in woorden.
Ze getuigden van de waarheid en er zijn maar weinig profeten die het er levend vanaf hebben gebracht. Ze waren niet geliefd, zeker niet bij hen die de nacht liever hadden dan de dag.
Ze zeiden tegen hen:
Jesaja 30:10
U mág niet zien; tegen de schouwers: U mág niet voor ons schouwen wat waar is. Spreek tot ons vleierijen, schouw bedriegerijen.
Zoals we dat ook vandaag kunnen verwachten.
2 Timotheus 4:3
Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.
Misschien herken je het wel, als je moe bent en nog verder wilt slapen, heb je liever dat het donker is en je ergert je aan al die vogels die ’s morgens zo’n herrie maken. Je wilt gewoon doorslapen.
Zo wilden de mensen liever gewoon doorslapen. Liever in het donker, doen wat ze zelf wilden. En daarom probeerden ze de profeten te doden. Ze wilden het donker houden.
Maar hoe moedig spraken de profeten toch, hoe moedig schenen ze het licht in de duisternis! Hoe trouw verkondigden ze de waarheid terwijl de rest op gevoel wilde leven.
Jakobus 5:10
Mijn broeders, neem tot een voorbeeld van het lijden en van het geduld de profeten, die in de naam van (namens) de Heere gesproken hebben.
Maar niet alleen profeten, iedereen die getuigd van de waarheid, iedereen die in de naam van de Heere spreekt, door de eeuwen heen, heeft te maken gekregen met afwijzing, met weerstand, met boze blikken, en zeker ook met vervolging.
We kunnen dit verwachten, want Jezus zelf heeft dit ook voor Zijn volgelingen voorzegd.
Mattheüs 10:18-22
En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen en de heidenen. 19 Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. 20 Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt. 21 De ene broer zal de andere broer overleveren om gedood te worden, en de vader het kind, en de kinderen zullen tegen de ouders opstaan en hen doden. 22 En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Heb je het licht zo lief, zie je zoveel waarde in de Bron zelf van alle wijsheid en intelligentie? Wil jij spreken, ook als het je leven kan kosten? Wil jij getuigen, ook als het lijden zal meebrengen? Wil jij een vogeltje zijn in de vroege morgen en uit volle borst zingen van het licht? Wil je aankondigen wat komt, hoe vervelend zij die liever doorslapen je ook vinden?
God zend Zijn getuigen in deze wereld, om het licht te schijnen. In een donkere, vijandige omgeving. Om objectieve waarheid te verkondigen in een blinde wereld die op het gevoel de weg probeert te vinden. Hij zond profeten, en nu lezen we hier in vers 6 dat Hij Johannes zond.
Was het alleen Gods doel om zij die de duisternis liefhebben te ergeren? Nee!
Vers 7
Hij kwam tot een getuigenis, opdat allen door hem geloven zouden.
Als God spreekt, als Hij iets op het hart bind om te spreken, dan spreekt Hij met het verlangen dat iedereen Hem gelooft. De Heere wil dat we Hem geloven, dat we Zijn Woord geloven als we het horen. Dat we het licht liefhebben, dat we onze eigenwijsheid, of beter gezegd onze dwaasheid opgeven voor Zijn intelligentie.
En Hij wil daar mensen voor gebruiken. Door hem, door Johannes wil God hen bewegen tot het geloof. God gebruikt mensen als instrumenten in Zijn handen om te spreken. Hij blaast op Johannes en Hij houdt de juiste gaatjes dicht en Johannes maakt geluid, als een trompet. Hij getuigd zodat anderen overtuigd worden. Wij getuigen en de God overtuigd.
Echt, God overtuigd, het is Gods werk, Gods Geest, die mensen overtuigt en overhaalt, maar Hij wil mensen gebruiken als Zijn getuigen!
Vers 8
Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen.
Toen Johannes getuigde van het licht, dachten sommigen dat Hij het licht zelf was.
Lukas 3:17
En toen het volk in afwachting was en allen in hun hart zich ten aanzien van Johannes afvroegen of hij misschien niet de Christus was, 16 antwoordde Johannes allen: Ik doop u wel met water, maar Hij komt Die sterker is dan ik, bij Wie ik niet waard ben de riem van Zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. 17 Zijn wan is in Zijn hand en Hij zal Zijn dorsvloer grondig reinigen en de tarwe in Zijn schuur verzamelen, maar het kaf zal Hij met onuitblusbaar vuur verbranden. 18 Hij gaf ook nog veel andere aansporingen en verkondigde het volk het Evangelie.
Als er daarom iets is wat het getuigenis van een profeet, of van ons als volgelingen van Jezus waardeloos maakt is focus op onszelf. Getuigen van het licht, getuigen van het licht, niet van zichzelf. Sommige predikers zijn voller van zichzelf en hun eigen wijsheid dan van God de Bron van wijsheid.
Een profeet, een getuige van het licht, wijst altijd naar Hem die sterker is, geen grote gedachten van zichzelf, maar enkel het verlangen Hij moet wassen, ik echter minder worden. Ja, Hij wijst op het probleem van de mensen, de duisternis, en het komende oordeel (vers 17), maar ook spoort hij aan, hij dringt naar het licht. Naar de oplossing.
Lukas 3:18
Hij gaf ook nog veel andere aansporingen en verkondigde het volk het Evangelie.
Dat is getuigen van het licht. Zo riep hij het, kijk niet naar mij, maar “Zie het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Hij was gezonden om van het Licht te getuigen, om op Hem te wijzen en op niets en niemand anders!
Vers 9
Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht.
Van Hem moest Johannes getuigen. Van het Woord, het waarachtige, betrouwbare Woord, van de Bron van Gods Wijsheid, wat alles licht maakt.
Vers 4
In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.
Hij getuigde niet van Zijn eigenwijsheid, Hij sprak Gods Woord, betrouwbare woorden geput uit de Bron waaruit het hele universum is ontstaan.
Dit zijn de getuigen. Terwijl de schepping het bestaan van de Schepper verkondigd uit wie alles wat je ziet is voortgekomen, wilde God door zieners en profeten spreken en Zichzelf bekendmaken. Ze spraken, gezonden door God, wat ze van Hem hoorden en zagen, niet van zichzelf. Wat het ook koste.
Maar het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen, gegrepen. Het werd afgewezen.
2. Het getuigenis in de wereld verworpen
Vers 10
Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend.
Al vanaf de schepping, sprak God door Zijn profeten en het Woord ging de wereld door. Maar ze herkenden Hem niet. Ze hoorden het aan, maar gehoorzaamden het niet. Ze luisterden, maar wilden de waarheid niet. Ze wilden door op hun gevoel, hun eigenwijsheid liever dan Gods waarachtige licht. Het licht wat waar te achten is boven alles van deze wereld.
Vers 11
Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.
Eigenlijk was dit steeds het refrein. God sprak door Zijn schepping tot Zijn schepselen, maar zij vervingen de heerlijkheid van de onvergankelijke God voor beelden. Ze verwierpen God en Zijn Wijsheid voor eigenwijsheid.
Hij kwam, door Zijn profeten, tot het volk wat Hij uitgekozen had. Steeds weer sprak Hij.
Hij liet zien wie Hij is:
Exodus 34:6-7
Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, 7 Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt.
Hij liet zien wat Hij van ons verlangde.
Leviticus 20:7
Heilig uzelf en wees heilig, want Ik ben de HEERE, uw God.
En met beloften maakte Hij de toekomst licht.
Habakuk 2:14
Want de aarde zal vol worden met de kennis van de heerlijkheid van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Maar, ook hier weer het refrein, ze verwierpen niet alleen de profeten, ze verwierpen vooral God zelf.
Maar Mijn volk wou niet
Naar Mijn stemme horen;
Israël verliet
Mij en Mijn geboôn;
’t Heeft zich and’re goôn,
Naar zijn lust, verkoren.
Besef dit, dat als je van Hem getuigd en ze je getuigenis verwerpen, ze niet alleen jouw verwerpen, maar meer nog God zelf die door je spreekt. Het is afgoderij. God vervangen voor jezelf. Zijn wijsheid voor jouw wijsheid.
Mijn wijsheid mag je verwerpen, je mag er om lachen, je mag het bespotten. Maar als ik vanmiddag iets doorgeef wat God zelf gesproken heeft, verwerp het dan niet. Verwerp Hem dan niet.
Als ik de lijn van de tekst volg, geloof ik dat Johannes hier nog niet spreekt over het vleesgeworden Woord. Hij komt over twee verzen, daarover denken we bij kerst. Hier gaat het over het Woord wat door de profeten en al laatste door Johannes tot Gods schepselen kwam, maar een groot deel verwierp het Woord, het licht.
En dit is wat Jezus hierover zegt:
Lukas 11:49-52
Ik zal profeten en apostelen naar hen toe zenden, en van hen zullen zij sommigen doden en anderen vervolgen, 50 opdat van dit geslacht afgeëist wordt het bloed van alle profeten dat van de grondlegging van de wereld af vergoten is, 51 van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharia, die omgebracht is tussen het altaar en het huis van God. Ja, Ik zeg u, het zal afgeëist worden van dit geslacht. 52 Wee u, wetgeleerden, want u hebt de sleutel van de kennis weggenomen. Zelf bent u niet binnengegaan en u hebt hen die binnengingen, tegengehouden.
God scheen het licht door trouwe profeten, maar ze wilden het licht niet, ze verwierpen de sleutel van de kennis.
O, wat een ernstig woord is dit. Deze wetgeleerden, deze theologen, deze leiders verwerpen het licht van God, maar zo houden ze ook anderen tegen.
Ze slepen het hele volk mee in de duisternis. Wat een verantwoordelijkheid van hen die het licht hebben ontvangen. O, als jij het Woord hebt, als jij Gods Woord kent, verwerp het niet zodat je én zelf verloren gaat, maar ook zoveel anderen tegenhoudt om binnen te gaan. Jouw leven staat niet op zichzelf, het verlicht of het verduistert anderen.
Wat is mijn getuigenis? Wat doe ik met de kennis die de Heere mij gegeven heeft?
Wil je liever de duisternis, gooi je de sleutel van de kennis weg om in het donker door te kunnen zondigen? Wil je liever onwetend zijn, wil je kunnen zeggen. “O sorry, ik wist het niet? Gelukkig is God genadig?”
Johannes 3:19
En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. 20 Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet ontmaskerd worden. 21 Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat zij in God gedaan zijn.
De duisternis, de nacht is veilig als je wilt doen wat je zelf wilt.
O kom tot het licht, onderzoek het licht, als je de waarheid liefhebt en God wilt kennen. Gooi de sleutel van kennis niet weg, maar open die vensters van Gods Woord en laat Gods licht binnenvallen, laat het schijnen op je hart. En getuig vrijmoedig, of ze je nu aanvallen of niet, of ze het nu aannemen of niet. Let er op, wees waakzaam dat de je de sleutel van de kennis niet wegneemt, laat het venster niet dicht. En wees waakzaam dat je anderen niet tegenhoudt om de waarheid te kennen, want als instrument in Gods handen, als getuige van het licht, zal God zielen redden!
Zijn getuigenis zal door Zijn kinderen aangenomen worden!
3. Het getuigenis door Zijn kinderen aangenomen
Vers 12
Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.
Wat een onvoorstelbare belofte. Het licht brengt zegen, zoals de stralen van de zon de aarde verwarmen en leven geven. Wie Hem aannemen mogen kinderen zijn van de Bron van alle wijsheid.
Hem is nog steeds het Woord wat er in het begin was, het Woord wat bij God was en het Woord wat God was. Het Woord wat het leven is en het Woord wat het licht van de mensen is.
Dat Woord, dat licht werd door sommigen verworpen, door de meesten. Maar het werd ook door anderen hongerig ontvangen en zij worden kinderen van het licht.
Zoals we vorige keer lazen.
Psalm 119:103-105
Hoe zoet zijn Uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. 104 Door Uw bevelen krijg ik inzicht, daarom haat ik elk leugenpad. 105 Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Gods licht werd niet overal verworpen. David verlangde ernaar om de God die alles gemaakt had te kennen en Hij genoot van elk Woord. Hij ontving het zaad van het Woord in vruchtbare grond.
Hij wilde niet zijn eigen wijsheid, maar zag dat wat God zei zoveel beter was, leven, licht, honing voor zijn ziel.
Verlang jij zo naar Gods Woord? Verlang jij God te kennen? Verlang jij Hem te zien? Verlang jij van Hem te leren, roep je het uit: “Heere, mijn leven is donker zonder U, zondig, maar ik wil mij niet verstoppen, schijn met Uw licht in mijn hart, breng alles aan het licht want ik wil leven zoals U het wilt, ik wil U zien zoals U bent, ik wil de werkelijkheid zien zoals die is. Ik wil U kennen!”
Als je dit niet verlangd, denk dan aan die duisternis, wil je dat echt? Het eindigt in het graf waar het altijd donker zal zijn. Kom in het licht, open de vensters! God is veel heerlijker! De dag is beter dan de nacht, luister naar de vogels en zing met hen mee!
Vers 12
…allen die Hem aangenomen hebben…
Dan nu de vraag hoe neem je Hem aan? En mag je het zomaar aannemen?
We zeggen, “Neem het nu maar van mij aan.” Dat is niet zo indrukwekkend. Wie ben ik dat je iets van mij moet aannemen? Daarom is het ook niet zoveel waard waard als ik zou zeggen, “Ja, maar die dominee zegt het.” Voor elke dwaalleer is er wel een dominee, oftewel elke ketter heeft zijn letter. Maar wat als God het zegt? Wat als God door Zijn Woord tot je komt? Dan zeg ik: “Neem het nu maar van Hem aan.”
Ook Paulus roept ertoe op om het Woord aan te nemen.
1 Timotheüs 1:15
Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben.
Gods Woord zegt het, dus ik zeg het. Laat dit licht in je hart schijnen. Ontvang deze waarheid, omhels deze waarheid. Jezus kwam, we horen dat volgende week. Maar nu al een voorproefje. Jezus Christus is in deze wereld gekomen. Het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond, God zelf kwam tot ons om zondaars zalig te maken. Om zondaren te trekken uit de duisternis naar Zijn wonderbaar licht.
Neem dat nu maar van Hem aan! God liegt niet als Hij dat zegt. Ja, satan liegt als Hij zegt dat je hieraan moet twijfelen, Hij wil je in het donker houden, waar hij je zijn werken wil laten doen, onvruchtbare werken van de duisternis. Maar neem zijn leugens niet aan, neem Gods Woord aan.
En Johannes zelf verduidelijkt dit aannemen nog.
Vers 12
…namelijk die in Zijn Naam geloven.
Wat is aannemen? Geloven! Geloven in Zijn Naam. De enige naam die we in deze context zien is het Woord. Maar in het Woord heeft God zich zelf met veel namen geopenbaard die iets van Hem laten zien. Geloof daarom het Woord, wat Zijn naam openbaart en Zijn karakter verklaard. Geloof God als Hij spreekt, geloof wat Hij zegt, niet zoals de duivelen, die ook geloven en beven, maar stel je vertrouwen op het Woord. Hij spreekt enkel waarheid, geef je er aan over. Hij is een God die niet liegen kan, geloof daarom Zijn heil en troostrijk Woord.
Dat bewijst dat je uit God geboren bent, het maakt niet uit wie je ouders zijn, of ze nu Joods zijn of Grieks, of ze nu God kennen of niet. De wil van het vlees helpt je niets dichter naar God. Maar als je gelooft, als je Zijn Woord aanneemt, heeft God iets gedaan in jou en mag je zeker weten dat je Zijn kind bent.
Wat een voorrecht, broeders en zusters. Dat is wat er staat, God heeft ons de macht gegeven, oftewel het recht om Zijn kind te worden. Herstelt zoals Hij het bedoeld had toen Hij Adam Zijn levensgeest inblies en verlichtte, om God te kennen als redelijke schepselen, niet gedreven door gevoel, op de tast, maar door het kennen van God zelf.
We waren kinderen van onze vader de duivel, de vader van de leugen. Maar enkel uit genade openbaarde Hij zich door Zijn Woord, je werd overtuigd, je gelooft en daarom ben je nu een kind van God.
Efeze 5:8
Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht
O je bent een kind van Hem die de fontein is van alle wijsheid, dan zal Hij je heerlijke dingen leren.
Je bent een kind van Hem die het licht is, dan zul je niet in duisternis wandelen.
Je bent een kind van Hem die het leven is, en daarom zul je leven, tot in alle eeuwigheid.
Je bent een kind van het Woord, door het onvergankelijke zaad van het Woord ben je opnieuw geboren (1 Petrus 1:23), open daarom het Woord, leer God kennen, verwacht Zijn stem te horen, want Hij wil nog steeds spreken. Open de vensters, Hij wil je verlichten.
Is het licht? Straal jij wat uit? Straal je God uit, Zijn Woord? Lijk je al op je Vader? Stroom je over van je eigenwijsheid, zichtbaar in werken van duisternis, of straalt Gods licht door je leven, zichtbaar in het doén van de waarheid. Leef je op je gevoel, op de tast, of ben je verlicht, heeft God door Zijn Geest nieuw leven in je geblazen, een nieuwe schepping? Ben jij een getuige van Hem? Jij bent het licht niet, maar als kind van het licht, als kind van God, is dit jou doel:
1 Petrus 2:9
Opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.
Stoot je niet aan het Woord, struikel er niet over, maar geloof, want wie gelooft zal niet beschaamd worden. Het zal niet teleurstellen, de tegenstand is het waard!
O, als je verlangd naar het licht, zal God je dovende vlaspit niet uitdoven. Hoe zwak het licht ook schijnt of hoe weinig er ook van over is, God zal het weer aanwakkeren!
Misschien zie je het nog niet zo, het zijn maar woorden. En hoe zit dat dan met al mijn schuld? Hoe gaat die weg als ik in Hem geloof? O, wacht maar tot volgende week. Ik hoop dat je er al glimpjes van kon zien, maar God wilde het nog duidelijker uitroepen, Hij wilde vlees worden.
Alles wat door de profeten was aangekondigd, heeft God gedaan. Het Zijn niet zomaar woorden. Hij heeft gedaan wat Hij beloofde. Hij kwam, God met ons, en heeft het Woord uitgeleefd. Hij openbaarde zich volkomen. Niet alleen in de schepping, niet alleen door profeten die glimpen van Hem zagen maar in Jezus Christus zien we de werkelijkheid van God, Zijn ontzagwekkende wijsheid en Zijn onuitsprekelijke genade voor zondaren die liever de duisternis hebben.
Zing van Hem, met alle vogeltjes die genieten van het morgenlicht.
Probeer je eens voor te stellen hoe je leven er uit zou zien als je nooit iets van God gehoord zou hebben. Je zou niet weten wie dit allemaal gemaakt had, waarom jij gemaakt bent, wat zonde is en hoe heerlijk het Evangelie is.
Je bent er mee opgegroeid, je bent opgevoed in het licht. Getuigen hebben er van getuigd en je hebt het gehoord. Vanuit die onuitputtelijke Bron van wijsheid en intelligentie stroomde het licht tot je, of je het nu begreep of niet, of het nu af en toe verdraaid tot je kwam of niet. Het Woord ging elke dag open, je las het, je hoorde het in de kerk. Je kent de Schriften die wijs kunnen maken tot zaligheid.
Is het gewoon voor je geworden, of misschien erger je je steeds meer aan dit Woord, je struikelt erover omdat het je leven eigenlijk alleen maar lastig maakt. Of groeit je liefde, ren je naar het licht, wil je God leren kennen en Hem aanbidden om Zijn wijsheid en intelligentie. Neem je Zijn Woorden graag aan omdat je overtuigd bent dat het waar is en je klaar bent met je eigen dwaasheid?
Zoals je geboren bent, van nature, haat je het licht omdat het laat zien dat je schuldig staat voor God, dat je leven anders moet. Gods Woord houdt je tegen om te leven zoals je ten diepste wil en daarom zou het eerder een bevrijding voor je zijn als God niet bestond, dan kon je gewoon doen wat je zelf wilde, wat goed voelt. Maar, we hebben vorige keer gezien hoe schadelijk dit is. Het leidt tot de dood, van kleine kinderen, van heilige seksualiteit, maar ook van je ziel, het maakt je leven donker.
Maar luister vanmiddag opnieuw naar Gods getuigenis, luister, vol ontzag als God zelf door Zijn Woord Zijn wijsheid uit wil drukken en aan jou bekend wil maken wie Hij is!
En beef, voor zoveel liefde, laat het niet gewoon zijn als je het Woord opent. Dit is Gods Woord. Dit zijn geen gedachten van mensen. Dit komt voort uit de gedachten van Hem door wie alles is ontstaan, die jouw leven in Zijn almachtige en rechtvaardige hand heeft. Deze woorden stromen uit de Fontein van alle wijsheid en intelligentie.
Het is niet gewoon als we nu Gods Woord horen. Het is een wonder. Het is genade. Het is ontzagwekkend.
Johannes 1:1
In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. 6 Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. 7 Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. 8 Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen. 9 Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht. 10 Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend. 11 Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. 12 Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid. 15 Johannes getuigt van Hem en heeft geroepen: Híj was het van Wie ik zei: Hij Die na mij komt, is vóór mij geworden, want Hij was er eerder dan ik. 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen. 18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.
1. De getuigen van het licht
2. Het getuigenis in de wereld verworpen
3. Het getuigenis door Zijn kinderen aangenomen
Vorige keer dachten we na over de eerste 5 verzen. Hoe het Woord, niet zomaar letters, maar wijsheid en intelligentie, vanaf het begin bij Gods was. Voor dat er iets was was er bij God een Bron van wijsheid (vers 1,2). God zelf was die Bron.
En deze Bron overstroomde (vers 3), Gods sprak, Hij drukte zich uit in de schepping. Alles wat je ziet is daarom geen gevolg van dwaze, betekenisloze evolutie, maar van doordacht en doelgericht scheppingswerk.
En, dat machtige Woord bracht niet alleen de schepping voort, het verlichte ook de mens (vers 4). God zelf stroomde over van wijsheid en blies door Zijn Geest in Genesis Zijn leven in de mens. In tegenstelling tot de rest van de schepping heeft God ons als redelijke, denkende en sprekende schepselen gemaakt.
Maar wat doen we met dat licht, dat leven wat God ons gegeven heeft? We zagen het in vers 5. We wilden onafhankelijk leven van de Bron van alle wijsheid en intelligentie en het werd donker.
De trotse dwaas zegt in zijn boos gemoed: “Daar is geen God”. Zij doven ’t licht der rede.
Misschien net zoals jij vanmorgen. Je sloeg je Bijbel dicht, je was er klaar mee. En in het donker voel je je veel beter. Daar kun je doen wat je wilt.
En zo leefde de mens, eeuwen in het donker. Maar vandaag denken we erover na hoe God mensen stuurt, mensen gebruikt, fakkeldragers, om verloren zielen op te zoeken, die in het donker, tastend op het gevoel de weg proberen te vinden.
1. De getuigen van het licht
Vers 6
Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. 7 Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. 8 Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen.
Door de eeuwen heen had God al veel profeten gestuurd, mensen die namens God spraken. Zoals vogeltjes die de morgen aankondigen, nog voor het zonlicht doorbreekt. Zo spraken deze profeten van het licht, nog voor het doorbrak.
Profeten zijn niets meer dan kleine vogeltjes die de morgen zien. Ze werden ook Zieners genoemd.
1 Samuel 9:9
Vroeger zei iedereen in Israël het volgende als hij God ging raadplegen: Kom, laten wij naar de ziener gaan. Want wat vandaag de dag een profeet genoemd wordt, werd vroeger een ziener genoemd.
De Heere openbaarde iets van Zijn Licht en zo drukten deze profeten Gods wijsheid uit in woorden.
Ze getuigden van de waarheid en er zijn maar weinig profeten die het er levend vanaf hebben gebracht. Ze waren niet geliefd, zeker niet bij hen die de nacht liever hadden dan de dag.
Ze zeiden tegen hen:
Jesaja 30:10
U mág niet zien; tegen de schouwers: U mág niet voor ons schouwen wat waar is. Spreek tot ons vleierijen, schouw bedriegerijen.
Zoals we dat ook vandaag kunnen verwachten.
2 Timotheus 4:3
Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.
Misschien herken je het wel, als je moe bent en nog verder wilt slapen, heb je liever dat het donker is en je ergert je aan al die vogels die ’s morgens zo’n herrie maken. Je wilt gewoon doorslapen.
Zo wilden de mensen liever gewoon doorslapen. Liever in het donker, doen wat ze zelf wilden. En daarom probeerden ze de profeten te doden. Ze wilden het donker houden.
Maar hoe moedig spraken de profeten toch, hoe moedig schenen ze het licht in de duisternis! Hoe trouw verkondigden ze de waarheid terwijl de rest op gevoel wilde leven.
Jakobus 5:10
Mijn broeders, neem tot een voorbeeld van het lijden en van het geduld de profeten, die in de naam van (namens) de Heere gesproken hebben.
Maar niet alleen profeten, iedereen die getuigd van de waarheid, iedereen die in de naam van de Heere spreekt, door de eeuwen heen, heeft te maken gekregen met afwijzing, met weerstand, met boze blikken, en zeker ook met vervolging.
We kunnen dit verwachten, want Jezus zelf heeft dit ook voor Zijn volgelingen voorzegd.
Mattheüs 10:18-22
En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen en de heidenen. 19 Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. 20 Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt. 21 De ene broer zal de andere broer overleveren om gedood te worden, en de vader het kind, en de kinderen zullen tegen de ouders opstaan en hen doden. 22 En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Heb je het licht zo lief, zie je zoveel waarde in de Bron zelf van alle wijsheid en intelligentie? Wil jij spreken, ook als het je leven kan kosten? Wil jij getuigen, ook als het lijden zal meebrengen? Wil jij een vogeltje zijn in de vroege morgen en uit volle borst zingen van het licht? Wil je aankondigen wat komt, hoe vervelend zij die liever doorslapen je ook vinden?
God zend Zijn getuigen in deze wereld, om het licht te schijnen. In een donkere, vijandige omgeving. Om objectieve waarheid te verkondigen in een blinde wereld die op het gevoel de weg probeert te vinden. Hij zond profeten, en nu lezen we hier in vers 6 dat Hij Johannes zond.
Was het alleen Gods doel om zij die de duisternis liefhebben te ergeren? Nee!
Vers 7
Hij kwam tot een getuigenis, opdat allen door hem geloven zouden.
Als God spreekt, als Hij iets op het hart bind om te spreken, dan spreekt Hij met het verlangen dat iedereen Hem gelooft. De Heere wil dat we Hem geloven, dat we Zijn Woord geloven als we het horen. Dat we het licht liefhebben, dat we onze eigenwijsheid, of beter gezegd onze dwaasheid opgeven voor Zijn intelligentie.
En Hij wil daar mensen voor gebruiken. Door hem, door Johannes wil God hen bewegen tot het geloof. God gebruikt mensen als instrumenten in Zijn handen om te spreken. Hij blaast op Johannes en Hij houdt de juiste gaatjes dicht en Johannes maakt geluid, als een trompet. Hij getuigd zodat anderen overtuigd worden. Wij getuigen en de God overtuigd.
Echt, God overtuigd, het is Gods werk, Gods Geest, die mensen overtuigt en overhaalt, maar Hij wil mensen gebruiken als Zijn getuigen!
Vers 8
Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen.
Toen Johannes getuigde van het licht, dachten sommigen dat Hij het licht zelf was.
Lukas 3:17
En toen het volk in afwachting was en allen in hun hart zich ten aanzien van Johannes afvroegen of hij misschien niet de Christus was, 16 antwoordde Johannes allen: Ik doop u wel met water, maar Hij komt Die sterker is dan ik, bij Wie ik niet waard ben de riem van Zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. 17 Zijn wan is in Zijn hand en Hij zal Zijn dorsvloer grondig reinigen en de tarwe in Zijn schuur verzamelen, maar het kaf zal Hij met onuitblusbaar vuur verbranden. 18 Hij gaf ook nog veel andere aansporingen en verkondigde het volk het Evangelie.
Als er daarom iets is wat het getuigenis van een profeet, of van ons als volgelingen van Jezus waardeloos maakt is focus op onszelf. Getuigen van het licht, getuigen van het licht, niet van zichzelf. Sommige predikers zijn voller van zichzelf en hun eigen wijsheid dan van God de Bron van wijsheid.
Een profeet, een getuige van het licht, wijst altijd naar Hem die sterker is, geen grote gedachten van zichzelf, maar enkel het verlangen Hij moet wassen, ik echter minder worden. Ja, Hij wijst op het probleem van de mensen, de duisternis, en het komende oordeel (vers 17), maar ook spoort hij aan, hij dringt naar het licht. Naar de oplossing.
Lukas 3:18
Hij gaf ook nog veel andere aansporingen en verkondigde het volk het Evangelie.
Dat is getuigen van het licht. Zo riep hij het, kijk niet naar mij, maar “Zie het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Hij was gezonden om van het Licht te getuigen, om op Hem te wijzen en op niets en niemand anders!
Vers 9
Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht.
Van Hem moest Johannes getuigen. Van het Woord, het waarachtige, betrouwbare Woord, van de Bron van Gods Wijsheid, wat alles licht maakt.
Vers 4
In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.
Hij getuigde niet van Zijn eigenwijsheid, Hij sprak Gods Woord, betrouwbare woorden geput uit de Bron waaruit het hele universum is ontstaan.
Dit zijn de getuigen. Terwijl de schepping het bestaan van de Schepper verkondigd uit wie alles wat je ziet is voortgekomen, wilde God door zieners en profeten spreken en Zichzelf bekendmaken. Ze spraken, gezonden door God, wat ze van Hem hoorden en zagen, niet van zichzelf. Wat het ook koste.
Maar het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen, gegrepen. Het werd afgewezen.
2. Het getuigenis in de wereld verworpen
Vers 10
Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend.
Al vanaf de schepping, sprak God door Zijn profeten en het Woord ging de wereld door. Maar ze herkenden Hem niet. Ze hoorden het aan, maar gehoorzaamden het niet. Ze luisterden, maar wilden de waarheid niet. Ze wilden door op hun gevoel, hun eigenwijsheid liever dan Gods waarachtige licht. Het licht wat waar te achten is boven alles van deze wereld.
Vers 11
Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.
Eigenlijk was dit steeds het refrein. God sprak door Zijn schepping tot Zijn schepselen, maar zij vervingen de heerlijkheid van de onvergankelijke God voor beelden. Ze verwierpen God en Zijn Wijsheid voor eigenwijsheid.
Hij kwam, door Zijn profeten, tot het volk wat Hij uitgekozen had. Steeds weer sprak Hij.
Hij liet zien wie Hij is:
Exodus 34:6-7
Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, 7 Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt.
Hij liet zien wat Hij van ons verlangde.
Leviticus 20:7
Heilig uzelf en wees heilig, want Ik ben de HEERE, uw God.
En met beloften maakte Hij de toekomst licht.
Habakuk 2:14
Want de aarde zal vol worden met de kennis van de heerlijkheid van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Maar, ook hier weer het refrein, ze verwierpen niet alleen de profeten, ze verwierpen vooral God zelf.
Maar Mijn volk wou niet
Naar Mijn stemme horen;
Israël verliet
Mij en Mijn geboôn;
’t Heeft zich and’re goôn,
Naar zijn lust, verkoren.
Besef dit, dat als je van Hem getuigd en ze je getuigenis verwerpen, ze niet alleen jouw verwerpen, maar meer nog God zelf die door je spreekt. Het is afgoderij. God vervangen voor jezelf. Zijn wijsheid voor jouw wijsheid.
Mijn wijsheid mag je verwerpen, je mag er om lachen, je mag het bespotten. Maar als ik vanmiddag iets doorgeef wat God zelf gesproken heeft, verwerp het dan niet. Verwerp Hem dan niet.
Als ik de lijn van de tekst volg, geloof ik dat Johannes hier nog niet spreekt over het vleesgeworden Woord. Hij komt over twee verzen, daarover denken we bij kerst. Hier gaat het over het Woord wat door de profeten en al laatste door Johannes tot Gods schepselen kwam, maar een groot deel verwierp het Woord, het licht.
En dit is wat Jezus hierover zegt:
Lukas 11:49-52
Ik zal profeten en apostelen naar hen toe zenden, en van hen zullen zij sommigen doden en anderen vervolgen, 50 opdat van dit geslacht afgeëist wordt het bloed van alle profeten dat van de grondlegging van de wereld af vergoten is, 51 van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharia, die omgebracht is tussen het altaar en het huis van God. Ja, Ik zeg u, het zal afgeëist worden van dit geslacht. 52 Wee u, wetgeleerden, want u hebt de sleutel van de kennis weggenomen. Zelf bent u niet binnengegaan en u hebt hen die binnengingen, tegengehouden.
God scheen het licht door trouwe profeten, maar ze wilden het licht niet, ze verwierpen de sleutel van de kennis.
O, wat een ernstig woord is dit. Deze wetgeleerden, deze theologen, deze leiders verwerpen het licht van God, maar zo houden ze ook anderen tegen.
Ze slepen het hele volk mee in de duisternis. Wat een verantwoordelijkheid van hen die het licht hebben ontvangen. O, als jij het Woord hebt, als jij Gods Woord kent, verwerp het niet zodat je én zelf verloren gaat, maar ook zoveel anderen tegenhoudt om binnen te gaan. Jouw leven staat niet op zichzelf, het verlicht of het verduistert anderen.
Wat is mijn getuigenis? Wat doe ik met de kennis die de Heere mij gegeven heeft?
Wil je liever de duisternis, gooi je de sleutel van de kennis weg om in het donker door te kunnen zondigen? Wil je liever onwetend zijn, wil je kunnen zeggen. “O sorry, ik wist het niet? Gelukkig is God genadig?”
Johannes 3:19
En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. 20 Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet ontmaskerd worden. 21 Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat zij in God gedaan zijn.
De duisternis, de nacht is veilig als je wilt doen wat je zelf wilt.
O kom tot het licht, onderzoek het licht, als je de waarheid liefhebt en God wilt kennen. Gooi de sleutel van kennis niet weg, maar open die vensters van Gods Woord en laat Gods licht binnenvallen, laat het schijnen op je hart. En getuig vrijmoedig, of ze je nu aanvallen of niet, of ze het nu aannemen of niet. Let er op, wees waakzaam dat de je de sleutel van de kennis niet wegneemt, laat het venster niet dicht. En wees waakzaam dat je anderen niet tegenhoudt om de waarheid te kennen, want als instrument in Gods handen, als getuige van het licht, zal God zielen redden!
Zijn getuigenis zal door Zijn kinderen aangenomen worden!
3. Het getuigenis door Zijn kinderen aangenomen
Vers 12
Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.
Wat een onvoorstelbare belofte. Het licht brengt zegen, zoals de stralen van de zon de aarde verwarmen en leven geven. Wie Hem aannemen mogen kinderen zijn van de Bron van alle wijsheid.
Hem is nog steeds het Woord wat er in het begin was, het Woord wat bij God was en het Woord wat God was. Het Woord wat het leven is en het Woord wat het licht van de mensen is.
Dat Woord, dat licht werd door sommigen verworpen, door de meesten. Maar het werd ook door anderen hongerig ontvangen en zij worden kinderen van het licht.
Zoals we vorige keer lazen.
Psalm 119:103-105
Hoe zoet zijn Uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. 104 Door Uw bevelen krijg ik inzicht, daarom haat ik elk leugenpad. 105 Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Gods licht werd niet overal verworpen. David verlangde ernaar om de God die alles gemaakt had te kennen en Hij genoot van elk Woord. Hij ontving het zaad van het Woord in vruchtbare grond.
Hij wilde niet zijn eigen wijsheid, maar zag dat wat God zei zoveel beter was, leven, licht, honing voor zijn ziel.
Verlang jij zo naar Gods Woord? Verlang jij God te kennen? Verlang jij Hem te zien? Verlang jij van Hem te leren, roep je het uit: “Heere, mijn leven is donker zonder U, zondig, maar ik wil mij niet verstoppen, schijn met Uw licht in mijn hart, breng alles aan het licht want ik wil leven zoals U het wilt, ik wil U zien zoals U bent, ik wil de werkelijkheid zien zoals die is. Ik wil U kennen!”
Als je dit niet verlangd, denk dan aan die duisternis, wil je dat echt? Het eindigt in het graf waar het altijd donker zal zijn. Kom in het licht, open de vensters! God is veel heerlijker! De dag is beter dan de nacht, luister naar de vogels en zing met hen mee!
Vers 12
…allen die Hem aangenomen hebben…
Dan nu de vraag hoe neem je Hem aan? En mag je het zomaar aannemen?
We zeggen, “Neem het nu maar van mij aan.” Dat is niet zo indrukwekkend. Wie ben ik dat je iets van mij moet aannemen? Daarom is het ook niet zoveel waard waard als ik zou zeggen, “Ja, maar die dominee zegt het.” Voor elke dwaalleer is er wel een dominee, oftewel elke ketter heeft zijn letter. Maar wat als God het zegt? Wat als God door Zijn Woord tot je komt? Dan zeg ik: “Neem het nu maar van Hem aan.”
Ook Paulus roept ertoe op om het Woord aan te nemen.
1 Timotheüs 1:15
Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben.
Gods Woord zegt het, dus ik zeg het. Laat dit licht in je hart schijnen. Ontvang deze waarheid, omhels deze waarheid. Jezus kwam, we horen dat volgende week. Maar nu al een voorproefje. Jezus Christus is in deze wereld gekomen. Het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond, God zelf kwam tot ons om zondaars zalig te maken. Om zondaren te trekken uit de duisternis naar Zijn wonderbaar licht.
Neem dat nu maar van Hem aan! God liegt niet als Hij dat zegt. Ja, satan liegt als Hij zegt dat je hieraan moet twijfelen, Hij wil je in het donker houden, waar hij je zijn werken wil laten doen, onvruchtbare werken van de duisternis. Maar neem zijn leugens niet aan, neem Gods Woord aan.
En Johannes zelf verduidelijkt dit aannemen nog.
Vers 12
…namelijk die in Zijn Naam geloven.
Wat is aannemen? Geloven! Geloven in Zijn Naam. De enige naam die we in deze context zien is het Woord. Maar in het Woord heeft God zich zelf met veel namen geopenbaard die iets van Hem laten zien. Geloof daarom het Woord, wat Zijn naam openbaart en Zijn karakter verklaard. Geloof God als Hij spreekt, geloof wat Hij zegt, niet zoals de duivelen, die ook geloven en beven, maar stel je vertrouwen op het Woord. Hij spreekt enkel waarheid, geef je er aan over. Hij is een God die niet liegen kan, geloof daarom Zijn heil en troostrijk Woord.
Dat bewijst dat je uit God geboren bent, het maakt niet uit wie je ouders zijn, of ze nu Joods zijn of Grieks, of ze nu God kennen of niet. De wil van het vlees helpt je niets dichter naar God. Maar als je gelooft, als je Zijn Woord aanneemt, heeft God iets gedaan in jou en mag je zeker weten dat je Zijn kind bent.
Wat een voorrecht, broeders en zusters. Dat is wat er staat, God heeft ons de macht gegeven, oftewel het recht om Zijn kind te worden. Herstelt zoals Hij het bedoeld had toen Hij Adam Zijn levensgeest inblies en verlichtte, om God te kennen als redelijke schepselen, niet gedreven door gevoel, op de tast, maar door het kennen van God zelf.
We waren kinderen van onze vader de duivel, de vader van de leugen. Maar enkel uit genade openbaarde Hij zich door Zijn Woord, je werd overtuigd, je gelooft en daarom ben je nu een kind van God.
Efeze 5:8
Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht
O je bent een kind van Hem die de fontein is van alle wijsheid, dan zal Hij je heerlijke dingen leren.
Je bent een kind van Hem die het licht is, dan zul je niet in duisternis wandelen.
Je bent een kind van Hem die het leven is, en daarom zul je leven, tot in alle eeuwigheid.
Je bent een kind van het Woord, door het onvergankelijke zaad van het Woord ben je opnieuw geboren (1 Petrus 1:23), open daarom het Woord, leer God kennen, verwacht Zijn stem te horen, want Hij wil nog steeds spreken. Open de vensters, Hij wil je verlichten.
Is het licht? Straal jij wat uit? Straal je God uit, Zijn Woord? Lijk je al op je Vader? Stroom je over van je eigenwijsheid, zichtbaar in werken van duisternis, of straalt Gods licht door je leven, zichtbaar in het doén van de waarheid. Leef je op je gevoel, op de tast, of ben je verlicht, heeft God door Zijn Geest nieuw leven in je geblazen, een nieuwe schepping? Ben jij een getuige van Hem? Jij bent het licht niet, maar als kind van het licht, als kind van God, is dit jou doel:
1 Petrus 2:9
Opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.
Stoot je niet aan het Woord, struikel er niet over, maar geloof, want wie gelooft zal niet beschaamd worden. Het zal niet teleurstellen, de tegenstand is het waard!
O, als je verlangd naar het licht, zal God je dovende vlaspit niet uitdoven. Hoe zwak het licht ook schijnt of hoe weinig er ook van over is, God zal het weer aanwakkeren!
Misschien zie je het nog niet zo, het zijn maar woorden. En hoe zit dat dan met al mijn schuld? Hoe gaat die weg als ik in Hem geloof? O, wacht maar tot volgende week. Ik hoop dat je er al glimpjes van kon zien, maar God wilde het nog duidelijker uitroepen, Hij wilde vlees worden.
Alles wat door de profeten was aangekondigd, heeft God gedaan. Het Zijn niet zomaar woorden. Hij heeft gedaan wat Hij beloofde. Hij kwam, God met ons, en heeft het Woord uitgeleefd. Hij openbaarde zich volkomen. Niet alleen in de schepping, niet alleen door profeten die glimpen van Hem zagen maar in Jezus Christus zien we de werkelijkheid van God, Zijn ontzagwekkende wijsheid en Zijn onuitsprekelijke genade voor zondaren die liever de duisternis hebben.
Zing van Hem, met alle vogeltjes die genieten van het morgenlicht.
Deze preek is gehouden op 17 december 2023 in De Levensboom in Ovezande.