Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is. 18 En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart, en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de naam van onze Heere Jezus Christus. (Efeze 5:17-20)
“De Christelijke Kerk is zingend geboren.” Dit zijn de woorden van Ralph Martin in zijn boek genaamd Aanbidding in de Vroegere Kerk (London: Marshall, Morgan and Scott, 1964, blz. 39). We zijn zingende mensen. En daar is een reden voor. De werkelijkheid van God, Christus, de schepping, verlossing, de hemel en de hel zijn te groot om er alleen maar van te spreken. Er moet ook over gezongen worden. Dit betekend dat de werkelijkheid van God en zijn werk niet alleen zo groot zijn dat we er echt over nadenken maar dat we het ook naar behoren voelen. Werkelijk nadenken en werkelijk naar behoren voelen – dat wil zeggen, voelen met de soort, diepte en intensiteit van de emotie die past bij de realiteit die werkelijk gekend wordt.
Als we werkelijk nadenken maar niet naar behoren voelen geven we God in het beste geval maar de helft van Zijn eer die Hem toekomt. En als we sterk voelen (ik zeg niet “naar behoren”, omdat ik denk dat het onmogelijk is om naar behoren te voelen zonder na te denken) – als we sterk voelen maar niet echt nadenken geven we Hem nog minder dan de helft van de eer die Hem toekomt.
Jonathan Edwards, die Gods werkelijkheid kende met zijn hoofd en die ook hartstochtelijk voelde in de liefde van zijn hart, had gelijk toen hij zei:
God verheerlijkt Zichzelf richting Zijn schepselen ook op twee manieren:
1. Door te verschijnen aan… hun verstand (begrip).
2. Door Zichzelf aan hun harten bekend te maken, in hun vreugde en genoegen in Hem, en door het genieten van de manifestaties die Hij van Zichzelf maakt… God wordt niet alleen verheerlijkt als Zijn heerlijkheid gezien wordt, maar ook wanneer men zich in die heerlijkheid verblijdt. God is dan meer verheerlijkt dan wanneer we het alleen maar zien. Zijn heerlijkheid wordt vervolgens door de hele ziel ontvangen, zowel door het hart als door het verstand.
Wanneer je dit ziet – dat het werk van het hart (emotie) net zo belangrijk is voor het reflecteren van Gods heerlijkheid als het werk van het hoofd (begrip), dan zul je zien waarom muziek en zang zo belangrijk zijn voor de Christelijke aanbidding. De reden dat we zingen is omdat er diepten, hoogten, intensiteit en soorten van emotie in zitten die niet genoeg uitgedrukt worden door alleen prozaïsche vormen en zelfs niet in poëtische lezingen. Er zijn werkelijkheden die erom vragen vanuit proza uit te breken in poëzie, en soms vraagt poëzie erom om uitgerekt te worden in zang.
Dus muziek en zang zijn nodig voor het Christelijk geloof en de aanbidding, om het simpele feit dat de realiteit van God, Christus, de schepping, verlossing, hemel en hel zo groot zijn dat, wanneer we dit werkelijk begrijpen en naar behoren voelen, ze meer vragen dan een bespreking, een analyse of een beschrijving; ze eisen poëzie, zang en muziek. Zingen is de Christelijke manier om te zeggen: God is zo groot dat begrijpen niet genoeg zal zijn, er moet een diep gevoel bij zijn, en spreken is niet genoeg, er moet gezongen worden.
Dus dit is wat we vanmorgen gaan doen, we nemen deze enkele verzen uit Efeze 5:17-20 maken zes korte opmerkingen over zingen in gezamenlijke aanbidding, dat is waar de tekst over gaat. Over elk van deze zes punten kunnen we een uur doen om ze uit een te zetten maar ik wil ze alleen noemen als schets voor de fundamentele theologie van muziek in aanbidding. Ik hoop dat je ze neemt en vult met meer Bijbel en meer ervaring zodat ze werkelijkheid worden hier.
Zingen hoort een uiting te zijn van vervulling met de Heilige Geest
De verzen 18 en 19: “En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart.” Je ziet dat zingen een gevolg is van vervulling met de Heilige Geest. Je ziet dat Christelijk zingen niet natuurlijk is maar bovennatuurlijk. De Heilige Geest is God. Hij is bovennatuurlijk. Hij komt en vult Zijn volk en beweegt hen om op bepaalde manieren te handelen.
Het zingen over Christelijke dingen en in een Christelijke omgeving is de Heere niet direct welgevallig. Herinner je Amos 5:23-24: “Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg, en het getokkel van uw luiten kan Ik niet aanhoren! Laat het recht stromen als water, de gerechtigheid als een altijd stromende beek.” Er is religieuze zang die beledigend is voor de Heere, namelijk, zingen wat niet het werk is van Zijn Heilige Geest samen met Zijn andere vruchten.
Je krijgt een glimp van wat het is om vervuld te zijn met de Heilige Geest door de vergelijking met dronken zijn in vers 18: “En word niet dronken van wijn… maar word vervuld met de Geest.“ Dronken worden van wijn betekent gestuurd worden door de wijn. Het maakt zich meester over je en zorgt dat je dingen op een bepaalde manier voelt en op een bepaalde manier handelt. Zo betekent vervuld zijn met de Heilige Geest dat we gestuurd worden door de Heilige Geest, zodat we op een bepaalde manier handelen en voelen, in dit geval in het zingen — een bepaalde manier van zingen, zoals we straks zullen zien.
Hoe worden wij vervuld met de Heilige Geest? Het antwoord op die vraag ligt in het antwoord op de vraag: Hoe wordt je dronken van wijn? Het antwoord is: door er veel van te drinken. Zo is het met de Heilige Geest. Ik heb nu geen tijd om er dieper op in te gaan maar ik geloof dat 1 Korinthe 2:12-16, Romeinen 8:4-8 en Galaten 3:5 laten zien dat de belangrijkste manier om de Geest te drinken is door de Bijbel te lezen, erop te mediteren en te geloven dat het de adem van de Heilige Geest is. Dit is waarom, in Handelingen, wanneer de mensen vervult worden met de Geest, overlopen met Gods Woord (Handelingen 2:4, 11; 4:8, 31; 9:17, 20; Kolossenzen 3:16)
Dus Christelijk zingen in gezamenlijke aanbidding is een uiting van het vervuld zijn met de Heilige Geest. Dat was het eerste wat ik erover wilde zeggen.
Zingen hoor je met je hart te doen
Vers 19b: “en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart.” Het tegenovergestelde zou het zingen en loven met onze mond zijn of welke andere wilskracht er nodig is om je mond te laten bewegen. Maar “in uw hart” betekent dat je het meent en voelt.
Met andere woorden, zoals we nu al een aantal weken zien, bestaat de Christelijke aanbidding of eredienst niet uit zomaar liturgische handelingen – of enige andere vorm – maar het bestaat uit een innerlijk, authentieke waardering van God in het hart.
Laat me hier opmerken dat dit niet betekent dat aanbidding alleen authentiek is als roodgloeiend zijn voor God. Het kan ook betekenen dat we niet roodgloeiend zijn maar in het hart een verlangen voelen naar de passie die je eens kende of dat je er meer van wilt weten. Dat verlangen, naar God, is ook aanbidding. Of het kan betekenen dat er wroeging is omdat zelfs het verlangen weg is en dat je nauwelijks iets anders kunt voelen dan verdriet omdat je niet voelt wat je zou moeten voelen. Die wroeging, aangeboden aan God, is ook aanbidding. Het zegt tegen God dat Hij je enige hoop is voor wat je nodig hebt. Dus heb geen alles-of-niets-houding tegenover aanbidding. Het hart kan echt zijn ook al is het niet ontstoken in ijver zoals het hoort te zijn – en zoals het hoort is het nooit in dit leven.
Zingen hoor je “voor de Heere” te doen
Vers 19: “en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere.” Nu weten we dat het vers begint met “spreek onder elkaar…” maar daar hebben we het straks over. Opvallend is dat ze allebei waar zijn en ze zijn waar in hetzelfde vers in hetzelfde zingen: zing voor elkaar en voor de Heere.
“Voor de Heere” betekent dat God of Christus in de aanbidding centraal staat (de “Heere” is Jezus, maar in vers 20 zien we dat God de Vader voortdurend gedankt wordt in de naam van de Heere Jezus). God staat niet alleen centraal op de manier dat alles in de eredienst betrekking heeft op God maar ook dat alles in de eredienst voor God gedaan wordt – in de tegenwoordigheid van God, met in gedachten dat God het ziet en hoort met het verlangen dat Hij wat Hij hoort goedkeurt en zich er over verheugd.
Wanneer je zingt, of het nu direct is (“O God U bent mijn schild…”) of indirect is (“Een vaste burcht is onze God…”), zing met de gedachte dat Jezus en de Vader ook echt luisteren.
En zeker, dit zal ons aanmoedigen om in de tweede persoon te zingen in plaats van in de derde persoon (“U” in plaats van “Hij”). “Groot is Uw trouw…”, “Heilig Heilig Heilig! Heer God Almachtig! Vroeg in de morgen wordt U mijn zang gewijd.”, “Kom, Gij bron van alle zegen, stem mijn hart om Uw lof te zingen.”, “U Bent Heer.”, “U heb ik lief.” We zouden in Zijn tegenwoordigheid moeten willen blijven en spreken tot de Heere over wat we voelen in reactie op wie Hij is, wat Hij gedaan heeft en wat Hij belooft te doen. Dat is wat “voor de Heere” betekent in vers 19b. Aanbidding is fundamenteel richting God, niet op de mens gericht.
Deze drie hebben een krachtige invloed op de manier waarop wij God aanbidden: Gedreven door de Geest, oprecht en gericht tot God. Dit is geen tijd voor kleinigheden, een grapjes, onozelheid of oppervlakkigheid. Aanbidding komt van een wortel diep in God, en is bedoelt om diep in ons hart te wortelen. Aanbidding richt zich zo meedogenloos op God zelf dat het een ernstig vreugdevolle (of vreugdevol ernstige) aangelegenheid moet zijn.
Zingen moet ondersteunt worden door diepe en Bijbelse theologie van Gods soevereine goedheid
Waarom zeg ik dit? Omdat Paulus in vers 20 zegt: “en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de naam van onze Heere Jezus Christus.” Om te danken voor alle dingen lijkt een schandalig idee, tenzij je een diepe en Bijbelse theologie hebt van Gods soevereine goedheid. Ik noem deze theologie diep omdat het oppervlakkige conclusies zoals de loof-God-hoe-dan-ook benadering van pijn voorkomt. Paulus zei, “huil met hen die huilen.” (Romeinen 12:15). Hij zei, “Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede.” (Romeinen 12:9).
Hoe het ook is om God te danken voor vreselijke omstandigheden van ziekte, verlorenheid of zondigheid, we danken Hem in ieder geval niet op dezelfde manier als voor genezing, verlossing of heiligheid. Toch is er, zoals deze tekst laat zien, een manier om in alle dingen de hand van God te zien bewegen voor de glorie van Zijn naam en het goede van Zijn volk. En wat wij nodig hebben is theologie die diep en Bijbels genoeg is zodat we (in gebed, sociaal werk en evangelisatie) het kwaad van deze wereld kunnen haten, het kunnen verwerpen en ons er tegen kunnen verzetten. En dat er in het haten, het verwerpen, het verzetten en het geduldig verdagen van deze dingen ook nog grond is om te danken (Romeinen 8:28; Genesis 50:20).
Ik zei dat ons zingen deze diepe en Bijbelse theologie nodig heeft omdat deze tekst over zingen ons oproept om zo te danken, en ook omdat er geen week voorbijgaat in de kerk waarin er niet iemand is die te maken heeft met verschrikkelijke en pijnlijke dingen. Er is een diepe manier om God te aanbidden met de mensen die kalm hun lasten dragen. Een manier die hen kalm leidt naar de algenoegzame God die voor hen, in hen en door dit alles werkt.
Dit te begrijpen en te geloven zorgt voor de grootste samenzang – dit is waarom “It is Well with my Soul” ons favoriete lied is.
Zingen hoor je samen te doen
Vers 19: “en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere.” Dit is een van de duidelijkste opdrachten voor gezamenlijke aanbidding in het Nieuwe Testament. Je kunt dit niet in eenzaamheid gehoorzamen. God roept ons op om zingend tot elkaar te spreken.
Dit heeft minstens drie implicaties voor ons. Eén daarvan is dat we samen moeten komen — als gemeente en in kleine groepen — om te zingen. We moeten zingen in elkaars bijzijn en we moeten door elkaar gehoord worden. De tweede implicatie is dat het gerechtvaardigd is dat veel grote hymns en nieuwere aanbiddingsliederen zich niet tot God maar tot elkaar richten. “O Worship the King,” “All Hail the Power of Jesus’ Name,” “Crown Him with Many Crowns,” “Majesty, Worship His Majesty.”
De derde implicatie is dat het gebruik van solo’s, muziekgroepen als een aanbiddingsteam of een koor deel kan uit maken van het zingend spreken tot elkaar. Als het goed is om zingend tot elkaar te spreken en we doen dat op een God-gerichte manier, dan hoeven we het niet allemaal tegelijkertijd te doen, ook al denk ik dat de samenzang het bepalende geluid moet zijn van de aanbidding. Een koor kan een woord tot ons spreken in een lied vanuit het hart, vervuld met de Geest, met het oog op Gods aanwezigheid en ondersteunt door een diepe, Bijbelse theologie van Gods soevereine goedheid. En wij kunnen dat horen en beamen tot Gods eer.
In 1 Korinthe 14:15-16 zegt Paulus, “Ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen. Want anders, als u dankzegt met uw geest, hoe zal hij die de plaats inneemt van de niet-ingewijde, amen zeggen op uw dankzegging, wanneer hij niet weet wat u zegt?” Met andere woorden, God wil dat we elkaars gebed en zingen horen, zodat er een gezamenlijke instemmend op gereageerd kan worden – “Amen.”
Er zijn redenen voor deze gezamenlijke dimensie om te aanbidden. Het samenzijn en het zingen met elkaar, en niet alleen, versterkt onze emoties voor God, het communiceert ons getuigenis van God en het verenigd ons gezamenlijke leven met God (Romeinen 15:6).
Zingen varieert in vorm
Vers 19: “en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere.”
Verwijzend naar de woorden “psalmen, lofzangen en geestelijke liederen” zegt Ralph Martin,
Het is moeilijk om een strikt onderscheid te maken tussen deze termen; en moderne geleerden zijn het er over eens dat de verschillende termen losjes worden gebruikt om verschillende vormen van muzikale compositie te dekken. “Psalmen” kan verwijzen naar de Christelijke odes die gebaseerd worden op de Oud Testamentische Psalmen. “lofzangen” zouden langere composities zijn en er zijn aanwijzingen dat er exemplaren van deze lofzangen in het Nieuwe Testament zelf staan. “Geestelijke liederen” verwijzen naar flarden van spontane lof die, geïnspireerd door de Heilige Geest, op de lippen van een opgetogen aanbidder komen, zoals 1 Korinthe 14:15 impliceert. (p. 47)
Er is reden voor verschillende soorten muziek. De belangrijkste reden daarvoor is dat God zelf oneindig variërend is in Zijn schoonheid en Hij komt tot ons op diepe en heerlijk verschillende manieren. Als je God ervaart in de dood van je vier dochters en je vrouw, in het zinken van een schip, dan schrijf je “It Is Well with My Soul.” Als je overweldigd wordt door de waarheid van de menswording van God tijdens Kerst schrijf je, “Joy to the World.” Als God je eenvoudig en rustig ontmoet door je gebed in de binnenkamer, dan schrijf je, “Father, I adore you, lay my life before you…” Als u overweldigd bent door het wonder dat je gered bent schrijf je, “Amazing grace! How sweet the sound…” Als de plaatselijke zondagsschool meester er naar verlangd om de studenten diepgaande zaken op en eenvoudige manier te leren schrijf je, “Jesus loves me, this I know, for the Bible tells me so…”
God ontmoet ons op hoge heilige manieren. Hij ontmoet ons in nederige en zachtmoedige manieren. Hij ontmoet ons op donderend glorieuze manieren; Hij ontmoet ons op rustige intieme manieren. Hij ontmoet ons op complexe manieren en op eenvoudige manieren, woedende manieren en barmhartige manieren. Er zijn aspecten van Gods karakter en Zijn relatie tot ons, die alleen uitgedrukt kunnen worden in hoogwaardige en fijne uitingen van muziek zoals de Messiah van Händel, en er zijn aspecten van Gods karakter en Zijn relatie tot ons die alleen uitgedrukt kunnen worden in een meer voorkomende volks-achtige muzieksoorten als “Amazing Grace,” “Just a Closer Walk with Thee,” en “The B.I.B.L.E.”
Conclusie – Bid voor je aanbiddingsleiders
Mijn pastorale vermaning voor deze week is dat we de Heere ernstig moeten zoeken in al deze dingen, dat we Hem dieper gaan begrijpen en dat we de gezamenlijke aanbidding elke week dieper ervaren. Bid voor elkaar en bid voor hen die hier zorg voor dragen. Bid:
- dat we gevuld worden met de Geest.
- dat onze aanbidding uit het hart komt.
- dat we radicaal God-gericht zijn en Hem centraal zetten.
- dat alles ondersteund wordt met een diepe, Bijbelse theologie van Gods soevereine goedheid.
- dat er manieren komen die ons helpen tot elkaar te spreken met psalmen, lofzangen, en geestelijke liederen.
- dat we de verscheidenheid in muziek en zang zullen omarmen die nuttig is voor deze culturele setting en voor God.