Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen. (Lukas 13:24)

Lees verder Lukas 12:15—21.


Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen. (Lukas 13:24)

Lees verder Lukas 12:15—21.


Het verbaasd me niets dat zoveel mensen bedrogen zijn als ik zie hoe onzorgvuldig ze met het dienen van God omgaan. Met hun bezittingen zijn ze erg voorzichtig. Ze betalen iemand om een eigendomsakte van driehonderd jaar oud te onderzoeken.

Voor commerciële afspraken zullen ze zich overal heen haasten, ze handelen niet met veronderstellingen, ook proberen ze geen grote risico’s te lopen. Maar hun ziel, hun arme ziel, ze spelen ermee als met speelgoed, ze verachten het als waardeloos stof.

Twee, drie minuten in de morgen als ze net uit bed gerold zijn, twee, drie enkele minuten als ze ’s avonds bijna in slaap vallen. Ze geven de gerafelde uiteinden van de dag aan hun ziel en het beste aan hun lichaam!

En dan is het zondag. Hoe onzorgvuldig wordt deze dag door veel mensen besteedt. Met wat een onverschilligheid luisteren je oren naar de prediking van het Woord. Het is weer het oude liedje voor je, je hebt het al zo vaak gehoord. De hemel is maar een kleinigheid voor je geworden, de hel is gekheid, de eeuwigheid een idee en de dood is maar een spookbeeld.

O, het is een wonder dat er niet meer bedrogen worden. Het is een wonder dat sommigen de poort vinden, dat sommigen het eeuwige leven ontdekken terwijl we zo dom, dwaas en krankzinnig zijn. We behandelen dat, waarmee we verschrikkelijk voorzichtig moeten zijn, alsof het iets kleins is. We spelen daarmee als met speelgoed, terwijl ons hele hart te klein is voor zulk vreselijk werk met eeuwig gewicht.

God, help ons — want we zijn zo makkelijk bedrogen — om te zoeken, te waken en te beproeven zodat we uiteindelijk niet als verworpenen gevonden worden.

Het verbaasd me niets dat zoveel mensen bedrogen zijn als ik zie hoe onzorgvuldig ze met het dienen van God omgaan. Met hun bezittingen zijn ze erg voorzichtig. Ze betalen iemand om een eigendomsakte van driehonderd jaar oud te onderzoeken.

Voor commerciële afspraken zullen ze zich overal heen haasten, ze handelen niet met veronderstellingen, ook proberen ze geen grote risico’s te lopen. Maar hun ziel, hun arme ziel, ze spelen ermee als met speelgoed, ze verachten het als waardeloos stof.

Twee, drie minuten in de morgen als ze net uit bed gerold zijn, twee, drie enkele minuten als ze ’s avonds bijna in slaap vallen. Ze geven de gerafelde uiteinden van de dag aan hun ziel en het beste aan hun lichaam!

En dan is het zondag. Hoe onzorgvuldig wordt deze dag door veel mensen besteedt. Met wat een onverschilligheid luisteren je oren naar de prediking van het Woord. Het is weer het oude liedje voor je, je hebt het al zo vaak gehoord. De hemel is maar een kleinigheid voor je geworden, de hel is gekheid, de eeuwigheid een idee en de dood is maar een spookbeeld.

O, het is een wonder dat er niet meer bedrogen worden. Het is een wonder dat sommigen de poort vinden, dat sommigen het eeuwige leven ontdekken terwijl we zo dom, dwaas en krankzinnig zijn. We behandelen dat, waarmee we verschrikkelijk voorzichtig moeten zijn, alsof het iets kleins is. We spelen daarmee als met speelgoed, terwijl ons hele hart te klein is voor zulk vreselijk werk met eeuwig gewicht.

God, help ons — want we zijn zo makkelijk bedrogen — om te zoeken, te waken en te beproeven zodat we uiteindelijk niet als verworpenen gevonden worden.

Ter overdenking

Mensen willen bedrogen worden. Satan hoeft ons niet te bedriegen als we zijn dwaze werk doen door onszelf te bedriegen. Pas op voor illusies van wijsheid (1 Korinthe 3:18), zelfvoldoening (Galaten 6:3), het horen van Gods Woord zonder het uit te voeren (Jacobus 1:22), een losse tong (Jacobus 1:26) en de beweringen van zondeloosheid (1 Johannes 1:8). Dit zijn de paden van zelfbedrog.

Preek 475, 19 oktober 1862

Beschikbaar gesteld door Day One


Ter overdenking

Mensen willen bedrogen worden. Satan hoeft ons niet te bedriegen als we zijn dwaze werk doen door onszelf te bedriegen. Pas op voor illusies van wijsheid (1 Korinthe 3:18), zelfvoldoening (Galaten 6:3), het horen van Gods Woord zonder het uit te voeren (Jacobus 1:22), een losse tong (Jacobus 1:26) en de beweringen van zondeloosheid (1 Johannes 1:8). Dit zijn de paden van zelfbedrog.

Preek 475, 19 oktober 1862

Beschikbaar gesteld door Day One