Als Gods Woord, het getuigenis van Christus’ discipelen je deze afgelopen weken overtuigd heeft, dan is God in het verborgene in je aan het werk, dat hebben we vorige week gezien. Maar wat God doet is niet aan ons, hoe meer je je overgeeft aan Hem, hoe meer je zult zien dat juist het werk van God er voor zorgt dat je zult doen wat Hij je opdraagt. Hij werkt zowel het willen als het werken. (Filippenzen 2:12-13)

Zo kan wat God moet doen nooit een belemmering zijn om Christus’ Woord aan te nemen, je af te keren van je zonden en je over te geven aan Christus om Hem te volgen in nieuwe gehoorzaamheid. Gehoorzaam Hem en verwonder je over Zijn werk wat in jou tot uitdrukking komt.

Maar zoals de tegenstander je tegen kan houden door je de heerlijke waarheden voor te houden van Gods soevereiniteit, kan hij je ook de woorden van de Heere Jezus voorhouden om je af te schrikken. Want het volgen van de Heere Jezus is niet aantrekkelijk voor je vlees. De weg terug naar de vaargeul die naar de veilige haven leidt, is niet gemakkelijk, stormen en strijd wachten daar. Maar, wat is beter? Te leven in duisternis en met wat plezier en zonde verloren gaan, of hier te sterven aan de zonde en te leven in de wetenschap dat de Heere Jezus bij je is in de stormen en de strijd? O, Hij is degene die macht heeft over de wind en de golven (Markus 4:41), Hij kan je veilig in de haven brengen!

En Hij hoort je in de storm, zelf als Hij lijkt te slapen. Daarom is dit het eerste wat Hij je als discipel wil leren. Hij hoort je als je tot Hem roept. Als je noodsignalen uitzendt vanaf je schip, ziet Hij ze en komt Hij je te hulp. Je mag zo naar de Stuurman toe om hem alles te vragen wat je nodig hebt, Hij zal het je geven. Het gedeelte uit Mattheüs 7 is dan ook geen belemmering om tot Christus te komen. Het is een belofte voor Zijn discipelen. Het bidden waartoe Hij oproept, zál verhoord worden, steeds weer.

“Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden.” (Mattheüs 7:7-8)

De Heere hoort geen zondaren

Misschien bid je al je hele leven, je zoekt, je klopt, je vraagt om een nieuw hart, geloof, bekering. Maar het lijkt niets te veranderen. Alles blijft hetzelfde. En dat is ook terecht, toch? Waarom zou God je horen? Je kunt heel je leven bidden, zoeken, roepen en huilen. Maar er is in jou niets waarom God jou zou moeten horen, toch? Is jouw gebed zo machtig dat het je zonden zal bedekken? Nee! Als je alleen, zonder Middelaar, voor God geknield ligt, zal de heilige God je niet horen. God luistert niet naar zondaren:

“Van hem die zijn oor afkeert van het luisteren naar de wet,
is zelfs zijn gebed een gruwel.” (Spreuken 28:9)

Je hebt gehoord wat de Heere Jezus zegt, je hebt Zijn getuigenis gehoord, maar het niet aangenomen, je weet wat Hij van je vraagt, maar je luistert niet. Waarom zou God dan naar jou luisteren?

“Daarom is het gebeurd, zoals Hij geroepen had maar waarnaar zij niet geluisterd hadden, evenzo riepen zij maar luisterde Ik niet, zegt de HEERE van de legermachten.” (Zacharia 7:13)

Je kunt blijven bidden, maar zolang je in je zonde doorleeft, zal God niet horen. Het is zeker geen onmacht van God, maar je zonden staan in de weg.

“Zie, de hand van de HEERE is niet te kort dat ze niet zou kunnen verlossen, en Zijn oor is niet toegestopt dat het niet zou kunnen horen. 2 Maar uw ongerechtigheden maken scheiding
tussen u en uw God, uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij u niet hoort” (Jesaja 59:1-2).

In je zonde en zonder geloof is je roepen waardeloos, niet meer dan een minachting van Gods betrouwbaarheid.

“Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken.” (Hebreeën 11:6)

De Heere hoort Christus

Nee, zelf kun je nooit tot God komen, als je namens jezelf spreekt zal God je altijd afwijzen. Maar hoewel de toegang tot God gesloten is voor zondaren, is de weg vrij door de Heere Jezus Christus.

Jesaja eindigt Zijn aanklacht met de heerlijke belofte: “En naar Sion zal een Verlosser komen voor wie zich in Jakob van overtreding bekeren, spreekt de HEERE.” (Jesaja 59:20)

De Heere kan verlossen en wil verlossen wie zich bekeren! En die Verlosser wilde voor zondaren tot zonde worden, Hij wil al je ongerechtigheid die scheiding maakt tussen jou en God op zich nemen. Je mag niet zomaar tot God komen, maar je moet nu tot Christus komen, de Verlosser die al je zonden wil verzoenen. Hij ontvangt zondaren en eet met hen (Lukas 15:2). En met Hem, als je Hogepriester, mag je vrijmoedig naderen tot God.

“Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, 20 langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees, 21 en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God, 22 laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water.” (Hebreeën 10:19-22)

Door Hem mag je bidden, door Hem kun je bidden, door Hem zal God je horen. Door Hem is God je Vader die je nooit een steen zal geven als je om een brood vraagt, door Hem zal Hij je steeds weer vervullen met de Heilige Geest die Hij je zeker zal geven, omdat zelfs aardse vaders hun kinderen geven wat ze nodig hebben.

De belofte in Mattheüs 7:7-8 doet de Heere Jezus aan Zijn discipelen, zij die Zijn Woord aangenomen hebben, hun oude leven in deze wereld hebben achtergelaten en zich aan Hem overgegeven hebben om Hem te volgen. Want “allen die Hem aangenomen hebben, heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden” (Johannes 1:12). Je zult heel je leven blijven bidden, zoeken en kloppen als je niet door Christus tot God gaat. Want buitenom Christus is de weg tot God afgesloten.

Maar door Christus zal de Heere je alles geven wat Hij beloofd heeft.

“Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons.” (2 Korinthe 1:20)

Vertrouw op dit woord en roep met de tollenaar: “O God, wees mij, de zondaar, genadig.” Dan zul je gerechtvaardigd naar huis gaan, zoals de tollenaar (Lukas 18:13-14)

Belijd je zonden in het gebed voor de Heere en vertrouw op de Heere Jezus, want “als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.” (1 Johannes 1:9)

Hij zal je horen, om de Heere Jezus. Hij heeft zich niet aan jou verplicht, maar aan Christus heeft Hij Zich verplicht. Bid daarom niet namens jezelf, maar namens Hem.

Moet ik niet strijden om in te gaan?

De belofte, dat de almachtige God je hoort, in de Heere Jezus, heb je nodig. Zonder deze toegang tot de schatkamers van God Zelf, tot al Zijn opstandingskracht en genade, kun je de Heere Jezus niet volgen in nieuwe gehoorzaamheid. De eerste discipelen van de Heere Jezus hoorden de bergrede. Ze leerden wat het leven van een discipel zou inhouden en vervolgens leert de Heere Jezus hen bidden, niet om discipel te worden, maar om als discipel te leren om al Zijn geboden in acht te nemen en dit ook weer door te geven aan nieuwe discipelen over de hele wereld (Mattheüs 28:19).

En dit wakkert de strijd aan waar de Heere Jezus niet om heen draait:

“Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen, namelijk vanaf het ogenblik dat de Heer des huizes is opgestaan en de deur heeft gesloten. Dan zult u beginnen buiten te staan en op de deur te kloppen en te zeggen: Heere, Heere, doe ons open. En Hij zal antwoorden en tegen u zeggen: Ik weet niet waar u vandaan komt. Dan zult u beginnen te zeggen: Wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten en gedronken en U hebt in onze straten onderwijs gegeven. En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik weet niet waar u vandaan komt. Ga weg van Mij, allen die ongerechtigheid bedrijven.” (Lukas 13:24-27)

Is dit de strijd om een gered te worden, een diepe voordat iemand tot Christus kan komen? Nee, de strijd die de Heere Jezus bedoelt, is niet een strijd om tot Hem te komen, maar de strijd van een discipel om niet in ongerechtigheid te leven terwijl ze Hem wel hun Heere noemen. Zo zullen ze uitgeworpen te worden omdat ze zeggen te geloven maar er niet naar leven. Het bedrijven van ongerechtigheid maakt het onmogelijk om door de nauwe poort in te gaan.

En zo roept ook Paulus de gelovigen op die het eigendom geworden zijn van God: “U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen.” (1 Timotheüs 6:11-12)

“Want toen u slaaf van de zonde was, was u vrij ten aanzien van de gerechtigheid. Wat voor vrucht dan had u toen van de dingen waarover u zich nu schaamt? Immers, het einde daarvan is de dood. Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven.” (Romeinen 6:20-22)

Ook de strijd is onmogelijk zonder Jezus

Ja, de Heere Jezus wil je zonden niet alleen vergeven, maar je ook verlossen van de zonde zelf. Niet alleen van de schuld van de zonde, maar ook van de zonde zelf! En dit is een strijd. Een strijd tegen leugenachtige zeerovers die je scheepje op de rotsen willen zien vergaan. En deze strijd is net zo onmogelijk als bidden zonder het Hogepriesterlijk werk van Heere Jezus. Zonder Hem ben je machteloos, want Hij heeft juist alles wat je nodig hebt om de strijd te strijden.

Toen de Heere Jezus verbrijzeld werd op die rotsen van Gods toorn, kocht Hij niet alleen je vergeving (rechtvaardigmaking) maar ook je heiligmaking.

“Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.” (Titus 2:14)

Als je dit probeert zonder de verzekering van verlossing, is het zwaar, ja, onmogelijk! Dood in zonden en misdaden heb je de strijd op voorhand al verloren, het peddelen met wat wrakhout brengt je niks dichter bij de haven.

Kom eerst naar de Heere Jezus, geloof Hem op Zijn Woord en Hij heeft wat je nodig hebt om het leven in nieuwe gehoorzaamheid te leven door de kracht van de Heilige Geest! Door de Heere Jezus zal de Vader je steeds weer vervullen met Zijn kracht!

“Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?” (Lukas 11:13)

En dit is wat die Geest in jouw voort zal brengen: “De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.” (Galaten 5:22)

En de Heere benadrukt: “Daartegen richt de wet zich niet.” (5:23)

Nogmaals, neem Zijn betrouwbare woord aan, het getuigenis van Zijn discipelen, keer je af van je zonde en geef je over aan Hem om Hem te volgen in nieuwe gehoorzaamheid. Hij zal er voor zorgen dat je alles ontvangt wat je nodig hebt. Hij heeft alles, Hij geeft de kracht die je nodig hebt. Ga maar naar Hem toe. Je mag naar Hem toe. Nee, de weg naar God is afgesloten, maar naar Jezus mag je komen, hoe zondig en vuil je ook bent en Hij heeft alles wat je nodig hebt om vrijmoedig tot God te komen. Hij wil je Voorspraak zijn, je Advocaat en Hij geeft vergeving door Zijn bloed en heiliging door de kracht van Zijn Geest.

Moet ik niet eerst de kosten berekenen?

Verlang je naar de Heere, dat het weer goed is tussen jou en Hem? Verlang je naar vergeving en ben je klaar met je zonden? Kom dan naar Hem toe, leer Hem te volgen, waar Hij je ook roept en wat het je ook kost. Daarom roept Hij je op om de kosten te berekenen. Ja, dat is wel iets wat de Heere van jou vraagt voordat je tot Hem komt. De zeerovers zullen je de schatten van de wereld voor houden, de glinsteringen van de zonde. Maar is dat het waard? Misschien geniet je nog van je zonde. Misschien wil je geen vergeving en heiliging.

Dan zul je verloren gaan. Dan zul je verbrijzeld worden op de rotsen van Gods toorn. Echt, de zonde lijkt nu misschien mooi, maar het leidt tot de dood. Het is het niet waard. Al die onreinheid, al die verkeerde gedachten, al dat liegen, het maakt je kapot. Je kunt voor jezelf proberen te leven, wat mooie woorden zeggen tegen God, en zelf wat proberen te peddelen. Het brengt je niet dichterbij de Heere. Alleen de Heere Jezus kan je terug brengen bij de Vader, alleen door Hem is de toegang vrij.

Misschien durf je Zijn Woord niet aan te nemen, misschien durf je je niet over te geven aan de Heere Jezus om Hem te volgen om als Zijn discipelen van Hem te leren — om vergeven door het geloof in Zijn bloed te groeien in heiligheid door de kracht van de Heilige Geest — want wat zullen je ouders zeggen, je vrouw of kinderen, je broers en zussen? Hoe zou je het uit kunnen leggen? Ze zouden het nooit geloven! Ze zouden je niet serieus nemen, omdat je het nooit zo zeker kunt weten. Ze zouden je eerder aanmoedigen om te twijfelen dan om te geloven.

Daarom roept de Heere Jezus je op:

“Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt, kan geen discipel van Mij zijn. Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien?” (Lukas 14:26-27)

Wat heb je ervoor over? Reken het eens uit! Nu wat onbegrip en eeuwige heerlijkheid of nu wat waardering en eeuwig verloren gaan? Ja, voor Jezus eerste volgelingen betekende het volgen van Hem vervolging en dat kan ook jou te wachten staan. Maar onthoud dat je deze tocht terug naar de haven, die ruw en zwaar aan zijn, niet alleen zult gaan. De Heere Jezus Zelf zal bij je zijn, je mag God elk moment door Hem vragen om alles wat je nodig hebt, Zijn Geest zal je kracht geven, steeds weer zal Hij voorzien naar Zijn rijkdom en er is geen enkel lijden in deze wereld wat niet opweegt tegen tegen de heerlijkheid die wacht! (Romeinen 8:18) 

De Heere zal je meer geven dan je ooit kunt verliezen!

“Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven. Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.” (Johannes 12:25-26)

Overweeg het nog eens, wat is dit leven waard als je het eeuwige leven verliest? Wil je echt die zonde die je leven bitter maakt? De toorn van God is echt, de hel is echt. Maar zo ook de hemel en Gods heerlijkheid die Hij belooft in de Heere Jezus!

Kies het goede deel

Kies dan vandaag wie je wilt dienen (Jozua 24:15). De zeerovers die je scheepje naar de rotsen leiden of de Stuurman die je terug naar de vaargeul zal brengen die naar de thuishaven leidt!

Kies zoals Mozes die het loon voor ogen hield. Hij had het uitgerekend en hij was ervan overtuigd dat het de moeite meer dan waard zou zijn.

“Hij koos ervoor liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. 26 Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen.” (Hebreeën 11:25-26)

Hij is het waard! Hij wilde als een gewillig Lam al je schuld en zonde op zich nemen, alles wat jou naar de rotsen dreef, om verzoening te doen, niet alleen voor de zonde van de eerste discipelen, maar ook voor de zonden van de hele wereld (1 Johannes 2:2). Hij, Jezus Christus de Rechtvaardige, wil ook jouw Voorspraak zijn bij de Vader (2:1).

“Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.” (Johannes 16:33)

Jezus, ‘k wil mijn kruis gaan dragen,
Zelfs door spot en eenzaamheid,
Volgen, alles achterlaten,
U bent alles nu voor mij.
Al mijn aardse hoop moet wijken,
Wat ik zocht en wat ik wist.
Maar toch hoor ik bij de rijken,
God en Christus, mijn bezit!

Laat de wereld mij maar honen,
Ook mijn Redder werd veracht.
Hij is nooit ontrouw gebleken,
Zoals ieder ander hart.
Hoe de vijanden ook haten,
God van wijsheid, liefd’ en macht,
Zelfs als vrienden mij verlaten,
Toon Uzelf en wees mijn licht.

Hoe ze mij ook angst aanjagen,
’t Brengt mij dichter naar Uw borst.
Al is ’t leven zwaar op aarde,
Christus geeft mij vred’ en rust.
Geen verdriet kan mij hier schaden,
Als Uw liefde mij omringt.
Vreugde kan mij niet verleiden,
Tenzij U mijn vreugde bent.

Ga dan, aardse roem en schatten.
Zelfs in rampen, spot en pijn,
Is, met U, verdrukking vreugde
En verlies zal winst eens zijn.
“Abba Vader,” zal ik roepen,
En ik rust mijn hart op U,
U keert ied’re storm ten goede,
Want U zorgt, en zeker nu.

Ziel, dit is je volle redding,
Overwin zo zond’ en angst,
Vind daar vreugd’ in elke wending,
Wat er hier ook op je wacht:
O, de Geest van God woont in je
O, de Vader lacht je toe
O, de Zoon stierf voor je redding,
Heilig kind, onthoud dit goed.

Haast je van gena naar glorie,
Met geloof en in gebed.
’t Eeuwig leven ligt nu voor je,
Ja, God zelf is ’t die je leidt.
Snel zal ’t werk op aard’ voorbij zijn,
Dan niet langer pelgrim meer.
Hoop zal eindelijk vervuld zijn,
Bidden prijzen, geloof zien.

1. Wat is, volgens Spreuken 28:9, het gebed van een zondaar voor God?

2. Wat zorgt er, volgens Jesaja 59:2, voor dat God niet luistert?

3. Wat is, volgens Hebreeën 11:6, nodig om tot God te komen?

4. Hoe kunnen zondaren, volgens Hebreeën 10:19-22, toch tot God naderen?

5. Wat is, volgens Mattheüs 5:1-2, de doelgroep van de bergrede?

6. Wie verhoord God, volgens Mattheüs 7:11?

7. Wie mogen zich, volgens Johannes 1:12, Gods kinderen noemen?

8a. Wat doet de Heere, volgens 1 Johannes 1:9, als we onze zonden belijden?

8b. Waarom is dat rechtvaardig?

9. Hoe worden degenen, in Lukas 13:27, genoemd die niet strijden om in te gaan en buiten geworpen worden?

10. Wie roept Paulus, in 1 Timotheüs 6:11, op om te strijden?

11. Wat kost het volgen van de Heere Jezus, volgens Lukas 14:26-27?

12. Wat zou het betekenen om jezelf en je familie te haten?

13. Wat gebeurt er, volgens Johannes 12:25-26, als je je leven wil liefhebben?

14. Hoe reageerde Mozes, volgens Hebreeën 11:25-26, op de plezier van de zonde?

Persoonlijke vragen

1. Op welke manier probeer jij gered te worden?

2. Op welke manier bid jij, namens jezelf of in de naam van de Heere Jezus?

3. Wil je als net als de eerste discipelen de Heere Jezus volgen en van Hem leren, en waarom?

4a. Heb je, zoals Johannes 1:12 het zegt, de Heere Jezus en Zijn Woorden aangenomen, vertrouw je daarop en verlang je daarnaar te leven?

4b. Wat betekent dit dan volgens dat vers?

5. Welke zonden wil je aan de Heere belijden?

6. Welke zonden, zorgen of aardse zekerheden staan tussen jou en God?

7. Wil je hier aan vasthouden of wil je het loslaten omwille van Christus, en waarom?

Inhoudsopgave