Uiteindelijk. (Spreuken 5:11)
Lees verder Jesaja 46:8—47:7.
Uiteindelijk. (Spreuken 5:11)
Lees verder Jesaja 46:8—47:7.
Ik kan mijn tekst in zijn weergaloze kracht alleen vergelijken met Ithuriel’s speer waarmee hij, volgens Milton (Paradise Lost 4:810), de smeerlap aanraakte waarop Satan in zijn ware kleuren verscheen. Als ik mijn tekst op verschillende dingen vandaag toe kan passen, zullen ze verschijnen zoals ze werkelijk zijn. “Uiteindelijk” is de staf in mijn hand waarmee ik het klatergoud aan zal raken, en het zal verdwijnen en we zullen zien dat het geen goud was. Ik zal de glans, de kleuren en de textuur aanraken en je zult zien wat ze werkelijk zijn, niet wat ze beweren te zijn.
Het licht van “uiteindelijk” is het licht van de waarheid, het licht van wijsheid voor onze ziel. Dit lijkt me een passende gelegenheid om dat licht deze morgen omhoog te houden. We zijn nu aan het einde gekomen van het jaar en binnen een paar korte uren zal het nieuwe jaar beginnen. Deze tijd heeft, zoals de Romeinse ‘god’ Janus, twee gezichten. Het ene kijkt terug op het achterliggende jaar en het andere kijkt vooruit naar het jaar dat komt en mijn vierzijdige lamp zal in de verte schitteren.
Ik hoop dat je moedig genoeg bent om het vergezicht van de jaren die je al geleefd hebt te overzien. Ik hoop dat je moedig genoeg bent om na te denken over alles wat je gedacht, gesproken en gedaan hebt in het licht van deze lamp “uiteindelijk.” En dan hoop ik dat je genoeg heilige durf hebt om datzelfde licht vooruit te schijnen op de jaren die komen, wanneer je haar grijs wordt, het geluid van de molen verzwakt en zij die door de vensters kijken, verduisterd worden (Prediker 12:4). Laten we dan het verleden en het toekomstige leven onderzoeken in het licht van “uiteindelijk.” Ik hoop dat het ons wijsheid leert en ons zal doen wandelen in vrees voor God.
Ik kan mijn tekst in zijn weergaloze kracht alleen vergelijken met Ithuriel’s speer waarmee hij, volgens Milton (Paradise Lost 4:810), de smeerlap aanraakte waarop Satan in zijn ware kleuren verscheen. Als ik mijn tekst op verschillende dingen vandaag toe kan passen, zullen ze verschijnen zoals ze werkelijk zijn. “Uiteindelijk” is de staf in mijn hand waarmee ik het klatergoud aan zal raken, en het zal verdwijnen en we zullen zien dat het geen goud was. Ik zal de glans, de kleuren en de textuur aanraken en je zult zien wat ze werkelijk zijn, niet wat ze beweren te zijn.
Het licht van “uiteindelijk” is het licht van de waarheid, het licht van wijsheid voor onze ziel. Dit lijkt me een passende gelegenheid om dat licht deze morgen omhoog te houden. We zijn nu aan het einde gekomen van het jaar en binnen een paar korte uren zal het nieuwe jaar beginnen. Deze tijd heeft, zoals de Romeinse ‘god’ Janus, twee gezichten. Het ene kijkt terug op het achterliggende jaar en het andere kijkt vooruit naar het jaar dat komt en mijn vierzijdige lamp zal in de verte schitteren.
Ik hoop dat je moedig genoeg bent om het vergezicht van de jaren die je al geleefd hebt te overzien. Ik hoop dat je moedig genoeg bent om na te denken over alles wat je gedacht, gesproken en gedaan hebt in het licht van deze lamp “uiteindelijk.” En dan hoop ik dat je genoeg heilige durf hebt om datzelfde licht vooruit te schijnen op de jaren die komen, wanneer je haar grijs wordt, het geluid van de molen verzwakt en zij die door de vensters kijken, verduisterd worden (Prediker 12:4). Laten we dan het verleden en het toekomstige leven onderzoeken in het licht van “uiteindelijk.” Ik hoop dat het ons wijsheid leert en ons zal doen wandelen in vrees voor God.
Ter overdenking
Spurgeon vroeg zijn luisteraars zichzelf te onderzoeken in het licht van de vier zijden van zijn denkbeeldige lantaarn, namelijk de dood, het oordeel (Hebreeën 9:27), de hemel en de hel. ‘Gelukkig Nieuwjaar’ is niets meer dan een sentimenteel wensdenken voor hen die nog steed zonder Christus zijn. Maar zij, van wie de eeuwige welvaart gewaarborgd is door hun vertrouwen op Christus offer (Hebreeën 9:28), kunnen zich verheugen op een gelukkig nieuw jaar, wat hen ook dat jaar zal overkomen.
Preek 667, 31 december 1865
Beschikbaar gesteld door Day One
Ter overdenking
Spurgeon vroeg zijn luisteraars zichzelf te onderzoeken in het licht van de vier zijden van zijn denkbeeldige lantaarn, namelijk de dood, het oordeel (Hebreeën 9:27), de hemel en de hel. ‘Gelukkig Nieuwjaar’ is niets meer dan een sentimenteel wensdenken voor hen die nog steed zonder Christus zijn. Maar zij, van wie de eeuwige welvaart gewaarborgd is door hun vertrouwen op Christus offer (Hebreeën 9:28), kunnen zich verheugen op een gelukkig nieuw jaar, wat hen ook dat jaar zal overkomen.
Preek 667, 31 december 1865
Beschikbaar gesteld door Day One