Aanschouw Sion… Uw ogen zullen Jeruzalem zien… Want de HEERE zal daar in Zijn macht bij ons zijn. Het zal een plaats van rivieren, van brede stromen zijn. Geen roeiboot zal erop varen, geen statig schip zal er passeren. De HEERE is immers onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen. (Jesaja 33:20—22)
Lees verder Exodus 14:10—31.
Aanschouw Sion… Uw ogen zullen Jeruzalem zien… Want de HEERE zal daar in Zijn macht bij ons zijn. Het zal een plaats van rivieren, van brede stromen zijn. Geen roeiboot zal erop varen, geen statig schip zal er passeren. De HEERE is immers onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen. (Jesaja 33:20—22)
Lees verder Exodus 14:10—31.
In 1588, toen de Armada richting Groot-Brittannië zeilde, blies God Zijn winden en alle machtige legers van Spanje vielen zodat het eiland van Gods gunst vrij was. Door het Kanaal zijn we ongetwijfeld gespaard voor de verschrikking van oorlog onder Napoleon. Zeker in oude tijden van oorlogvoeren. Toen was een smalle geul bijna zo nuttig als een breed kanaal nu, omdat ze geen goede middelen hadden om over te steken. Hoewel we in oude Assyrische beeldhouwwerken wel galeien met roeispanen zien die rivieren oversteken. In het Britse Museum hebben we, geloof ik, een paar beeldhouwwerken van de Assyrische koning die rivieren in kanalen veranderd zodat ze makkelijker een stad in konden nemen. Maar toch, de rivieren waren een verdediging.
Oh geliefden, wat een verdediging is God voor Zijn kerk! Ah, de duivel kan de brede rivier van God niet oversteken. Tussen jou en mij, oh monster uit de hel, staat mijn God. Onthoud dit, Christen; tussen jou en je aartsvijand staat je God. Satan moet aan de overkant staan en hij zou die stroom wel op willen drogen, maar God is almachtig. Hoe graag zou hij de stroom willen veranderen, maar wees niet bang, God blijft onveranderlijk dezelfde.
Hoe graag zou hij naar jou en mij willen komen; maar op een dag zullen we, wat ons geestelijk leven betreft, veilig in Sion aankomen. We zullen over de muren kijken en over de rivieren en brede stromen en bedenken dat we buiten het bereik van de vijand zijn. Hij kan ons niet vernietigen. Hij kan ons zorgen geven, bange zielen dat we zijn, maar doden kan hij onze ziel niet. Want God, onze machtige God, beschermt ons tegen alle mogelijke vernietiging.
In 1588, toen de Armada richting Groot-Brittannië zeilde, blies God Zijn winden en alle machtige legers van Spanje vielen zodat het eiland van Gods gunst vrij was. Door het Kanaal zijn we ongetwijfeld gespaard voor de verschrikking van oorlog onder Napoleon. Zeker in oude tijden van oorlogvoeren. Toen was een smalle geul bijna zo nuttig als een breed kanaal nu, omdat ze geen goede middelen hadden om over te steken. Hoewel we in oude Assyrische beeldhouwwerken wel galeien met roeispanen zien die rivieren oversteken. In het Britse Museum hebben we, geloof ik, een paar beeldhouwwerken van de Assyrische koning die rivieren in kanalen veranderd zodat ze makkelijker een stad in konden nemen. Maar toch, de rivieren waren een verdediging.
Oh geliefden, wat een verdediging is God voor Zijn kerk! Ah, de duivel kan de brede rivier van God niet oversteken. Tussen jou en mij, oh monster uit de hel, staat mijn God. Onthoud dit, Christen; tussen jou en je aartsvijand staat je God. Satan moet aan de overkant staan en hij zou die stroom wel op willen drogen, maar God is almachtig. Hoe graag zou hij de stroom willen veranderen, maar wees niet bang, God blijft onveranderlijk dezelfde.
Hoe graag zou hij naar jou en mij willen komen; maar op een dag zullen we, wat ons geestelijk leven betreft, veilig in Sion aankomen. We zullen over de muren kijken en over de rivieren en brede stromen en bedenken dat we buiten het bereik van de vijand zijn. Hij kan ons niet vernietigen. Hij kan ons zorgen geven, bange zielen dat we zijn, maar doden kan hij onze ziel niet. Want God, onze machtige God, beschermt ons tegen alle mogelijke vernietiging.
Ter overdenking
Sommige verdedigers hebben de titel “Verdediger van het Geloof” aangenomen, of het zelfs afgezwakt tot “Geloofsverdediger,” maar God is de ware en eeuwige Verdediger van Zijn volk (Psalm 5:12; 20:2; 59:2; Jesaja 31:5; 37:35; 38:6; Zacharia 12:8).
Preek 489, 18 januari 1863
Beschikbaar gesteld door Day One
Ter overdenking
Sommige verdedigers hebben de titel “Verdediger van het Geloof” aangenomen, of het zelfs afgezwakt tot “Geloofsverdediger,” maar God is de ware en eeuwige Verdediger van Zijn volk (Psalm 5:12; 20:2; 59:2; Jesaja 31:5; 37:35; 38:6; Zacharia 12:8).
Preek 489, 18 januari 1863
Beschikbaar gesteld door Day One