Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht, wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven, want bij u vond ons getuigenis geloof (2 Thessalonicenzen 1:9-10)


Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht, wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven, want bij u vond ons getuigenis geloof (2 Thessalonicenzen 1:9-10)


Paulus beschrijft de wederkomst van Christus als hoop en verschrikking.

Jezus Christus komt terug, niet alleen om de uiteindelijke verlossing van Zijn volk uit te voeren, maar ook om door die verlossing “verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven.”

Een laatste opmerking gaat over het hoogtepunt van de geschiedenis in het boek Openbaringen: Johannes ziet een beeld van het nieuwe Jeruzalem, de verheerlijkte kerk, in hoofdstuk 21:23: “En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.”

God de Vader en God de Zoon zijn het licht waarin Christenen in hun eeuwigheid zullen leven.

Dit is de voleinding van Gods doel met heel de geschiedenis — om Zijn heerlijkheid weer te geven zodat iedereen het ziet en het zal prijzen. Het gebed van de Zoon bevestigd het uiteindelijke doel van de Vader: “Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld” (Johannes 17:24).

We mogen concluderen dat het belangrijkste doel van God de eeuwige verheerlijking en het genieten van Zichzelf is. Hij staat als het opperste middelpunt van Zijn eigen genegenheid. Om die reden is Hij de zelfvoorzienende en onuitputtelijke bron van genade.

Paulus beschrijft de wederkomst van Christus als hoop en verschrikking.

Jezus Christus komt terug, niet alleen om de uiteindelijke verlossing van Zijn volk uit te voeren, maar ook om door die verlossing “verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven.”

Een laatste opmerking gaat over het hoogtepunt van de geschiedenis in het boek Openbaringen: Johannes ziet een beeld van het nieuwe Jeruzalem, de verheerlijkte kerk, in hoofdstuk 21:23: “En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.”

God de Vader en God de Zoon zijn het licht waarin Christenen in hun eeuwigheid zullen leven.

Dit is de voleinding van Gods doel met heel de geschiedenis — om Zijn heerlijkheid weer te geven zodat iedereen het ziet en het zal prijzen. Het gebed van de Zoon bevestigd het uiteindelijke doel van de Vader: “Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld” (Johannes 17:24).

We mogen concluderen dat het belangrijkste doel van God de eeuwige verheerlijking en het genieten van Zichzelf is. Hij staat als het opperste middelpunt van Zijn eigen genegenheid. Om die reden is Hij de zelfvoorzienende en onuitputtelijke bron van genade.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org


Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org