In het hoge priesterlijk gebed (het intiemste moment wat Jezus heeft met Zijn discipelen) laat Jezus zien hoe ontzettend belangrijk Hij het vind dat Christenen één zijn. Bijv. Johannes 17:21 “opdat zij allen  één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.”

Aan de andere kant worden we gewaarschuwd om ons niet in te laten met mensen die dwalen. Bijv. 2 Johannes 1:10 “Als iemand bij u komt en deze leer niet brengt, ontvang hem niet in huis en begroet hem niet.”

Hoe verhoudt zich dit tot elkaar? Hoe lang moeten we elkaar verdragen om de eenheid, en wanneer moeten we de grens trekken en ons ergens van distantieren?

In het hoge priesterlijk gebed (het intiemste moment wat Jezus heeft met Zijn discipelen) laat Jezus zien hoe ontzettend belangrijk Hij het vind dat Christenen één zijn. Bijv. Johannes 17:21 “opdat zij allen  één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.”

Aan de andere kant worden we gewaarschuwd om ons niet in te laten met mensen die dwalen. Bijv. 2 Johannes 1:10 “Als iemand bij u komt en deze leer niet brengt, ontvang hem niet in huis en begroet hem niet.”

Hoe verhoudt zich dit tot elkaar? Hoe lang moeten we elkaar verdragen om de eenheid, en wanneer moeten we de grens trekken en ons ergens van distantieren?


Het lichaam van Christus is hoe dan ook één.

Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. (1 Korinthe 12:12-13)

Wanneer we door het geloof verenigd zijn met Christus en vervuld zijn met Zijn Geest, zijn we opgenomen in Zijn lichaam. Alle volgelingen van Jezus hebben dezelfde Geest. Daarin zijn we hoe dan ook één.

Eén lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is. (Efeze 4:3-6)

Gebroken eenheid

In de praktijk zien we de eenheid van Jezus’ lichaam vaak niet omdat we zoals we eerder gezien hebben, nog vaak te maken hebben met ons vlees. Zoals ook de nieuwe schepping die we zijn geworden door het geloof nog niet volkomen zichtbaar is.

Maar ook daarin zijn we één. Christenen Zijn Jezus’ discipelen, Zijn leerlingen. Samen leren we om te leven met een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is, in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen, en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede. (Efeze 4:1-2)

Ook dit zal een strijd zijn, zoals we ook zelf, gerechtvaardigd door het geloof, zo vaak nog niet in volkomen heiligheid wandelen maar daarin wel groeien.

Soms moeten we scheiden

En zeker. Ook is Gods Woord duidelijk, dat we hen die zeggen verenigd te zijn met Jezus, maar zonder te strijden en zonder berouw in zonde blijven leven, moeten behandelen als ongelovigen, wanneer we hen een aantal keer op verschillende manieren hebben gewaarschuwd (Mattheüs 18:17)

Dit omdat een beetje zuurdeeg het hele zeeg doorzuurt en invloed heeft op de geestelijke gezondheid van gelovigen. Daar moeten we zeker in liefde serieus mee omgaan (1 Korinthe 5). Want de liefde mag niet ten koste gaan van de waarheid en onze groei tot het beeld van Christus.

We volgen de Herder, niet de kudde. We hoeven niet voor eenheid te zorgen door de kudde te volgen en met haar af te dwalen. Wanneer we zo dicht mogelijk bij de Herder blijven zal Hij voor de eenheid zorgen. Dat is wat Hij van ons vraagt, Zijn spoor volgen met het kruis op onze rug.

Jezus zal alles bijeenbrengen

En hoe dan ook, Christus bouwt Zijn gemeente, Hij gaat door. Hij vormt haar en houdt haar bij elkaar, ook al is ze nu verspreidt over de hele aarde. Hij zal haar verzamelen, zoals de oogst binnengehaald wordt vanuit alle uithoeken, van tussen het onkruid en Hij zal Zijn bruid op die dag smetteloos voor zich stellen in heerlijkheid!

Wat een dag, wat een vreugde zal dat zijn!

Maar voor die tijd zijn er nog ander schapen die toegebracht moeten worden.

Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen  en het zal worden één kudde en één Herder. (Johannes 10:16)

Het lichaam van Christus is hoe dan ook één.

Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. (1 Korinthe 12:12-13)

Wanneer we door het geloof verenigd zijn met Christus en vervuld zijn met Zijn Geest, zijn we opgenomen in Zijn lichaam. Alle volgelingen van Jezus hebben dezelfde Geest. Daarin zijn we hoe dan ook één.

Eén lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is. (Efeze 4:3-6)

Gebroken eenheid

In de praktijk zien we de eenheid van Jezus’ lichaam vaak niet omdat we zoals we eerder gezien hebben, nog vaak te maken hebben met ons vlees. Zoals ook de nieuwe schepping die we zijn geworden door het geloof nog niet volkomen zichtbaar is.

Maar ook daarin zijn we één. Christenen Zijn Jezus’ discipelen, Zijn leerlingen. Samen leren we om te leven met een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is, in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen, en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede. (Efeze 4:1-2)

Ook dit zal een strijd zijn, zoals we ook zelf, gerechtvaardigd door het geloof, zo vaak nog niet in volkomen heiligheid wandelen maar daarin wel groeien.

Soms moeten we scheiden

En zeker. Ook is Gods Woord duidelijk, dat we hen die zeggen verenigd te zijn met Jezus, maar zonder te strijden en zonder berouw in zonde blijven leven, moeten behandelen als ongelovigen, wanneer we hen een aantal keer op verschillende manieren hebben gewaarschuwd (Mattheüs 18:17)

Dit omdat een beetje zuurdeeg het hele zeeg doorzuurt en invloed heeft op de geestelijke gezondheid van gelovigen. Daar moeten we zeker in liefde serieus mee omgaan (1 Korinthe 5). Want de liefde mag niet ten koste gaan van de waarheid en onze groei tot het beeld van Christus.

We volgen de Herder, niet de kudde. We hoeven niet voor eenheid te zorgen door de kudde te volgen en met haar af te dwalen. Wanneer we zo dicht mogelijk bij de Herder blijven zal Hij voor de eenheid zorgen. Dat is wat Hij van ons vraagt, Zijn spoor volgen met het kruis op onze rug.

Jezus zal alles bijeenbrengen

En hoe dan ook, Christus bouwt Zijn gemeente, Hij gaat door. Hij vormt haar en houdt haar bij elkaar, ook al is ze nu verspreidt over de hele aarde. Hij zal haar verzamelen, zoals de oogst binnengehaald wordt vanuit alle uithoeken, van tussen het onkruid en Hij zal Zijn bruid op die dag smetteloos voor zich stellen in heerlijkheid!

Wat een dag, wat een vreugde zal dat zijn!

Maar voor die tijd zijn er nog ander schapen die toegebracht moeten worden.

Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen  en het zal worden één kudde en één Herder. (Johannes 10:16)

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →