Nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, [heeft Hij] Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen. (Hebreeën 1:3)

Nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, [heeft Hij] Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen. (Hebreeën 1:3)


Pinksteren is het kronende wonder en het blijvende mysterie van genade. Pinksteren is het begin van het Christelijke tijdperk. De tongen van vuur “zaten op een ieder van hen” (Handelingen 2:3). Het woord zitten wijst in de Schrift vaak op een einde en een nieuw begin. De voorbereidingen zijn klaar, en de gevestigde orde is van kracht. Het wijst op het einde van de schepping en het begin van de normale krachten. “In zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag” (Exodus 20:11). Er is geen vermoeidheid in God, Hij rustte niet omdat Hij moe was. Maar het betekend dat Zijn scheppende werk volbracht was.

Zo wordt er ook over de Verlosser gesproken. Van Hem wordt gezegd: “nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, [heeft Hij] Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen” (Hebreeën 1:3). Geen enkele andere priester was gaan zitten. De priesters in de tempel dienden staande, want hun dienst was voorlopig en voorbereidend, een gelijkenis en profetie. Christus eigen dienst was een deel van de voorbereiding op de komst van de Geest. Totdat Hij neerzat in heerlijkheid kon er geen tijdperk van de Geest aanbreken. Johannes zegt van Jezus’ belofte in de tempel: “dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was” (Johannes 7:39).

De afdaling van de Ene wachtte op de opklimming van de Ander. Toen het werk van verlossing volbracht was, werd de Geest gegeven, en toen Hij kwam “zette Hij zich.” Hij regeert in de Gemeente, zoals Christus regeert in de Hemel. Dit is het tijdperk van de Geest.

De Heilige Geest is het geschenk van God aan het volk van Zijn Zoon. Voor het Verlossingswerk heeft de Zoon van God zichzelf ontdaan van de voorrechten van Zijn Goddelijke status. Maar voor Zijn dienst gaf God Hem de Geest, en uiteindelijk heeft Hij hem gezet “aan Zijn rechterhand in de hemelse gewesten, ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende. En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult” (Efeze 1:20-23).

Pinksteren is het vervolg van Jezus’ werk. “Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort” (Handelingen 2:33).

Pinksteren is het kronende wonder en het blijvende mysterie van genade. Pinksteren is het begin van het Christelijke tijdperk. De tongen van vuur “zaten op een ieder van hen” (Handelingen 2:3). Het woord zitten wijst in de Schrift vaak op een einde en een nieuw begin. De voorbereidingen zijn klaar, en de gevestigde orde is van kracht. Het wijst op het einde van de schepping en het begin van de normale krachten. “In zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag” (Exodus 20:11). Er is geen vermoeidheid in God, Hij rustte niet omdat Hij moe was. Maar het betekend dat Zijn scheppende werk volbracht was.

Zo wordt er ook over de Verlosser gesproken. Van Hem wordt gezegd: “nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, [heeft Hij] Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen” (Hebreeën 1:3). Geen enkele andere priester was gaan zitten. De priesters in de tempel dienden staande, want hun dienst was voorlopig en voorbereidend, een gelijkenis en profetie. Christus eigen dienst was een deel van de voorbereiding op de komst van de Geest. Totdat Hij neerzat in heerlijkheid kon er geen tijdperk van de Geest aanbreken. Johannes zegt van Jezus’ belofte in de tempel: “dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was” (Johannes 7:39).

De afdaling van de Ene wachtte op de opklimming van de Ander. Toen het werk van verlossing volbracht was, werd de Geest gegeven, en toen Hij kwam “zette Hij zich.” Hij regeert in de Gemeente, zoals Christus regeert in de Hemel. Dit is het tijdperk van de Geest.

De Heilige Geest is het geschenk van God aan het volk van Zijn Zoon. Voor het Verlossingswerk heeft de Zoon van God zichzelf ontdaan van de voorrechten van Zijn Goddelijke status. Maar voor Zijn dienst gaf God Hem de Geest, en uiteindelijk heeft Hij hem gezet “aan Zijn rechterhand in de hemelse gewesten, ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende. En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult” (Efeze 1:20-23).

Pinksteren is het vervolg van Jezus’ werk. “Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort” (Handelingen 2:33).

Rust Gods Geest in jou hart? Omdat Jezus’ verlossingswerk volbracht is kan Zijn Geest ook in jou rusten!

Uit The Way to Pentecost, door Samuel Chadwick (1860-1932).