Daarom bidden wij ook altijd voor u dat onze God u de roeping waard acht en Hij elk goed voornemen en het werk van het geloof met kracht volbrengt. (2 Thessalonicenzen 1:11, EV)
Daarom bidden wij ook altijd voor u dat onze God u de roeping waard acht en Hij elk goed voornemen en het werk van het geloof met kracht volbrengt. (2 Thessalonicenzen 1:11, EV)
Zoeken naar de kracht van God om onze goede voornemens te vervullen betekend niet dat we zelf niets doen of geen echte wilskracht gebruiken.
De betrokkenheid van Gods kracht neemt nooit de plaats van de betrokkenheid van onze wil! De kracht van God in de heiligmaking maakt ons nooit passief! De kracht van God verbindt zich onder of achter en binnenin onze wil, niet in plaats van onze wil.
Het bewijs van Gods kracht in ons leven is niet de afwezigheid van onze wil maar de kracht van onze wil.
Iedereen die zegt, “Nou, ik geloof in de soevereiniteit van God en daarom zal ik achterover leunen en niets doen,” gelooft niet echt in de soevereiniteit van God. Want waarom zou iemand die in de soevereiniteit van God gelooft Hem zo schaamteloos ongehoorzamen?
Als je achterover leunt en niets doet, doe je niet niets. Je bent actief bezig met het nemen van een beslissing om achterover te leunen. En als dat ook de manier is waarop je met zonde of verleiding omgaat is dat schaamteloze ongehoorzaamheid, want we worden bevolen de goede strijd te strijden (1 Timotheüs 1:18), om weerstand te bieden aan de duivel (Jacobus 4:7) en te streven naar heiligheid (Hebreeën 12:14).
Dit vers zegt dat het door de kracht van God is dat we elk goed voornemen en ons werk van geloof volbrengen. Maar dit doet de betekenis van de woorden “voornemen” en “werk” niet teniet. Een deel van het proces van het wandelen zoals dat Gods roeping waardig is, is een actieve betrokkenheid van onze wil in het beslissen om gerechtigheid te doen.
Als je een slepende zonde hebt in je leven, of je blijft een aantal goede werken verwaarlozen, gewoon omdat je maar hebt zitten wachten om gered te worden zonder strijd, dan stel je je ongehoorzaamheid samen. God zal nooit in een andere vorm met kracht in je wil verschijnen dan door een goed voornemen dat je maakt en houdt.
Mensen die dus geloven in de soevereiniteit van God moeten niet bang zijn om hun wil te betrekken in de strijd voor heiligheid. “Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen” (Lukas 13:24).
Zoeken naar de kracht van God om onze goede voornemens te vervullen betekend niet dat we zelf niets doen of geen echte wilskracht gebruiken.
De betrokkenheid van Gods kracht neemt nooit de plaats van de betrokkenheid van onze wil! De kracht van God in de heiligmaking maakt ons nooit passief! De kracht van God verbindt zich onder of achter en binnenin onze wil, niet in plaats van onze wil.
Het bewijs van Gods kracht in ons leven is niet de afwezigheid van onze wil maar de kracht van onze wil.
Iedereen die zegt, “Nou, ik geloof in de soevereiniteit van God en daarom zal ik achterover leunen en niets doen,” gelooft niet echt in de soevereiniteit van God. Want waarom zou iemand die in de soevereiniteit van God gelooft Hem zo schaamteloos ongehoorzamen?
Als je achterover leunt en niets doet, doe je niet niets. Je bent actief bezig met het nemen van een beslissing om achterover te leunen. En als dat ook de manier is waarop je met zonde of verleiding omgaat is dat schaamteloze ongehoorzaamheid, want we worden bevolen de goede strijd te strijden (1 Timotheüs 1:18), om weerstand te bieden aan de duivel (Jacobus 4:7) en te streven naar heiligheid (Hebreeën 12:14).
Dit vers zegt dat het door de kracht van God is dat we elk goed voornemen en ons werk van geloof volbrengen. Maar dit doet de betekenis van de woorden “voornemen” en “werk” niet teniet. Een deel van het proces van het wandelen zoals dat Gods roeping waardig is, is een actieve betrokkenheid van onze wil in het beslissen om gerechtigheid te doen.
Als je een slepende zonde hebt in je leven, of je blijft een aantal goede werken verwaarlozen, gewoon omdat je maar hebt zitten wachten om gered te worden zonder strijd, dan stel je je ongehoorzaamheid samen. God zal nooit in een andere vorm met kracht in je wil verschijnen dan door een goed voornemen dat je maakt en houdt.
Mensen die dus geloven in de soevereiniteit van God moeten niet bang zijn om hun wil te betrekken in de strijd voor heiligheid. “Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen” (Lukas 13:24).
Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org