Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. (Romeinen 8:33)
Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. (Romeinen 8:33)
Paulus kon hier zeggen, “Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God?” En dan antwoorden: “Niemand! We zijn gerechtvaardigd.” Dat is waar. Maar dat is niet wat hij zei. In plaats daarvan is zijn antwoord: “God is het die rechtvaardigt.”
De nadruk licht niet op de handeling maar op Degene die de handeling uitvoert.
Waarom? Omdat, in de wereld van rechtbanken en wetten waar deze term vandaan komt, de vrijspraak van onze rechter te niet gedaan kan worden door een hogere rechter.
Wat als een lokale rechter je vrijspreekt terwijl je schuldig bent en de gouverneur het recht heeft om beschuldigingen tegen je in te brengen? Wat als een gouverneur je vrijspreekt terwijl je schuldig bent en de keizer nog beschuldigingen tegen je in kan brengen?
Dit is het punt: boven God zijn geen hogere rechtbanken. Als God het is die je vrijspreekt — als Hij je rechtvaardig verklaart in Zijn ogen — kan niemand in hoger beroep gaan, niemand kan de rechtszaak ongeldig verklaren, niemand kan nog iets anders tegen je inbrengen. Gods vonnis is definitief en volkomen.
Luister dus hier naar, iedereen die gelooft in Jezus Christus, iedereen die verenigd is met Christus en die zich onder de uitverkorenen telt: God is het die je rechtvaardigt. Niet een menselijke rechter. Niet een grote profeet. Niet een aartsengel uit de hemel. Maar God, de Schepper van de wereld, de Eigenaar van alle dingen, de Heerser van het universum en elke molecuul en persoon daar in, God is het die je rechtvaardigt.
Het punt: onwankelbare zekerheid als we oog in oog staan met enorm lijden. Als God voor ons is, kan niemand succesvol tegen ons zijn. Als God Zijn Zoon voor ons gaf, zal Hij ons alles geven wat goed voor ons is. Als God het is die ons rechtvaardigt, kan niemand nog beschuldigingen tegen ons inbrengen.
Paulus kon hier zeggen, “Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God?” En dan antwoorden: “Niemand! We zijn gerechtvaardigd.” Dat is waar. Maar dat is niet wat hij zei. In plaats daarvan is zijn antwoord: “God is het die rechtvaardigt.”
De nadruk licht niet op de handeling maar op Degene die de handeling uitvoert.
Waarom? Omdat, in de wereld van rechtbanken en wetten waar deze term vandaan komt, de vrijspraak van onze rechter te niet gedaan kan worden door een hogere rechter.
Wat als een lokale rechter je vrijspreekt terwijl je schuldig bent en de gouverneur het recht heeft om beschuldigingen tegen je in te brengen? Wat als een gouverneur je vrijspreekt terwijl je schuldig bent en de keizer nog beschuldigingen tegen je in kan brengen?
Dit is het punt: boven God zijn geen hogere rechtbanken. Als God het is die je vrijspreekt — als Hij je rechtvaardig verklaart in Zijn ogen — kan niemand in hoger beroep gaan, niemand kan de rechtszaak ongeldig verklaren, niemand kan nog iets anders tegen je inbrengen. Gods vonnis is definitief en volkomen.
Luister dus hier naar, iedereen die gelooft in Jezus Christus, iedereen die verenigd is met Christus en die zich onder de uitverkorenen telt: God is het die je rechtvaardigt. Niet een menselijke rechter. Niet een grote profeet. Niet een aartsengel uit de hemel. Maar God, de Schepper van de wereld, de Eigenaar van alle dingen, de Heerser van het universum en elke molecuul en persoon daar in, God is het die je rechtvaardigt.
Het punt: onwankelbare zekerheid als we oog in oog staan met enorm lijden. Als God voor ons is, kan niemand succesvol tegen ons zijn. Als God Zijn Zoon voor ons gaf, zal Hij ons alles geven wat goed voor ons is. Als God het is die ons rechtvaardigt, kan niemand nog beschuldigingen tegen ons inbrengen.
Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org