21 oktober 2020

Filippenzen 4:1-9


Opwekking tot vreugde, vertrouwen en het bedenken wat boven is

Overzicht

Adres


Hazelaarstraat 14
4431 DR ’s Gravenpolder

Programma

Welkom vanaf half 8

Lied 41

Rust, mijn ziel, wat zou u kwellen
of ontstellen?
Is dan God uw Vader niet?
Hoort Hij niet naar Jezus’ bede?
Is zijn vrede
u niet meer dan al ’t verdriet?

Heeft zijn Zoon voor u zijn leven
niet gegeven?
Woont zijn Geest niet in uw hart?
Zou Hij uw belang niet weten,
u vergeten,
u verlaten in uw smart?

Heeft Hij niet in vele noden
hulp geboden?
God is goed, ja God alleen.
Nimmer is zijn trouw bezweken,
ze is gebleken,
als het u onmoog’lijk scheen.

Wie kon ooit zijn macht beperken?
God kan werken
alles wat zijn wijsheid wil;
Hij is machtig, uw ontfermer,
uw beschermer;
als Hij spreekt, zijn stormen stil.

Leer Hem steeds weer te vertrouwen!
God kan bouwen,
Dat wat afgebroken schijnt.
Zien we niet, als we in de nachten
’t Licht verwachten,
Dat de duisternis verdwijnt?

Heeft Hij u Zijn raad verborgen;
Wil niet zorgen,
Wil niet raden naar die raad!
Volg zijn wetten! die zijn heilig,
En ’t is veilig,
Als men in die sporen gaat.

Is u de uitkomst nog verborgen,
werp uw zorgen
op de Heer; want Hij is goed.
Hij zal raad en hulpe geven;
wil niet beven,
wat u op deez’ aard’ ontmoet.

Hoop op zijn beloftenissen.
Niets zal missen,
wat Gods Woord u heeft beloofd;
wat Gods liefde goed zal keuren
zal gebeuren;
volg dan zwijgend, en geloof.

Jezus bidt, dat ge uw verlangen
moogt ontvangen,
als ’t u nuttig wezen zou.
Geeft God niet naar uw begeren,
’t mag u leren
rusten in zijn Vadertrouw.

Beveel gerust uw wegen

Beveel gerust uw wegen
al wat u ’t harte deert
der trouwe hoed’ en zegen
van Hem, die ’t al regeert
Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan
zal ook wel wegen vinden
waarlangs uw voet kan gaan

Laat Hem besturen, waken
’t is wijsheid wat Hij doet
Zo zal Hij alles maken
dat ge u verwond’ren moet
als Hij, die alle macht heeft
met wonderbaar beleid
geheel het werk volbracht heeft
waarom gij thans nog schreit

Maar blijft gij met vertrouwen
naar God zien in de nacht
dan doet Hij u aanschouwen
wat gij het minst verwacht
Eens zal Hij u bevrijden
ook van de zwaarste last
houd moedig bij het strijden
aan zijn beloften vast

Wijs: Psalm 118

Al is het einde ook verborgen
voor ’t oog, dat door geen nevels ziet,
God zal voor onze toekomst zorgen:
zij, die geloven, haasten niet.
Geloofd zij God! Hij zal ons schenken
een toekomst beter dan het graf;
aan sterven onbevreesd te denken
is ook een vrucht, die ’t kruis ons gaf.

Nooit kan ’t geloof te veel verwachten,
des Heilands woorden zijn gewis.
’t Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,
maar nooit een vriend als Jezus is.
Wat zou ooit zijne macht beperken?
’t Heelal staat onder zijn gebied!
Wat zijne liefde wil bewerken,
ontzegt Hem zijn vermogen niet.

Die hoop moet al ons leed verzachten.
Komt, reisgenoten, ’t hoofd omhoog!
Voor hen, die ’t heil des Heren wachten,
zijn bergen vlak en zeeën droog.
O zaligheid niet af te meten,
o vreugd, die alle smart verbant!
Daar is de vreemd’lingschap vergeten,
en wij, wij zijn in ’t Vaderland!

Filippenzen 4:1-9

1 Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie ik zeer verlang, mijn blijdschap en kroon, blijf zo staande in de Heere, geliefden! 2 Ik roep Euodia en ik roep Syntyche ertoe op eensgezind te zijn in de Heere. 3 Ja, ik vraag ook u, mijn oprechte metgezel: Help deze vrouwen, die samen met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens en mijn andere medearbeiders, van wie de namen in het boek des levens staan. 4 Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u. 5 Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heere is nabij. 6 Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; 7 en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. 8 Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat. 9 Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn.

Iemand deelt ter inleiding zijn overdenking aan de hand van dit gedeelte.

We denken samen na over het gedeelte aan de hand van de volgende vragen:

1. Welke woorden of uitdrukkingen vallen op?
2. Wat is er in dit gedeelte nieuw, onbekend of moeilijk
3. Wat zegt dit gedeelte over God en hoe zie ik dat in mijn leven?
4. Wat zegt dit gedeelte over mij en hoe zie ik dat in mijn leven?
5. Hoe verhoudt Jezus en wat Hij gedaan heeft zich tot dit gedeelte?
6. Hoe verhoudt de Heilige Geest zich tot dit gedeelte en hoe wil Hij mij hier helpen, troosten, onderwijzen, overtuigen of terechtwijzen?
7. Hoe zien we in dit gedeelte (een onderdeel van) het Evangelie?
8. Hoe zien we wat dit gedeelte zegt in de rest van de Bijbel?
9. Waarvoor moet ik God in dit gedeelte danken?
10. Waarvoor moet ik God in dit gedeelte bidden?

Heel de weg

Akkoorden

Heel de weg leidt mij mijn Heiland,
Wat verlangt mijn ziel dan meer?
Zou ik immer aan Hem twijf’len,
Die mij voortleidt keer op keer?
Zoete troost en zaal’ge vrede,
Heb ik steeds op Zijn bevel;
’k Weet, wat hier mij overvalle,
„Hij doet alle dingen wel.”
„Hij maakt alle dingen wel.”

Heel de weg leidt mij mijn Heiland,
Troost geeft Hij tot in den dood.
Als ik zwak ben in beproeving
Sterkt Hij mij met ’t hemelsch brood. —
Als mijn schreden soms gaan wank’len
En mijn ziel van dorst versmacht,
Geeft Hij mij het levend water,
En vernieuwt mijn levenskracht.
En vernieuwt mijn levenskracht.

Heel de weg leidt mij mijn Heiland,
Door al ’t aardsche stormgebruis,
En volkomen vreugde wacht mij
In het zalig Vaderhuis. —
Als ’k mijn kroon, die Hij zal geven,
Aan Zijn voeten nederleg,
Zal mijn lied voor eeuwig wezen:
„Jezus leidde m’ al den weg.”
„Jezus leidde m’ al den weg.”

Wijs: Jdh 113

Ik weet dat mijn Verlosser leeft,
Dit is het, wat mij troost hier geeft,
Hij leeft die voor mij stierf;
Hij leeft! dit maakt mij altijd blij,
Hij leeft! mijn Heiland, die voor mij
Een levenskroon verwierf.

refrein:
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! in majesteit omhoog;
Hij leeft! op Hem rust steeds mijn oog;
Mijn Heiland pleit voor mij!
Zijn liefde vult mijn kinderhart;
Hij leeft! dit neemt weg al mijn smart,
Mijn Heiland leeft voor mij.

refrein:
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! verrezen uit het graf!
Hij leeft! die ’t leven voor mij gaf!
Ik zing van Hem, die leeft.
Hij leeft! die mij zo teer bemint,
Hij leeft! die mij, Zijn dierbaar kind,
Het eeuwig leven geeft.

refrein:
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! waar Hij ons plaats bereidt;
Haast komt Hij weer in heerlijkheid.
Dit geeft tot juichen stof.
Wat vreugde is die verzeek’ring mij,
Dat mijn Verlosser leeft voor mij:
Zijn naam zij eeuwig lof!

refrein:
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hij leeft! Hij leeft!
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Jij die nog niet voor Jezus leeft!
Neemt aan het leven, dat Hij geeft.
Geen leven zonder Hem!
Hij leeft! Hij roept je: „Komt tot Mij”
Hij leeft! O, vlucht nu aan Zijn zij,
Dan leef ook jij voor Hem.

Genade en vrede🌿