Adres
Hazelaarstraat 14
4431 DR ’s Gravenpolder
Programma
Welkom vanaf half 8
Er is een Verlosser
Er is een Verlosser,
Jezus, Zoon van God.
Kostbaar Lam van God, Messias,
heilig God is Hij.
Jezus mijn Verlosser,
niemand is aan U gelijk.
Kostbaar Lam van God, Messias,
maakt van zonden vrij.
Dank U, o mijn Vader,
U gaf uw eigen Zoon,
Uw Geest als hulp voor ons totdat,
het werk op aarde is gedaan.
Ja, de dag zal komen,
dat ik Jezus zie.
Dan zal ik mijn Koning dienen,
voor eeuwig en eeuwig.
Dank U, o mijn Vader,
U gaf uw eigen Zoon,
Uw Geest als hulp voor ons totdat,
het werk op aarde is gedaan.
Dank U, o mijn Vader,
U gaf uw eigen Zoon,
Uw Geest als hulp voor ons totdat,
het werk op aarde is gedaan.
Ik weet in wie ‘k geloofd heb
Ik weet niet, waarom Gods genâ
Aan mij ook werd betoond,
En Hij mij, gansch onwaardig mensch,
Steeds zooveel liefde toont.
refrein:
Maar ik weet, in Wien ’k geloofd heb,
En ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
Dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
Tot dien dag bewaart voor mij.
Ik weet niet, hoe ’t geloof in mij
Door God werd ingewerkt,
Of hoe Hij door Zijn heil’gen Geest
Mij vrede in ’t harte werkt.
refrein:
Maar ik weet, in Wien ’k geloofd heb,
En ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
Dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
Tot dien dag bewaart voor mij.
Ik weet niet, hoe Gods Geest den mensch
Van zonde ook overtuigt,
En Jezus openbaart aan ’t hart,
Dat voor Hem nederbuigt.
refrein:
Maar ik weet, in Wien ’k geloofd heb,
En ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
Dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
Tot dien dag bewaart voor mij.
Ik weet niet, hoe mijn weg zal zijn,
Dien Hij voor mij bereidt;
Wat kruis ik draag, voor dat ik Hem
Zal zien in heerlijkheid.
refrein:
Maar ik weet, in Wien ’k geloofd heb,
En ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
Dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
Tot dien dag bewaart voor mij.
Ik weet niet, wen mijn Heer weer komt,
Of waar ik Hem begroet,
Of dat ’k moet sterven, voordat ik
Hem in de lucht ontmoet.
refrein:
Maar ik weet, in Wien ’k geloofd heb,
En ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
Dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
Tot dien dag bewaart voor mij.
Take the world, but give me Jesus,
All its joys are but a name;
But His love abideth ever,
Through eternal years the same.
Refrain:
Oh, the height and depth of mercy!
Oh, the length and breadth of love!
Oh, the fullness of redemption,
Pledge of endless life above!
Take the world, but give me Jesus,
Sweetest comfort of my soul;
With my Savior watching o’er me,
I can sing though billows roll. [Refrain]
Take the world, but give me Jesus,
Let me view His constant smile;
Then throughout my pilgrim journey
Light will cheer me all the while. [Refrain]
Take the world, but give me Jesus;
In His cross my trust shall be,
Till, with clearer, brighter vision,
Face to face my Lord I see. [Refrain]
Nederlandse versie:
1 Neem de wereld, geef mij Jezus,
wereld-vreugd’ gaat ras voorbij,
maar de liefde van mijn Heiland
blijft voor eeuwig rijk en vrij.
O, de hoogte, lengte, diepte
van zijn liefde, zonder peil,
o, de volheid van verlossing,
onderpand van ’t eeuwig heil.
2 Neem de wereld, geef mij Jezus,
want zijn troost is zalig, zoet;
Hij bewaart mij, geeft mij vrede;
dit is ‘t, wat mij juichen doet.
O, de hoogte, lengte, diepte
van zijn liefde, zonder peil,
o, de volheid van verlossing,
onderpand van ’t eeuwig heil.
3 Neem de wereld, geef mij Jezus,
want in Hem heb ‘k eeuwig licht.
En op ’s levens weg met Jezus,
blijft geen duisternis in ’t zicht.
O, de hoogte, lengte, diepte
van zijn liefde, zonder peil,
o, de volheid van verlossing,
onderpand van ’t eeuwig heil.
4 Neem de wereld, geef mij Jezus,
‘k weet, Hij stierf voor mij aan ’t kruis,
‘k dank Hem hier en ook voor eeuwig,
als ‘k Hem zie in ’t Vaderhuis.
O, de hoogte, lengte, diepte
van zijn liefde, zonder peil,
o, de volheid van verlossing,
onderpand van ’t eeuwig heil.
Filippenzen 2:1-11
Verder, mijn broeders, verblijd u in de Heere. Dezelfde dingen aan u te schrijven is mij niet onaangenaam en het geeft u zekerheid. 2 Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis. 3 Want wij zijn de besnijdenis, wij die God in de Geest dienen en in Christus Jezus roemen en niet op het vlees vertrouwen. 4 Hoewel ik reden heb om ook op het vlees te vertrouwen; als iemand anders denkt te kunnen vertrouwen op het vlees, ik nog meer: 5 besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, wat de wet betreft een Farizeeër, 6 wat ijver betreft een vervolger van de gemeente, wat de rechtvaardigheid betreft die in de wet is, onberispelijk. 7 Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus’ wil als schade beschouwd. 8 Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen, 9 en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof; 10 opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word, 11 om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden. 12 Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen.
Iemand deelt ter inleiding zijn overdenking aan de hand van dit gedeelte.
We denken samen na over het gedeelte aan de hand van de volgende vragen:
1. Welke woorden of uitdrukkingen vallen op?
2. Wat is er in dit gedeelte nieuw, onbekend of moeilijk
3. Wat zegt dit gedeelte over God en hoe zie ik dat in mijn leven?
4. Wat zegt dit gedeelte over mij en hoe zie ik dat in mijn leven?
5. Hoe verhoudt Jezus en wat Hij gedaan heeft zich tot dit gedeelte?
6. Hoe verhoudt de Heilige Geest zich tot dit gedeelte en hoe wil Hij mij hier helpen, troosten, onderwijzen, overtuigen of terechtwijzen?
7. Hoe zien we in dit gedeelte (een onderdeel van) het Evangelie?
8. Hoe zien we wat dit gedeelte zegt in de rest van de Bijbel?
9. Waarvoor moet ik God in dit gedeelte danken?
10. Waarvoor moet ik God in dit gedeelte bidden?
Redeemed, how I love to proclaim it!
Redeemed by the blood of the Lamb;
redeemed through His infinite mercy,
His child, and forever I am.
Refrain:
Redeemed, redeemed,
redeemed by the blood of the Lamb;
redeemed, how I love to proclaim it!
His child and forever I am.
Redeemed, and so happy in Jesus,
no language my rapture can tell;
I know that the light of His presence
with me doth continually dwell. [Refrain]
I think of my blessed Redeemer,
I think of Him all the day long;
I sing, for I cannot be silent;
His love is the theme of my song. [Refrain]
‘Tis so sweet to trust in Jesus,
and to take him at his word;
just to rest upon his promise,
and to know, “Thus saith the Lord.”
Refrain:
Jesus, Jesus, how I trust him!
How I’ve proved him o’er and o’er!
Jesus, Jesus, precious Jesus!
O for grace to trust him more!
O how sweet to trust in Jesus,
just to trust his cleansing blood;
and in simple faith to plunge me
neath the healing, cleansing flood! [Refrain]
Yes, ’tis sweet to trust in Jesus,
just from sin and self to cease;
just from Jesus simply taking
life and rest, and joy and peace. [Refrain]