Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus. (1 Korinthe 7:22)


Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus. (1 Korinthe 7:22)


Ik had verwacht dat Paulus de plaatsen van “Heere” en “Christus” had verwisseld.

Hij verbind onze vrijheid met Jezus als onze Heer (“een vrijgelatenen van de Heere”). En hij verbind onze nieuwe slavernij met Jezus als onze Messias (“een slaaf van Christus”). Maar eigenlijk kwam de Messias om Zijn volk te bevrijden van hun vijanden; en een heer controleert het leven van zijn volk.

Waarom zegt hij het op deze manier? Suggestie: de verbindingen hebben twee effecten op onze nieuwe vrijheid en twee effecten op onze nieuwe slavernij.

Als hij ons “de vrijgelatenen van de Heere” noemt, beveiligt en beperkt hij onze nieuwe vrijheid:

Zijn heerschappij is over alle andere heren; dus onze bevrijding is onbetwist — veilig. Maar vrij van alle andere heren zijn we niet vrij van Hem. Onze vrijheid is genadig beperkt.

Als hij ons “slaven van Christus” noemt, maakt hij onze slavernij losser en zoeter:

De Messias claimed Zijn eigen volk om ze uit gevangenschap te voeren en naar de open ruimten van vrede te brengen. “Aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen” (Jesaja 9:6).

En Hij maakt ze van Zichzelf om hen de zoetste vreugde te geven. “Ja, Ik zou u verzadigd hebben met honing uit de rots” (Psalm 81:16). En die Rots is Christus.

Ik had verwacht dat Paulus de plaatsen van “Heere” en “Christus” had verwisseld.

Hij verbind onze vrijheid met Jezus als onze Heer (“een vrijgelatenen van de Heere”). En hij verbind onze nieuwe slavernij met Jezus als onze Messias (“een slaaf van Christus”). Maar eigenlijk kwam de Messias om Zijn volk te bevrijden van hun vijanden; en een heer controleert het leven van zijn volk.

Waarom zegt hij het op deze manier? Suggestie: de verbindingen hebben twee effecten op onze nieuwe vrijheid en twee effecten op onze nieuwe slavernij.

Als hij ons “de vrijgelatenen van de Heere” noemt, beveiligt en beperkt hij onze nieuwe vrijheid:

Zijn heerschappij is over alle andere heren; dus onze bevrijding is onbetwist — veilig. Maar vrij van alle andere heren zijn we niet vrij van Hem. Onze vrijheid is genadig beperkt.

Als hij ons “slaven van Christus” noemt, maakt hij onze slavernij losser en zoeter:

De Messias claimed Zijn eigen volk om ze uit gevangenschap te voeren en naar de open ruimten van vrede te brengen. “Aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen” (Jesaja 9:6).

En Hij maakt ze van Zichzelf om hen de zoetste vreugde te geven. “Ja, Ik zou u verzadigd hebben met honing uit de rots” (Psalm 81:16). En die Rots is Christus.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org


Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org