En toen Hij in de tempel gekomen was, kwamen de overpriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe, terwijl Hij onderwijs gaf, en zeiden: Met welke bevoegdheid doet U deze dingen? En wie heeft U deze bevoegdheid gegeven? Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ik zal u ook één ding vragen; als u Mij dat zegt, zal Ik u ook zeggen met welke bevoegdheid Ik deze dingen doe. De doop van Johannes, vanwaar was die, uit de hemel of uit de mensen? En zij overlegden met elkaar, en zeiden: Als wij zeggen: Uit de hemel, dan zal Hij tegen ons zeggen: Waarom hebt u hem dan niet geloofd?Maar als wij zeggen: Uit de mensen, dan zijn wij bevreesd voor de menigte, want zij houden allen Johannes voor een profeet. En zij antwoordden Jezus en zeiden: Wij weten het niet. Hij zei tegen hen: Dan zeg Ik u ook niet met wat voor bevoegdheid Ik dit doe. (Mattheüs 21:23-27)
En toen Hij in de tempel gekomen was, kwamen de overpriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe, terwijl Hij onderwijs gaf, en zeiden: Met welke bevoegdheid doet U deze dingen? En wie heeft U deze bevoegdheid gegeven? Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ik zal u ook één ding vragen; als u Mij dat zegt, zal Ik u ook zeggen met welke bevoegdheid Ik deze dingen doe. De doop van Johannes, vanwaar was die, uit de hemel of uit de mensen? En zij overlegden met elkaar, en zeiden: Als wij zeggen: Uit de hemel, dan zal Hij tegen ons zeggen: Waarom hebt u hem dan niet geloofd?Maar als wij zeggen: Uit de mensen, dan zijn wij bevreesd voor de menigte, want zij houden allen Johannes voor een profeet. En zij antwoordden Jezus en zeiden: Wij weten het niet. Hij zei tegen hen: Dan zeg Ik u ook niet met wat voor bevoegdheid Ik dit doe. (Mattheüs 21:23-27)
Als je gezien had hoe Jezus de tempel binnenkwam en iedereen die daar kocht en verkocht naar buiten dreef, zou je jezelf waarschijnlijk afvragen, “Wie denkt Hij dat Hij is, met welke bevoegdheid doet Hij dat? Dit is wat de overpriesters en de oudsten aan Hem komen vragen, en dat is te begrijpen. Maar zoals Jezus vervolgvraag onthult was dit geen onschuldig onderzoek. De Joodse leiders werden al lange tijd bedreigt door Jezus’ bediening. Hij had gewezen op hun zonde, hun hypocrisie en Zijn tekenen en wonderen bewezen dat Hij veel meer macht had dan hen. In tegenstelling tot het valse onderwijs wat zij vaak gaven, onderwees Hij de waarheid van God als gezaghebbende (Mattheüs 7:29). Deze Joodse leiders wisten dat hun macht en populariteit door Hem ondermijnd werd.
Het was niet de eerste keer dat Jezus hun vraag beantwoorde met een andere vraag. Mijn kinderen hebben er een hekel aan als ik dat doe. Maar besef waarom Jezus dit doet. Hij vraagt of de doop van Johannes van God was of van de mensen. Deze vraag bracht hen in het nauw omdat ze zich verzet hadden tegen Johannes de Doper. Ze konden daarom niet toegeven dat hij door God gezonden was, maar ze wisten dat het volk Johannes vereerde als een profeet. Als ze dus zouden beweren dat de doop van Johannes niet van God was, dan zou hun reputatie op die manier beschadigd worden. Zouden ze zich openlijk verzetten tegen Gods boodschapper en de gunst van het volk verliezen?
De Joodse lijders waren gekomen om Jezus in de val te lokken, maar nu waren ze zelf gevangen. Jezus toont hier niet alleen de wijsheid van iemand die veel religieuze informatie kent, maar ook de wijsheid en kennis van iemand die op een unieke wijze weet door te dringen tot de harten van mensen. Hij openbaart onze motieven en de diepste verlangens van ons hart. Denk aan de manier waarop Hebreeën 4 over Gods Woord spreekt. Het is “levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.” Dit is Jezus, Hij kijkt zo door onze uiterlijke verschijning.
Hij kende de intenties van deze Joodse leiders, maar Hij weigerde hun spel mee te spelen. Ze konden niet zien dat zij Hem niet konden oordelen maar dat Hij hen oordeelde. Op deze dinsdag van De Lijdensweek bewonderen we de wijsheid en alwetendheid van Jezus. Er is niets voor Hem verborgen, zelfs onze verborgen gedachten niet. En als we bidden weten we dat we nooit iets voor God verbergen. Hij weet alles over ons. Dat is mooi, toch? Hij weet alles over ons en toch heeft Hij ons lief.
We bidden, en als we dat doen wil ik dat je eerlijk bent voor God.
Als je gezien had hoe Jezus de tempel binnenkwam en iedereen die daar kocht en verkocht naar buiten dreef, zou je jezelf waarschijnlijk afvragen, “Wie denkt Hij dat Hij is, met welke bevoegdheid doet Hij dat? Dit is wat de overpriesters en de oudsten aan Hem komen vragen, en dat is te begrijpen. Maar zoals Jezus vervolgvraag onthult was dit geen onschuldig onderzoek. De Joodse leiders werden al lange tijd bedreigt door Jezus’ bediening. Hij had gewezen op hun zonde, hun hypocrisie en Zijn tekenen en wonderen bewezen dat Hij veel meer macht had dan hen. In tegenstelling tot het valse onderwijs wat zij vaak gaven, onderwees Hij de waarheid van God als gezaghebbende (Mattheüs 7:29). Deze Joodse leiders wisten dat hun macht en populariteit door Hem ondermijnd werd.
Het was niet de eerste keer dat Jezus hun vraag beantwoorde met een andere vraag. Mijn kinderen hebben er een hekel aan als ik dat doe. Maar besef waarom Jezus dit doet. Hij vraagt of de doop van Johannes van God was of van de mensen. Deze vraag bracht hen in het nauw omdat ze zich verzet hadden tegen Johannes de Doper. Ze konden daarom niet toegeven dat hij door God gezonden was, maar ze wisten dat het volk Johannes vereerde als een profeet. Als ze dus zouden beweren dat de doop van Johannes niet van God was, dan zou hun reputatie op die manier beschadigd worden. Zouden ze zich openlijk verzetten tegen Gods boodschapper en de gunst van het volk verliezen?
De Joodse lijders waren gekomen om Jezus in de val te lokken, maar nu waren ze zelf gevangen. Jezus toont hier niet alleen de wijsheid van iemand die veel religieuze informatie kent, maar ook de wijsheid en kennis van iemand die op een unieke wijze weet door te dringen tot de harten van mensen. Hij openbaart onze motieven en de diepste verlangens van ons hart. Denk aan de manier waarop Hebreeën 4 over Gods Woord spreekt. Het is “levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.” Dit is Jezus, Hij kijkt zo door onze uiterlijke verschijning.
Hij kende de intenties van deze Joodse leiders, maar Hij weigerde hun spel mee te spelen. Ze konden niet zien dat zij Hem niet konden oordelen maar dat Hij hen oordeelde. Op deze dinsdag van De Lijdensweek bewonderen we de wijsheid en alwetendheid van Jezus. Er is niets voor Hem verborgen, zelfs onze verborgen gedachten niet. En als we bidden weten we dat we nooit iets voor God verbergen. Hij weet alles over ons. Dat is mooi, toch? Hij weet alles over ons en toch heeft Hij ons lief.
We bidden, en als we dat doen wil ik dat je eerlijk bent voor God.
God, er is niets in ons leven wat U niet weet. U kent onze gedachten zelfs beter dan dat wij ze zelf kennen. U kent iedere gedachte die we gehad hebben en elke gedachte die we vandaag zullen hebben. U kent al onze verlangens. U kent elk woord wat we zeggen. U weet wat we doen, ook als we denken dat we alleen zijn. We zijn niet alleen. U weet alles.
O God, ik denk aan mijn eigen leven. Als degenen die dit lezen en de mensen om mij heen al mijn gedachten zouden kennen zou dat verschrikkelijk zijn. Daarom prijs ik U, o God. We prijzen U dat U alles over ons weet, dat U doordringt tot het diepste van ons hart en ons toch liefhebt. O we Uw zien liefde in Jezus komst om het hart van de mensen bloot te leggen. Jezus, dank U wel dat U gekomen bent. We danken U, en we vieren dit deze week speciaal, dat U aan het kruis voor onze zonden bent gestorven, voor elke zondige gedachte, elke zondige daad, elk zondig verlangen en elk zondig woord. O God, dank U wel dat U ons zo liefhebt dat U ons onze zonden wilt vergeven door de dood van Jezus aan het kruis.
God, help ons, we bidden het U. Help ons om eerlijk voor U te leven. Laat steeds weer gebieden in ons leven zien die in overeenstemming gebracht moeten worden aan het beeld van Jezus. We willen U eren. We willen U verheerlijken met al onze gedachten, elk woord, elk verlangen en in alles wat we doen. Help ons, in Uw genade voor ons, help ons om U zo te verheerlijken in ons leven.
We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.
Overgenomen van Radical.net
God, er is niets in ons leven wat U niet weet. U kent onze gedachten zelfs beter dan dat wij ze zelf kennen. U kent iedere gedachte die we gehad hebben en elke gedachte die we vandaag zullen hebben. U kent al onze verlangens. U kent elk woord wat we zeggen. U weet wat we doen, ook als we denken dat we alleen zijn. We zijn niet alleen. U weet alles.
O God, ik denk aan mijn eigen leven. Als degenen die dit lezen en de mensen om mij heen al mijn gedachten zouden kennen zou dat verschrikkelijk zijn. Daarom prijs ik U, o God. We prijzen U dat U alles over ons weet, dat U doordringt tot het diepste van ons hart en ons toch liefhebt. O we Uw zien liefde in Jezus komst om het hart van de mensen bloot te leggen. Jezus, dank U wel dat U gekomen bent. We danken U, en we vieren dit deze week speciaal, dat U aan het kruis voor onze zonden bent gestorven, voor elke zondige gedachte, elke zondige daad, elk zondig verlangen en elk zondig woord. O God, dank U wel dat U ons zo liefhebt dat U ons onze zonden wilt vergeven door de dood van Jezus aan het kruis.
God, help ons, we bidden het U. Help ons om eerlijk voor U te leven. Laat steeds weer gebieden in ons leven zien die in overeenstemming gebracht moeten worden aan het beeld van Jezus. We willen U eren. We willen U verheerlijken met al onze gedachten, elk woord, elk verlangen en in alles wat we doen. Help ons, in Uw genade voor ons, help ons om U zo te verheerlijken in ons leven.
We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.
Overgenomen van Radical.net