19 augustus 2020
Filippenzen 2:1-11
Een oproep tot nederige opoffering; Jezus' heerlijke voorbeeld
Adres
Hazelaarstraat 14
4431 DR ’s Gravenpolder
Programma
Welkom vanaf half 8
Liefde was het, onuitputt’lijk,
liefd’ en goedheid, eind’loos groot.
Toen de Levensvorst op aarde
tot ons heil zijn bloed vergoot.
Komt, laat ons zijn liefde prijzen
God geeft vreugd’ en dankensstof.
Eenmaal zingen wij voor eeuwig
in de hemel zijnen lof.
Rijd als Heerser door de velden,
Jezus in uw grote kracht.
Niets, niets kan U tegenhouden,
zelfs de hel niet met haar macht.
Voor uw naam, zo groot en heerlijk
zinkt de vijand weg in ’t niet.
Heel de schepping, Heer, zal beven,
als zij U, haar Koning, ziet
Kom bewonder het mysterie
Kom bewonder het mysterie
In Gods een’ggeboren Zoon.
God, gehuld in mensgedaante
Daalde af van ’s hemels troon.
In het donker en de schem’ring
Kwam het Levenslicht tot ons
Kijk naar Jezus, die verned’ring
Voor bevrijding niet weerstond.
Vers 2
Kom bewonder het mysterie
In de komst van Davids Zoon.
In Zijn leven, in Zijn lijden.
Deed Hij recht en bleef Hij rein.
Hij, de grote Wetsvervuller
Hij verlost ons van de hel.
Hij is meer dan vader Adam,
Ja, Hij keert om onze val.
Vers 3
Kom bewonder het mysterie,
Koning Jezus, aan het kruis.
Hij in van plaats van vuile zondaars.
Geeft als Lam een eeuwig thuis
Kijk wat Hij gaf als de losprijs,
Kijk, Gods plan ontvouwt zich daar,
Zoveel zielen vinden vrijheid
Heilig door de Middelaar
Vers 4
Kom bewonder het mysterie,
In de dood van ’t Leven zelf.
Maar geen graf kon Hem weerhouden
Loof de Levensvorst, Hij leeft!
Wat een voorsmaak van verlossing,
Wat onwrikbaar onze hoop,
Hij herrees in kracht en glorie
Zo ook wij, straks als Hij komt.
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar moest lijden.
‘k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.
Laat mij, o Heer, uw wond’re wijsheid prijzen,
dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen,
laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen
als sterkte roemen.
Filippenzen 2:1-11
Oproep tot eensgezindheid en ootmoed
1 Als er dan enige bemoediging is in Christus, als er enige troost is van de liefde, als er enige gemeenschap is van de Geest, als er enige innige gevoelens en ontfermingen zijn, 2 maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen. 3 Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. 4 Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.
Lofzang op Christus
5 Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, 6 Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, 7 maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. 8 En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11 en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.
Jarno deelt ter inleiding zijn overdenking aan de hand van dit gedeelte.
We denken samen na over het gedeelte aan de hand van de volgende vragen:
1. Welke woorden of uitdrukkingen vallen op?
2. Wat is er in dit gedeelte nieuw, onbekend of moeilijk
3. Wat zegt dit gedeelte over God en hoe zie ik dat in mijn leven?
4. Wat zegt dit gedeelte over mij en hoe zie ik dat in mijn leven?
5. Hoe verhoudt Jezus en wat Hij gedaan heeft zich tot dit gedeelte?
6. Hoe verhoudt de Heilige Geest zich tot dit gedeelte en hoe wil Hij mij hier helpen, troosten, onderwijzen, overtuigen of terechtwijzen?
7. Hoe zien we in dit gedeelte (een onderdeel van) het Evangelie?
8. Hoe zien we wat dit gedeelte zegt in de rest van de Bijbel?
9. Waarvoor moet ik God in dit gedeelte danken?
10. Waarvoor moet ik God in dit gedeelte bidden?
Ik wil zingen van mijn Heiland,
van zijn liefde, wondergroot,
die Zichzelve gaf aan ‘t kruishout
en mij redde van de dood.
Zing, o zing van mijn Verlosser,
met zijn bloed kocht Hij ook mij.
Aan het kruis schonk Hij genade,
droeg mijn schuld en ik was vrij.
‘k Wil het wonder gaan verhalen,
hoe Hij op Zich nam mijn straf.
Hoe in liefde en genade,
Hij ‘t rantsoen gewillig gaf.
Zing, o zing van mijn Verlosser,
met zijn bloed kocht Hij ook mij.
Aan het kruis schonk Hij genade,
droeg mijn schuld en ik was vrij.
Ik wil zingen van mijn Heiland,
hoe Hij smarten leed en pijn,
om mij ‘t leven weer te geven,
eeuwig eens bij Hem te zijn.
Zing, o zing van mijn Verlosser,
met zijn bloed kocht Hij ook mij.
Aan het kruis schonk Hij genade,
droeg mijn schuld en ik was vrij.
Leer mij uw weg, o Heer,
leer mij uw weg.
Schenk van uw kracht mij meer,
leer mij uw weg.
Houd mij in evenwicht,
dat ‘voor uw aangezicht,
wandel in ’t volle licht,
leer mij uw weg.
Hoe ook mijn toestand wordt,
leer mij uw weg.
’t Leven zij lang of kort,
leer mij uw weg.
Is dan mijn hoop volbracht,
‘vrees ik geen dood of macht,
daar mijn ziel U verwacht,
leer mij Uw weg.
Wat ook dit leven brengt,
Hij is nabij.
’t Zij vreugd of droefheid schenkt,
Hij is nabij.
Hoe sterk ook satans macht,
Jezus geeft licht en kracht
ieder, die Hem verwacht;
Hij is nabij.