Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij wijzen en onverstandigen. Zo is wat in mij is, gewillig om ook u die in Rome bent, het Evangelie te verkondigen. Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. (Romeinen 1:14-16)


Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij wijzen en onverstandigen. Zo is wat in mij is, gewillig om ook u die in Rome bent, het Evangelie te verkondigen. Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. (Romeinen 1:14-16)


Deze verzen zijn een krachtige inleiding tot deze brief. Paulus houdt van het Evangelie, hij schaamt zich er niet voor. Hij schaamt zich niet voor dit goede nieuws dat Jezus is gestorven aan een kruis en opgestaan is uit het graf. Hij houdt van het Evangelie en hij wil het vrijmoedig verkondigen in de wereld om hem heen. Maar dan zegt hij, ik wil dit niet alleen, “Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij wijzen en onverstandigen. Zo is wat in mij is, gewillig om ook u die in Rome bent, het Evangelie te verkondigen.”

En verderop in deze brief zegt hij dat hij het Evangelie ook graag in Spanje wil brengen, maar hier gebruikt hij deze woorden, “Ik sta in de schuld.” In Paulus gedachten brengt het bezit en het kennen van het Evangelie een verplichting met zich mee. Omdat hij het goede nieuws van Gods genade in Christus kent, is hij het verschuldigd om het aan anderen bekend te maken.

En zo wil ik je aanmoedigen om hierover na te denken in je leven. We hebben het Evangelie. We hebben het goede nieuws van Gods genade in Christus. We bezitten het Evangelie. Dat stelt ons in de schuld voor anderen, het verplicht ons dit Evangelie aan anderen bekend te maken. Wij hebben kennis van Christus en we zijn die kennis van Christus aan anderen verschuldigd. Er zijn in deze wereld een paar miljard mensen die weinig tot geen kennis hebben van het Evangelie. We gaan en delen het Evangelie niet alleen met hen omdat we het graag willen, we doen dit omdat het moet. We zijn dat verplicht. We zijn hen het Evangelie verschuldigd. We zijn het verschuldigd om hen het Evangelie te brengen.

Wat zou er gebeuren als we dit echt zouden beseffen? Wat zou er gebeuren in ons leven, in onze gebeden, in de manier waarop we geven, in de manier waarop we onze middelen gebruiken, de manier waarop we samenkomen in de gemeente en als gemeente de middelen gebruiken, de manier waarop we op zendingsreizen gaan, de manier waarop we zendelingen sturen en in de manier waarop we zoeken naar mogelijkheden om het Evangelie overal te verspreiden?

Vandaag wil ik bidden voor het Maleisische volk in Brunei. Het grootste deel is moslim, en er zijn daar maar een paar volgelingen van Christus. Het is niet makkelijk om het Evangelie daar te krijgen. Daarom zal het zwaar worden om het Evangelie daar te krijgen en moeten we bidden. We moeten geven en creatieve manieren bedenken om te gaan. Dit is iets wat we moeten doen, het is niet zo dat we daarin een keuze hebben. We zijn hen het Evangelie verschuldigd. We zijn het Evangelie verschuldigd aan alle volken, aan alle bevolkingsgroepen op deze aarde, elke stam, taal en natie.

Deze verzen zijn een krachtige inleiding tot deze brief. Paulus houdt van het Evangelie, hij schaamt zich er niet voor. Hij schaamt zich niet voor dit goede nieuws dat Jezus is gestorven aan een kruis en opgestaan is uit het graf. Hij houdt van het Evangelie en hij wil het vrijmoedig verkondigen in de wereld om hem heen. Maar dan zegt hij, ik wil dit niet alleen, “Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij wijzen en onverstandigen. Zo is wat in mij is, gewillig om ook u die in Rome bent, het Evangelie te verkondigen.”

En verderop in deze brief zegt hij dat hij het Evangelie ook graag in Spanje wil brengen, maar hier gebruikt hij deze woorden, “Ik sta in de schuld.” In Paulus gedachten brengt het bezit en het kennen van het Evangelie een verplichting met zich mee. Omdat hij het goede nieuws van Gods genade in Christus kent, is hij het verschuldigd om het aan anderen bekend te maken.

En zo wil ik je aanmoedigen om hierover na te denken in je leven. We hebben het Evangelie. We hebben het goede nieuws van Gods genade in Christus. We bezitten het Evangelie. Dat stelt ons in de schuld voor anderen, het verplicht ons dit Evangelie aan anderen bekend te maken. Wij hebben kennis van Christus en we zijn die kennis van Christus aan anderen verschuldigd. Er zijn in deze wereld een paar miljard mensen die weinig tot geen kennis hebben van het Evangelie. We gaan en delen het Evangelie niet alleen met hen omdat we het graag willen, we doen dit omdat het moet. We zijn dat verplicht. We zijn hen het Evangelie verschuldigd. We zijn het verschuldigd om hen het Evangelie te brengen.

Wat zou er gebeuren als we dit echt zouden beseffen? Wat zou er gebeuren in ons leven, in onze gebeden, in de manier waarop we geven, in de manier waarop we onze middelen gebruiken, de manier waarop we samenkomen in de gemeente en als gemeente de middelen gebruiken, de manier waarop we op zendingsreizen gaan, de manier waarop we zendelingen sturen en in de manier waarop we zoeken naar mogelijkheden om het Evangelie overal te verspreiden?

Vandaag wil ik bidden voor het Maleisische volk in Brunei. Het grootste deel is moslim, en er zijn daar maar een paar volgelingen van Christus. Het is niet makkelijk om het Evangelie daar te krijgen. Daarom zal het zwaar worden om het Evangelie daar te krijgen en moeten we bidden. We moeten geven en creatieve manieren bedenken om te gaan. Dit is iets wat we moeten doen, het is niet zo dat we daarin een keuze hebben. We zijn hen het Evangelie verschuldigd. We zijn het Evangelie verschuldigd aan alle volken, aan alle bevolkingsgroepen op deze aarde, elke stam, taal en natie.

We bidden, o God, dank U, dank U, dank U voor het Evangelie. Dank U wel dat U ons gered hebt. Dank U wel dat U, door het bloed van Christus, onze zonden bedekt. Dank U wel voor degenen die ons dit Evangelie bekend gemaakt hebben. Als we opgroeiden in gezinnen waar we het Evangelie hoorden, prijzen we U voor deze gezinnen die Uw Evangelie trouw hebben doorgegeven, die in zekere zin gedaan hebben wat ze ons verschuldigd waren door het Evangelie aan ons bekend te maken. God, help ons dan om trouw te zijn in de schuld die ons gegeven is. We zijn het verschuldigd, we beseffen dit nu we dit gedeelte lezen, we zijn het Evangelie verschuldigd aan iedereen die het nog niet gehoord heeft. Help ons daarom, God, om het Evangelie bekend te maken onder degenen die het nog nooit gehoord hebben.

God we bidden voor het Maleisische volk in Brunei. We bidden voor dit kleine Islamitische land. God, we bidden dat U er mensen tot geloof in Jezus brengt. Zorg er voor dat Uw Evangelie daar verspreidt wordt en gebruik ons leven en onze gemeente daarvoor! We bidden voor het Maleisische volk in Brunei en voor allerlei andere bevolkingsgroepen in deze wereld.

God, we bidden dat U ons helpt om trouw te zijn en te doen wat we hen die het Evangelie nog nooit gehoord hebben, verschuldigd zijn. We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net


We bidden, o God, dank U, dank U, dank U voor het Evangelie. Dank U wel dat U ons gered hebt. Dank U wel dat U, door het bloed van Christus, onze zonden bedekt. Dank U wel voor degenen die ons dit Evangelie bekend gemaakt hebben. Als we opgroeiden in gezinnen waar we het Evangelie hoorden, prijzen we U voor deze gezinnen die Uw Evangelie trouw hebben doorgegeven, die in zekere zin gedaan hebben wat ze ons verschuldigd waren door het Evangelie aan ons bekend te maken. God, help ons dan om trouw te zijn in de schuld die ons gegeven is. We zijn het verschuldigd, we beseffen dit nu we dit gedeelte lezen, we zijn het Evangelie verschuldigd aan iedereen die het nog niet gehoord heeft. Help ons daarom, God, om het Evangelie bekend te maken onder degenen die het nog nooit gehoord hebben.

God we bidden voor het Maleisische volk in Brunei. We bidden voor dit kleine Islamitische land. God, we bidden dat U er mensen tot geloof in Jezus brengt. Zorg er voor dat Uw Evangelie daar verspreidt wordt en gebruik ons leven en onze gemeente daarvoor! We bidden voor het Maleisische volk in Brunei en voor allerlei andere bevolkingsgroepen in deze wereld.

God, we bidden dat U ons helpt om trouw te zijn en te doen wat we hen die het Evangelie nog nooit gehoord hebben, verschuldigd zijn. We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net