Een scherpe oproep aan de bruid van Christus om de liefde waarmee Christus ons heeft liefgehad te verspreiden.
Vers 1
O bruid van Christus, hoe bevuild,
Je hebt je hart voor haat verruild,
Je deur gesloten voor je Man,
Die in Zijn liefde tot je kwam.
Vers 2
Voor jou gaf Hij Zijn vlees en bloed,
Hij nam je zondeschuld voorgoed,
Hoe kan een mens dan schuldig staan,
Die tegen jou iets heeft misdaan?
Vers 3
Hij gaf Zijn liefde, onverdiend,
Hoe kun je op Zijn bloed dan zien,
Als je je vijanden niet helpt,
En liefdeloos het kwaad vergeldt?
Vers 4
O bruid van Christus, sta toch op!
Zoek Hem die aan je deur nog klopt.
Je Liefste die je liefde zoekt,
Hoe koppig je zo vaak ook doet.
Vers 5
Ga dan, vergeven, met Hem uit,
En dien Zijn onvolmaakte bruid,
Zodat Hij door ons, straks volmaakt,
Ook nu al, één, wordt grootgemaakt.
Vers 1
O bruid van Christus, hoe bevuild,
Je hebt je hart voor haat verruild,
Je deur gesloten voor je Man,
Die in Zijn liefde tot je kwam.
Vers 2
Voor jou gaf Hij Zijn vlees en bloed,
Hij nam je zondeschuld voorgoed,
Hoe kan een mens dan schuldig staan,
Die tegen jou iets heeft misdaan?
Vers 3
Hij gaf Zijn liefde, onverdiend,
Hoe kun je op Zijn bloed dan zien,
Als je je vijanden niet helpt,
En liefdeloos het kwaad vergeldt?
Vers 4
O bruid van Christus, sta toch op!
Zoek Hem die aan je deur nog klopt.
Je Liefste die je liefde zoekt,
Hoe koppig je zo vaak ook doet.
Vers 5
Ga dan, vergeven, met Hem uit,
En dien Zijn onvolmaakte bruid,
Zodat Hij door ons, straks volmaakt,
Ook nu al, één, wordt grootgemaakt.
Hooglied,