Vers 1
U bent heilig, heilig, heilig,
Alverslindend als het vuur.
Zo rechtvaardig en oneindig,
Alles buigt voor Uw bestuur.
Heerlijkheid vervult de aarde,
En mijn oog heeft het gezien.
Al mijn goedheid heeft geen waarde,
Voor de God die lof verdient.
Vers 2
Als ik straks voor U zal komen,
Wee mijn ziel, ik zal vergaan.
Ik heb niets wat ik kan tonen,
En zal schuldig voor U staan.
Maar mijn Jezus, rein van lippen,
Geen bedrog was in Zijn mond,
Liet geen kwaad zich ooit ontglippen,
Waardoor Hij rechtvaardig stond.
Vers 3
Door de gloed van toorn verslonden,
Aan het kruis, stierf Hij voor mij.
En Zijn lippen en Zijn wonden,
Roepen, kom, de weg is vrij!
Kom vrijmoedig, zonder schaamte,
Al je zonden zijn verzoend,
En je misdaad is geweken,
Aangeraakt heb Ik je mond.
Bridge
O door Jezus kan ik God zien,
Ben ik rein, van zonden vrij!
O door Jezus zal ik God zien,
Roept Hij mij, omhelst Hij mij!
Vers 4
U bent heilig, heilig, heilig,
Hartverwarmend is Uw vuur.
Zo barmhartig en genadig,
Heer, ik buig voor Uw bestuur.
Heerlijkheid vult straks de aarde,
En mijn ogen zullen zien.
En mijn lippen zullen zingen,
Van de God die lof verdient!
Vers 1
U bent heilig, heilig, heilig,
Alverslindend als het vuur.
Zo rechtvaardig en oneindig,
Alles buigt voor Uw bestuur.
Heerlijkheid vervult de aarde,
En mijn oog heeft het gezien.
Al mijn goedheid heeft geen waarde,
Voor de God die lof verdient.
Vers 2
Als ik straks voor U zal komen,
Wee mijn ziel, ik zal vergaan.
Ik heb niets wat ik kan tonen,
En zal schuldig voor U staan.
Maar mijn Jezus, rein van lippen,
Geen bedrog was in Zijn mond,
Liet geen kwaad zich ooit ontglippen,
Waardoor Hij rechtvaardig stond.
Vers 3
Door de gloed van toorn verslonden,
Aan het kruis, stierf Hij voor mij.
En Zijn lippen en Zijn wonden,
Roepen, kom, de weg is vrij!
Kom vrijmoedig, zonder schaamte,
Al je zonden zijn verzoend,
En je misdaad is geweken,
Aangeraakt heb Ik je mond.
Bridge
O door Jezus kan ik God zien,
Ben ik rein, van zonden vrij!
O door Jezus zal ik God zien,
Roept Hij mij, omhelst Hij mij!
Vers 4
U bent heilig, heilig, heilig,
Hartverwarmend is Uw vuur.
Zo barmhartig en genadig,
Heer, ik buig voor Uw bestuur.
Heerlijkheid vult straks de aarde,
En mijn ogen zullen zien.
En mijn lippen zullen zingen,
Van de God die lof verdient!