Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. (2 Korinthe 4:16)


Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. (2 Korinthe 4:16)


Paulus ziet niet meer zoals hij vroeger zag (en er waren geen brillen). Hij kan niet meer horen zoals hij vroeger hoorde (en er waren geen gehoorapparaten). Hij herstelt niet meer van slagen zoals hij vroeger herstelde (en er was geen antibiotica). Zijn kracht en het lopen van stad tot stad is niet meer wat het geweest is. Hij ziet rimpels in zijn gezicht en nek. Zijn geheugen is niet meer zo goed. Hij geeft toe dat dit een bedreiging is voor zijn geloof, vreugde en moed.

Maar hij verliest de moed niet. Waarom?

Hij verliest de moed niet omdat zijn innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd wordt. Hoe gaat dat?

De vernieuwing van zijn hart komt van iets heel vreemds: het komt van het kijken naar iets wat hij niet kan zien. 

Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig. (2 Korinthe 4:18)

Dit is de manier van Paulus om de moed niet te verliezen: kijken naar wat je niet kunt zien. Wat zag hij?

Een paar verzen later in 2 Korinthe 5:7 zegt hij: “Want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwing.” Dat betekent niet dat hij zomaar in het duister stapt zonder bewijs van wat daar is. Het betekent dat de meest waardevolle en belangrijke realiteiten in de wereld  voor nu buiten onze fysieke zintuigen liggen.

Wij “kijken” naar deze onzichtbare dingen door het Evangelie. We versterken ons hart — en vernieuwen onze moed — door onze ogen te richten op de onzichtbare, objectieve waarheid die we zien in het getuigenis van hen die Jezus Christus van aangezicht tot aangezicht gezien hebben.

Paulus ziet niet meer zoals hij vroeger zag (en er waren geen brillen). Hij kan niet meer horen zoals hij vroeger hoorde (en er waren geen gehoorapparaten). Hij herstelt niet meer van slagen zoals hij vroeger herstelde (en er was geen antibiotica). Zijn kracht en het lopen van stad tot stad is niet meer wat het geweest is. Hij ziet rimpels in zijn gezicht en nek. Zijn geheugen is niet meer zo goed. Hij geeft toe dat dit een bedreiging is voor zijn geloof, vreugde en moed.

Maar hij verliest de moed niet. Waarom?

Hij verliest de moed niet omdat zijn innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd wordt. Hoe gaat dat?

De vernieuwing van zijn hart komt van iets heel vreemds: het komt van het kijken naar iets wat hij niet kan zien. 

Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig. (2 Korinthe 4:18)

Dit is de manier van Paulus om de moed niet te verliezen: kijken naar wat je niet kunt zien. Wat zag hij?

Een paar verzen later in 2 Korinthe 5:7 zegt hij: “Want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwing.” Dat betekent niet dat hij zomaar in het duister stapt zonder bewijs van wat daar is. Het betekent dat de meest waardevolle en belangrijke realiteiten in de wereld  voor nu buiten onze fysieke zintuigen liggen.

Wij “kijken” naar deze onzichtbare dingen door het Evangelie. We versterken ons hart — en vernieuwen onze moed — door onze ogen te richten op de onzichtbare, objectieve waarheid die we zien in het getuigenis van hen die Jezus Christus van aangezicht tot aangezicht gezien hebben.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org


Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org