Twee manieren om aan Jezus te denken

Paulus noemt twee specifieke manieren om Jezus in gedachten te houden: Denk eraan dat Hij is opgestaan uit de dood. En denk eraan dat Hij uit het nageslacht van David is. Waarom deze twee dingen?

Omdat Hij leeft als Hij opgestaan is uit de dood, dan heeft Hij de dood overwonnen. “En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont” (Romeinen 8:11).

Dit betekent dat het niet uitmaakt hoe zwaar het lijden wordt, je doden is het ergste wat het kan doen op deze aarde. En Jezus heeft de angel uit deze vijand gehaald. Hij leeft. En jij zal leven. “ En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden” (Mattheüs 10:28).

De opstanding van Jezus was niet zomaar een opstanding. Het was de opstanding van de Zoon van David. “Houd in gedachten dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het nageslacht van David.” Waarom zegt Paulus dat?

Omdat elke Joodse persoon wist wat dat betekende. Dat betekende dat Jezus de Messias was (Johannes 7:42). En dat betekende dat deze opstanding niet zomaar een opstanding was maar de opstanding van een eeuwige Koning. Luister naar de woorden van de engel aan Maria, Jezus’ moeder:

“En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen” (Lukas 1:31—33).

Denk dus aan Jezus, Degene die je dient, voor wie je lijdt. Hij leeft en Hij zal eeuwig regeren en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. Wat ze ook met je zullen doen, je hoeft niet bang te zijn.