De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (Hebreeën 13:20—21)


De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (Hebreeën 13:20—21)


Christus vergoot het bloed van het eeuwige verbond. Door deze succesvolle verlossing, behaalde Hij de zegen van de opstanding uit de doden. Nu is Hij onze levende Heere en Herder.

En daarom doet God twee dingen:

  1. Hij rust ons toe tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en
  2. Hij werkt in ons wat welbehaaglijk is in Zijn ogen.

Het “eeuwige verbond,” beveiligd door het bloed van Christus, is het nieuwe verbond. En de belofte van het nieuwe verbond is: “Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven” (Jeremia 31:33). Daarom zorgt het bloed van dit verbond niet alleen voor Gods toerusten van ons om Zijn wil te doen maar het zorgt er ook voor dat God in ons werkt om die toerusting succesvol te maken.

De wil van God is niet alleen geschreven op steen of papier als een middel van genade. Het wordt gewerkt in ons. En het gevolg is dat we voelen, denken en handelen op een manier die God meer behaagt.

We worden nog steeds geboden om de toerusting die Hij geeft te gebruiken: “werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven.” Maar nog belangrijker is dat we verteld worden waarom: “want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen” (Filippenzen 2:13).

Als we in staat zijn om God te behagen — als we Zijn welbehagen doen — dan komt dat omdat de met bloed gekochte genade van God verder gegaan is van alleen toerusten naar almachtig veranderen.

Christus vergoot het bloed van het eeuwige verbond. Door deze succesvolle verlossing, behaalde Hij de zegen van de opstanding uit de doden. Nu is Hij onze levende Heere en Herder.

En daarom doet God twee dingen:

  1. Hij rust ons toe tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en
  2. Hij werkt in ons wat welbehaaglijk is in Zijn ogen.

Het “eeuwige verbond,” beveiligd door het bloed van Christus, is het nieuwe verbond. En de belofte van het nieuwe verbond is: “Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven” (Jeremia 31:33). Daarom zorgt het bloed van dit verbond niet alleen voor Gods toerusten van ons om Zijn wil te doen maar het zorgt er ook voor dat God in ons werkt om die toerusting succesvol te maken.

De wil van God is niet alleen geschreven op steen of papier als een middel van genade. Het wordt gewerkt in ons. En het gevolg is dat we voelen, denken en handelen op een manier die God meer behaagt.

We worden nog steeds geboden om de toerusting die Hij geeft te gebruiken: “werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven.” Maar nog belangrijker is dat we verteld worden waarom: “want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen” (Filippenzen 2:13).

Als we in staat zijn om God te behagen — als we Zijn welbehagen doen — dan komt dat omdat de met bloed gekochte genade van God verder gegaan is van alleen toerusten naar almachtig veranderen.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org


Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org