Daarop zei hij tegen hen: Pak mij op en werp mij in de zee; dan zal de zee u met rust laten, want ik weet dat deze zware storm u omwille van mij overkomt. De mannen roeiden echter om het schip terug te brengen naar het droge. Maar zij konden het niet, want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen hen. (Jona 1:12—13)

Lees verder Mattheüs 12:38—42.


Daarop zei hij tegen hen: Pak mij op en werp mij in de zee; dan zal de zee u met rust laten, want ik weet dat deze zware storm u omwille van mij overkomt. De mannen roeiden echter om het schip terug te brengen naar het droge. Maar zij konden het niet, want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen hen. (Jona 1:12—13)

Lees verder Mattheüs 12:38—42.


Jezus kwam in het schip van onze mensheid om ons uit de storm te verlossen. Het schip werd alle kanten op geslingerd op de golven van Gods toorn. De zeelieden hadden hard gezwoegd. Jaar na jaar hadden filosofen en wijzen geprobeerd vrede te stichten met God. Dat kostte veel slachtoffers en er hadden rivieren van bloed gestroomd. Zelfs de eerstgeborenen waren opgeofferd, maar de diepte was nog steeds onstuimig.

Toen kwam Jezus en ze wierpen Hem overboord. Ze sleepten Hem uit de stad, “Weg met Hem, weg met Hem, Hij hoort niet te leven.” Jezus sterft, er kwam rust. Diep was de vrede die op die vreselijke dag over de aarde viel. Vreugdevol is de kalmte die komen zal omdat de Plaatsvervanger buiten geworpen is die “voor de zonden geleden heeft, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen” (1 Petrus 1:18).

Broeders, had ik maar meer geschikte woorden om de vrede te omschrijven die er in het menselijke hart komt wanneer we leren zien dat Jezus om onze zonden in de golven van Gods toorn geworpen werd. Het geweten beschuldigd dan niet meer. Het oordeel is voor de zondaar, in plaats van tegen hem. We kunnen terugkijken op onze zonden — ja, met droefheid over die zonde — maar zonder de angst voor de komende straf over die zonde.

Het is heerlijk voor een mens om te weten dat hij niet gestraft kan worden, ook al beeft de hemel en de aarde, hij kan niet gestraft worden voor zijn zonde.

Jezus kwam in het schip van onze mensheid om ons uit de storm te verlossen. Het schip werd alle kanten op geslingerd op de golven van Gods toorn. De zeelieden hadden hard gezwoegd. Jaar na jaar hadden filosofen en wijzen geprobeerd vrede te stichten met God. Dat kostte veel slachtoffers en er hadden rivieren van bloed gestroomd. Zelfs de eerstgeborenen waren opgeofferd, maar de diepte was nog steeds onstuimig.

Toen kwam Jezus en ze wierpen Hem overboord. Ze sleepten Hem uit de stad, “Weg met Hem, weg met Hem, Hij hoort niet te leven.” Jezus sterft, er kwam rust. Diep was de vrede die op die vreselijke dag over de aarde viel. Vreugdevol is de kalmte die komen zal omdat de Plaatsvervanger buiten geworpen is die “voor de zonden geleden heeft, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen” (1 Petrus 1:18).

Broeders, had ik maar meer geschikte woorden om de vrede te omschrijven die er in het menselijke hart komt wanneer we leren zien dat Jezus om onze zonden in de golven van Gods toorn geworpen werd. Het geweten beschuldigd dan niet meer. Het oordeel is voor de zondaar, in plaats van tegen hem. We kunnen terugkijken op onze zonden — ja, met droefheid over die zonde — maar zonder de angst voor de komende straf over die zonde.

Het is heerlijk voor een mens om te weten dat hij niet gestraft kan worden, ook al beeft de hemel en de aarde, hij kan niet gestraft worden voor zijn zonde.

Ter overdenking

Ook Jona was een voorbeeld van Christus. Hij werd door God gezonden (Jona 1:1–2; 1 Johannes 4:10); hij werd opgeofferd als Gods geschenk om degenen die vergingen te redden (Jona 1:6,11–15; Johannes 3:16); hij werd opgeslokt en begraven (Jona 1:17; 1 Korinthe 15:4a); hij kwam weer boven (Jona 2:10; 1 Korinthe 15:4b); succesvol (Jona 3:5,10; Lukas 24:46–47). Maar op elk punt was Jezus “meer dan Jona” (Mattheüs 12:41).

Preek 567, 1 mei 1864

Beschikbaar gesteld door Day One


Ter overdenking

Ook Jona was een voorbeeld van Christus. Hij werd door God gezonden (Jona 1:1–2; 1 Johannes 4:10); hij werd opgeofferd als Gods geschenk om degenen die vergingen te redden (Jona 1:6,11–15; Johannes 3:16); hij werd opgeslokt en begraven (Jona 1:17; 1 Korinthe 15:4a); hij kwam weer boven (Jona 2:10; 1 Korinthe 15:4b); succesvol (Jona 3:5,10; Lukas 24:46–47). Maar op elk punt was Jezus “meer dan Jona” (Mattheüs 12:41).

Preek 567, 1 mei 1864

Beschikbaar gesteld door Day One