Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon. (Hebreeën 1:1—2)


Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon. (Hebreeën 1:1—2)


De laatste dagen beginnen met de komst van de Zoon in deze wereld. We leven in de laatste dagen sinds de dagen van Christus — dat wil zeggen, de laatste dagen van de geschiedenis zoals we die kennen voor de oprichting van Gods uiteindelijke en volledige Koninkrijk.

Dit is het punt van de schrijver van de Hebreeënbrief: het Woord wat God door Zijn Zoon sprak is het beslissende Woord. Het zal in deze tijd niet opgevolgd worden door een groter of vervangend woord. Dit is het Woord van God — de Persoon Jezus, het onderwijs van Jezus en het werk van Jezus.

Wanneer ik klaag dat ik het Woord van God niet begrijp, wanneer ik een verlangen voel om Gods stem te horen en gefrustreerd raak omdat Hij niet spreekt zoals ik het wil, wat zeg ik dan eigenlijk? Zeg ik echt dat ik het laatste beslissende Woord, wat zo volledig geopenbaard is in het Nieuwe Testament, is uitgeput? Heb ik echt alles uit dat Woord gehaald? Is het een deel van mij geworden, het heeft mijn hele wezen gevormd en geeft het met leven en leiding?

Of heb ik het licht behandeld — heb ik het vlug doorgelezen als een krant, of alleen even geproefd als een smaak-tester — en besloot ik daarna dat ik wat anders wilde, iets groters? Ik vrees dat ik me daar vaker schuldig aan heb gemaakt dan ik toe wil geven.

God roept ons op om Zijn laatste en beslissende Woord te horen — om dat Woord te overdenken, het te bestuderen en het te onthouden, om er in te wonen en het in ons op te nemen tot het centrum van mijn wezen is verzadigt.

De laatste dagen beginnen met de komst van de Zoon in deze wereld. We leven in de laatste dagen sinds de dagen van Christus — dat wil zeggen, de laatste dagen van de geschiedenis zoals we die kennen voor de oprichting van Gods uiteindelijke en volledige Koninkrijk.

Dit is het punt van de schrijver van de Hebreeënbrief: het Woord wat God door Zijn Zoon sprak is het beslissende Woord. Het zal in deze tijd niet opgevolgd worden door een groter of vervangend woord. Dit is het Woord van God — de Persoon Jezus, het onderwijs van Jezus en het werk van Jezus.

Wanneer ik klaag dat ik het Woord van God niet begrijp, wanneer ik een verlangen voel om Gods stem te horen en gefrustreerd raak omdat Hij niet spreekt zoals ik het wil, wat zeg ik dan eigenlijk? Zeg ik echt dat ik het laatste beslissende Woord, wat zo volledig geopenbaard is in het Nieuwe Testament, is uitgeput? Heb ik echt alles uit dat Woord gehaald? Is het een deel van mij geworden, het heeft mijn hele wezen gevormd en geeft het met leven en leiding?

Of heb ik het licht behandeld — heb ik het vlug doorgelezen als een krant, of alleen even geproefd als een smaak-tester — en besloot ik daarna dat ik wat anders wilde, iets groters? Ik vrees dat ik me daar vaker schuldig aan heb gemaakt dan ik toe wil geven.

God roept ons op om Zijn laatste en beslissende Woord te horen — om dat Woord te overdenken, het te bestuderen en het te onthouden, om er in te wonen en het in ons op te nemen tot het centrum van mijn wezen is verzadigt.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org


Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org