Ook toen wij dood waren door de overtredingen, [heeft God ons] met Christus levend gemaakt –  uit genade bent u zalig geworden. (Efeze 2:5)


Ook toen wij dood waren door de overtredingen, [heeft God ons] met Christus levend gemaakt –  uit genade bent u zalig geworden. (Efeze 2:5)


De grote zendingshoop is dat, wanneer het Evangelie verkondigd is door de kracht van de Heilige Geest, God doet wat de mens niet kan doen — Hij schenkt reddend geloof. De oproep van God doet wat de oproep van een mens niet kan. Zijn oproep wekt de doden op. Het schept geestelijk leven. Het is als de oproep van Jezus tot Lazarus in het graf: “Lazarus, kom naar buiten!”

Wij kunnen iemand door ons roepen wakker maken maar God roept de dingen die niet zijn, alsof zij zijn (Romeinen 4:17). Gods roepen is onweerstaanbaar in de zin dat het alle weerstand kan overwinnen. Het is onfeilbaar effectief volgens Gods doel — zo zelfs dat Paulus kan zeggen: “en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd” (Romeinen 8:30).

Met andere woorden, Gods roeping is zo effectief dat het onfeilbaar is en geloof schept waardoor een mens gerechtvaardigd wordt. Iedereen die geroepen is, is ook gerechtvaardigd. Maar niemand is gerechtvaardigd zonder geloof (Romeinen 5:1). Dus de oproep van God kan niet falen in het beoogde effect. Het beveiligt onweerstaanbaar het geloof dat rechtvaardigt.

Dat is iets wat een mens niet kan doen. Het is onmogelijk. Alleen God kan het stenen hart wegnemen (Ezechiël 36:26). Alleen God kan mensen tot de Zoon trekken (Johannes 6:44,65). Alleen God kan harten openen zodat er acht geslagen wordt op het Evangelie (Handelingen 16:14). Alleen de Goede Herder kent Zijn schapen bij hun naam.

Hij roept hen en ze volgen (Johannes 10:3—4, 14). De soevereine genade van God, het doen wat voor de mens onmogelijk is, is de grote hoop voor de zending.

De grote zendingshoop is dat, wanneer het Evangelie verkondigd is door de kracht van de Heilige Geest, God doet wat de mens niet kan doen — Hij schenkt reddend geloof. De oproep van God doet wat de oproep van een mens niet kan. Zijn oproep wekt de doden op. Het schept geestelijk leven. Het is als de oproep van Jezus tot Lazarus in het graf: “Lazarus, kom naar buiten!”

Wij kunnen iemand door ons roepen wakker maken maar God roept de dingen die niet zijn, alsof zij zijn (Romeinen 4:17). Gods roepen is onweerstaanbaar in de zin dat het alle weerstand kan overwinnen. Het is onfeilbaar effectief volgens Gods doel — zo zelfs dat Paulus kan zeggen: “en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd” (Romeinen 8:30).

Met andere woorden, Gods roeping is zo effectief dat het onfeilbaar is en geloof schept waardoor een mens gerechtvaardigd wordt. Iedereen die geroepen is, is ook gerechtvaardigd. Maar niemand is gerechtvaardigd zonder geloof (Romeinen 5:1). Dus de oproep van God kan niet falen in het beoogde effect. Het beveiligt onweerstaanbaar het geloof dat rechtvaardigt.

Dat is iets wat een mens niet kan doen. Het is onmogelijk. Alleen God kan het stenen hart wegnemen (Ezechiël 36:26). Alleen God kan mensen tot de Zoon trekken (Johannes 6:44,65). Alleen God kan harten openen zodat er acht geslagen wordt op het Evangelie (Handelingen 16:14). Alleen de Goede Herder kent Zijn schapen bij hun naam.

Hij roept hen en ze volgen (Johannes 10:3—4, 14). De soevereine genade van God, het doen wat voor de mens onmogelijk is, is de grote hoop voor de zending.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org


Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org