Wat zullen wij dan zeggen dat Abraham, onze vader, wat het vlees betreft verkregen heeft? Immers, als Abraham uit werken gerechtvaardigd is, heeft hij iets om zich op te beroemen, maar niet bij God. Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend. Aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar wat men hem verschuldigd is. Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid. Zoals ook David de mens zalig spreekt aan wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken: Welzalig zijn zij van wie de ongerechtigheden vergeven, en van wie de zonden bedekt zijn, welzalig is de man aan wie de Heere de zonde niet toerekent. (Romeinen 4:1-8)

Zalig – Wat is het?

Als we ons stukje bij beetje door de hoofdstukken van de Romeinenbrief bewegen, vergeet dan niet dat ze de bloem van het Evangelie ontvouwen. En Evangelie betekent goed nieuws. Goed nieuws is bedoelt om lasten te dragen, vreugde te geven en te versterken. Dat verbind het woord zalig in vers 6 met het woord zalig in vers 7 en 8. Zalig (makarios) betekent “een staat waarin je volkomen veilig, voldaan en gelukkig bent in God.”

Ik zeg het zo omdat je makarios – zalig – kunt zijn in erbarmelijke omstandigheden. “Zalig (makarios) bent u,” zegt Jezus, “als men u smaad en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen” (Mattheüs 5:11-12). Dus “zalig bent u” betekend niet “onbezorgd bent u”, “gezond bent u,” “bewonderd bent u” of “welvarend bent u”. Het betekent “tussen jou en God is alles goed” Je bent volkomen veilig, verzadigd en gelukkig in God – zelfs als je moet huilen om de pijn van een geslagen lichaam, een bange geest, of een hartverscheurende relatie.

Verlies dat niet uit het oog als we ons door de Romeinenbrief bewegen. Dit is het ontvouwen van het Evangelie – het goede nieuws. Het is bedoeld om lasten te dragen, vreugde te geven en te versterken. Zo simpel is het, en toch vergeten we het zo gemakkelijk. De brief aan de Romeinen gaat over het goede nieuws dat bedoelt is om je zalig te maken – volkomen veilig, voldaan en gelukkig in God.

Het goede nieuws van Gods gerechtigheid

Om er voor te zorgen dat je dit ziet, kijken we weer naar Romeinen 1:16 – de banier die boven dit boek wappert. “Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.” Het Evangelie is het goede nieuws van verlossing. In de hoofdstukken 1-3 legt Paulus uit waarom we verlossing nodig hebben – van de schuld van onze zonden en van de gerechtigheid van Gods toorn.

En hoe komt het dat wij, die gezondigd hebben en Gods heerlijkheid zo ernstig beledigd hebben, toch gered kunnen worden van het vonnis van de verdoemenis die wij verdienen van God? Romeinen 1:17 verteld ons wat van het Evangelie de kracht van God maakt tot zaligheid: “Want de gerechtigheid van God wordt daarin – in het Evangelie – geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.” Het Evangelie redt want het is het goede nieuws van de openbaring dat Gods gerechtigheid ontvangen word door het geloof.

Wat betekent dat nu? Hoe werkt dat? Dat is waar we het nu over gaan hebben. Het laatste deel van hoofdstuk 3 en de hoofdstukken 4 en 5 zijn Paulus’ uitleg van Romeinen 1:17 – de openbaring van de gerechtigheid van God als basis van het goede nieuws wat lasten draagt, vreugde geeft en versterkt. De openbaring van de gerechtigheid van God is de basis van de zaligheid in Romeinen 4:7-8 – een staat waarin je volkomen veilig, voldaan en gelukkig bent in God.”

En hoe werkt dit? We hebben rechtvaardigheid nodig om aanvaardbaar te zijn voor God. Maar dat hebben we niet. Wat we hebben is zonde. God heeft wat we nodig hebben en niet verdienen – rechtvaardigheid; en wij hebben wat God haat en verwerpt – zonden. Wat is Gods antwoord in deze situatie? Zijn antwoord is Jezus Christus, de Zoon van God die stierf in onze plaats. God legde onze zonden op Christus en strafte ze in Hem. En in de gehoorzame dood van Christus vervulde en toonde God Zijn gerechtigheid en rekent die ons toe. Onze zonden op Christus, Zijn gerechtigheid op ons.

Het goede nieuws van Christus’ rechtvaardigheid

We kunnen niet genoeg benadrukken dat Christus Gods antwoord is. Het is allemaal te danken aan Christus. Je kunt Christus niet genoeg liefhebben. Je kunt niet genoeg aan Hem denken, Hem niet genoeg danken en niet afhankelijk genoeg van Hem zijn. Heel onze rechtvaardiging en al onze gerechtigheid is in Christus. Luister naar een paar andere Bijbelgedeelten:

Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. (2 Korinthe 5:21)

Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen, en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof. (Filippenzen 3:8-9)

Maar uit Hem bent u in Christus Jezus, Die voor ons is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing, (1 Korinthe 1:30)

Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:1)

We moeten Gods gerechtigheid en Christus’ rechtvaardigheid niet scheiden. Denk aan manier waarop ze verbonden zijn op de volgende manier. Gods gerechtigheid werd geopenbaard in de trouwe gehoorzaamheid van Christus, zelfs tot in de dood. Daarom is de rechtvaardigheid van Christus de geopenbaarde gerechtigheid van God. Daarom ben je in Gods gerechtigheid wanneer je in Christus bent.

Dus wat is het antwoord op de vraag waarom het Evangelie de kracht van God is tot zaligheid? En waarom draagt het Evangelie de lasten, geeft het vreugde en maakt het  sterk? Dat is omdat het Evangelie het goede nieuws is dat onze zonden op Christus gelegd zijn en dat Zijn rechtvaardigheid op ons is gelegd. De grote uitwisseling. De grote toerekening van onze zonden aan Christus en Gods gerechtigheid aan ons – genaamd rechtvaardiging.

Het goede nieuws van rechtvaardiging door het geloof alleen

Waar Paulus, hier in Romeinen 4, over jubelt is dat deze rechtvaardigheid niet gebaseerd is op werken, maar alleen op het geloof. Hij is zo blij over dit deel van het Evangelie dat hij heel hoofdstuk 4 neemt om het in ons hart te leggen. Hij gebruikt Abraham en David uit het Oude Testament om het punt te maken: al onze zonden zijn aan Christus toegerekend, en al Gods gerechtigheid is ons toegerekend, door het geloof alleen, zonder werken!

Het punt van vorige week, toen we Jakobus 2 vergeleken met Romeinen 4, liet zien dat geloof alleen rechtvaardigde, maar geloof dat rechtvaardigt leeft en blijft niet alleen, het werkt door de liefde. De werken rechtvaardigen niet. De werken zijn de vrucht van het geloof wat ons met Christus verbindt. Zijn gerechtigheid is onze onveranderlijke hoop.

Maar we zijn nu in Romeinen 4, en ik wil met Paulus juichen terwijl hij jubelt in de rechtvaardiging door het geloof alleen. We behandelen de verzen 6-8. Het begint met de woorden, “Zoals ook David de mens zalig spreekt aan wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken.” Gods gerechtigheid wordt ons niet toegerekend door onze goede werken op te tellen, de zonden daarvan af te trekken en vervolgens te concluderen dat we genoeg goede werken gedaan hebben om vrij gesproken te worden. Nee, gerechtigheid wordt op onze rekening geschreven zonder werken. Werken zullen volgen op de rechtvaardiging, maar werken verdienen die rechtvaardiging niet.

Let op de woorden “Zoals ook David de mens zalig spreekt” aan het begin van vers 6. De woorden “zoals ook” betekenen dat Paulus in Psalm 32 hetzelfde ziet als in dat wat hij uitgedrukt heeft in vers 5. Beoordeel het met mij om te zien hoe dit allemaal in elkaar past. “Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.”

Herinner je van twee weken geleden, de drie bewijzen dat de rechtvaardiging door het geloof alleen is, zonder werken. 1) “Bij hem echter die niet werkt.” Dit sluit werken uit als deel van de rechtvaardiging. 2) God is het “Die de goddeloze rechtvaardigt.” Rechtvaardiging gebeurt terwijl we nog goddeloos zijn, voordat er goede werken kunnen zijn. Er kan geen sprake van zijn dat er goede werken betrokken zijn bij de rechtvaardiging want er bestaan geen goede werken als ze zonder geloof gebeuren (Romeinen 14:23), en wanneer God het geloof geeft gebeurt de rechtvaardiging onmiddellijk. Er is dus geen plaats voor goede werken als oorzaak. 3) “Zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.” Niet geloof plus zijn werken, of werken in plaats van zijn geloof maar eenvoudig door zijn geloof wordt de gerechtigheid toegerekend. Dat is, God ziet onze volledige afhankelijkheid van Christus voor gerechtigheid als het ontvangen van de gerechtigheid. Als je er alleen afhankelijk aan vastgrijpt, is het helemaal van jou.

Dat is de reden waarom Paulus hier jubelt. Dit is een essentieel en glorieus onderdeel van het Evangelie. Hier is het goede nieuws wat de lasten draagt, vreugde geeft en sterk maakt. We kunnen het goed maken met God door het geloof alleen.

Het goede nieuws van zonde die ons niet is toegerekend

In de verzen 6-8 doet Paulus iets verrassend. Tot nu toe heeft hij rechtvaardiging gedefinieerd als positieve toerekening van Gods gerechtigheid aan ons. Maar nu voegt hij het niet-toerekenen van de zonde toe aan de definitie. Gods gerechtigheid is ons toegerekend; onze zonden worden ons niet toegeschreven. Beide zijn essentieel. We moeten Gods gerechtigheid ontvangen en we moeten van onze ongerechtigheid af komen. Maar het verrassende is dat Paulus zegt dat Gods niet-toerekenen van onze ongerechtigheid verbonden is met de toerekening van Zijn gerechtigheid.

Bekijk dit goed. Vers 6 zegt dat “David de mens zalig spreekt aan wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken.” Maar het citaat uit Psalm 32:1-2 zegt helemaal niet dat God ons gerechtigheid toerekent. Het zegt dat God de zonde niet toerekent.

Hier is het citaat van Psalm 32:1-2 in Romeinen 4:7-8. “Welzalig zijn zij van wie de ongerechtigheden vergeven, en van wie de zonden bedekt zijn, welzalig is de man aan wie de Heere de zonde niet toerekent.” Je ziet de laatste zin: “…de Heere de zonde niet toerekent.” Het woord daar is hetzelfde als de woorden toerekenen en gerekend in de verzen 3,4,5 en 6. Dus zegt vers 8 “welzalig is de man aan wie de Heere de zonden niet toerekent of niet in rekening brengt.”

Dus om de verrassende verbinding te zien, krimpen we de tekst tot de verzen 6 en 8:  “Zoals ook David de mens zalig spreekt aan wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken.” En in vers 8 de zegen die hij uitspreekt: “Welzalig is de man aan wie de Heere de zonde niet toerekent.” Eén ding wordt duidelijk uit deze verrassende verbinding: Paulus ziet geen rechtvaardiging als alleen de toerekening van de gerechtigheid of alleen als de vergeving van de zonden. Voor hem moet de vergeving van zonden uit de positieve toerekening van Gods gerechtigheid bestaan. En de toerekening van Gods gerechtigheid moet bestaan uit de vergeving van de zonden. En de zaligheid van beide voorwaarden is dat ze niet afhankelijk zijn van werken.

Vergeving wordt niet verkregen door werken en de gerechtigheid wordt niet verkregen door werken. Allebei worden ze verkregen door het geloof alleen, zonder de werken zoals vers 6 zegt: De zaligheid waarvan David spreekt is “zonder werken”. Waar in Psalm 32 zegt Paulus dat zonden worden vergeven en gerechtigheid wordt toegerekend zonder werken? Dat zegt hij niet. Maar het kan vers 10 zijn, “De goddeloze heeft veel smarten, maar wie op de HEERE vertrouwt, hem zal de goedertierenheid omringen.” Het tegenovergesteld van goddeloos zijn is vertrouwen op de Heere – afhankelijk zijn van de Heere. Dus de rechtvaardigheid van de Psalmist is door het geloof. Tenminste zo ziet Paulus het, dit is wat hij leert en wij kunnen ons er in verheugen.

Dit is een goed plaats om af te sluiten – waar we begonnen zijn, met de nadruk op het Evangelie als het goede nieuws wat ontworpen is om lasten te dragen, vreugde te geven en sterk te maken. Wat betrekking heeft op het woord zalig in vers 6 en het woord welzalig in de verzen 7 en 8. Zalig: de staat waarin je volkomen veilig, verzadigd en gelukkig bent in God. Zalig ben je wanneer God je Zijn gerechtigheid toerekent. Zalig ben je wanneer God je zonden niet toerekent. Zalig ben je wanneer Christus je zonden op Zich neemt en jij Zijn gerechtigheid ontvangt. Zalig ben je als je wakker wordt met de adembenemende waarheid dat al deze zaligheid zonder werken te verkrijgen is. Alles wat je kunt doen om deze zaligheid te verkrijgen is afhankelijk leunen op Christus.

Zalig  De vreugde van de Heere is je kracht

Mis alstublieft het punt niet wat ik vandaag maak. Het hangt aan het woord zalig. God wil dat je ziet dat Zijn werk en Zijn Woord gericht zijn op jouw geluk. Het Evangelie is goed nieuws. Hij richt zich niet op je gemak, comfort of welvaart in deze wereld. Hij richt zich op je huidige en eeuwige vreugde. De reden waarom Paulus werkt om de waarheid van rechtvaardiging door het geloof te ontvouwen is, zodat je vreugde zo goed gegrond is in God dat het onwankelbaar is. Onderwijs staat in dienst van vreugde. Dat is wat ik zie in het woord zalig. Onderwijs voor de geest is bedoelt om vreugde in het hart te veroorzaken.

En de reden waarom ik elke keer weer zeg dat het Evangelie bedoelt is om lasten te dragen, vreugde te geven en sterk te maken, is omdat ik deze week Nehemiah 8:11 las, “…de vreugde van de HEERE, dat is uw kracht.” En, o, wat hebben we die kracht nodig. Er zijn zoveel dingen in het leven die ons gewoon dreigen te overweldigen. De ene ramp na de andere in deze aftakelende wereld: een schietpartij in het Joodse Centrum in Los Angeles; geweld in Belfast; een bloedbad in een moskee in Kenia; gesponsord heidendom op onze universiteiten; de geboorte van een kind wat 6 dagen leeft in plaats van 60 jaar; kanker; leukemie; financiële ellende; en verdriet waar nooit iemand over heeft gehoord.

Zie je hoe alleen rechtvaardiging door het geloof vreugde en kracht kan geven in deze tijd? Vult het je niet met vreugde en vrede dat je gerechtigheid niet van jezelf is maar die van God? En dat je zonden niet op jou rusten maar op het kruis van Christus! En jou plicht is niet om Christus te verdienen maar alleen om volledig afhankelijk te leunen op Christus. Maakt dit je niet blij en geeft dit je geen stabiliteit in onstabiele dagen? O, als je deze vrede, deze vreugde, deze kracht niet kent laat dan al je dwaze afleidingen achter je en kom tot Christus. Kom tot Christus!